Direct naar artikelinhoud

Beelden worden verhalen in Antwerps Middelheimpark

'Als kind vond ik die beelden in het Middelheim saai. Maar nu zijn ze tot leven gekomen'

Antwerpen

Van onze medewerkster

Jelle Van Riet

Beeld en verhaal samenbrengen, dat is het doel van het project Woordenwoud van het Openluchtmuseum voor Beeldhouwkunst Middelheim, het Nationaal Centrum voor Jeugdliteratuur en ABC2004.

In Middelheim werden dertig beelden uitgezocht. Abstracte en realistische, van toen en nu, want elke Woordenwoud-bezoeker zou een veelzijdig beeld krijgen van de museumcollectie. Bij sommige van die beelden mochten bekende jeugdschrijvers een nieuwe tekst verzinnen, aan andere werd een al eerder gepubliceerd fragment gekoppeld. Alle werden ze op een luistergids bijeengezet en gebundeld in een boekje dat elke bezoeker mee naar huis krijgt. Negen beelden gingen ook naar Paul Verrept, die daarmee het hele kleuterparcours in handen kreeg. Een kolfje naar zijn hand, want Verrept doet waar hij goed in is: sober maar treffend vertellen en illustreren. Al heeft hij dan, naar eigen zeggen, niets anders gedaan dan de deur opengezet zodat de beelden binnen konden in de verhaaltjes die hij aan het schrijven was. "Ik heb geluisterd naar Koen Vanmechelen die zei dat ik gewoon mijn vieze goesting moest doen", aldus Verrept. "Zo interpreteren sommige verhaaltjes het beeld, maar lachen andere de beeldhouwer een beetje uit. Het trollenverhaal bijvoorbeeld kwam er omdat ik niet wild was van het beeld."

Toen men Verrept voor de opdracht vroeg, had hij meteen het gevoel dat hij iets te zeggen had over het park waar hij als prille puber wel eens iemand probeerde te kussen. "Als kind had ik zulke parcours geweldig gevonden. Zeker die waarbij je een diskman meekrijgt. Aangezien elke artistieke ambitie met identificatie begint en ik toen Paul van Ostaijen wilde zijn, had ik het heftig gevonden om hem via een koptelefoon te horen voorlezen."

Jammer voor het grut dat zich met Verrept wil identificeren, want bij het kleuterparcours hoort enkel de verhalenbundel. Geen luistergids dus, zoals bij de parcours tot en vanaf 12 jaar, die beelden over beweging en communicatie samenbrengen. Bij enkele van die beelden, zoals Het zotte geweld van Rik Wouters, hoefde niemand wat nieuws te bedenken. Wie had bij deze wild juichende naakte nog wat treffender gevonden dan Joke van Leeuwens gedichtje 'Ozo heppie'? Toch vloeide er ook voor deze routes verse inkt. Onder meer uit de pennen van Anne Provoost, Kaat Vrancken, Bart Moeyaert, Dimitri Leue, André Sollie en Marita De Sterck.

Diane Broeckhoven dacht bij het zien van Kenneth Armitages Twee zittende figuren meteen aan de puurste der liefdes: de puberliefde, waarbij je al genoeg hebt aan de anders aanwezigheid om 'heppie' te zijn. En dus schreef ze het verhaal van Stress-Tess, die haar pols verstuikt en zo in de turnles op het reservebankje naast Aaron met zijn loopgipsbeen komt te zitten. Jawel, dé aanbedene, tegen wie ze even zo dicht zit aangedrukt dat ze één adem en één lijf met hem wordt. En, had Broeckhoven als puber Woordenwoud weten te appreciëren? "Als kind vond ik de zondagmiddagen in Middelheim maar niks. Ook de beelden vond ik saai, maar nu ga ik toch mijn kleinkind meesleuren, want dankzij Woordenwoud zijn de beelden van hun sokkel gekomen. Ze leven!"

Woordenwoud, nog tot 22 april 2005 in het Antwerpse Openluchtmuseum Middelheim. Toegang: 2 en 3 euro (inclusief tekstboekjes en luistergids)