Direct naar artikelinhoud

Innerlijke strijd in een futuristisch ruimteschip

Het is allemaal net wat minder dan in de vorige Star Trek, maar met J.J. Abrams opnieuw aan het roer blijft Star Trek Into Darkness aardig entertainment.

De verkoopstroef van Star Trek is altijd geweest dat het meer geïnteresseerd was in de gevoelswereld van zijn personages en in de morele dilemma's waar ze op hun exploraties mee geconfronteerd werden. De futuristische wereld waarin de ruimteverkennende Aardbewoners en andersoortige vreemdelingen leven zijn altijd de dragers geweest van allerlei levenslessen en existentiële vragen over ons als soort. Daarbij ontwikkelen ze hun eigen, soms hilarische, woordenschat. Misschien is het net die vreemde context die ervoor zorgt dat de wijsheden nooit belerend overkomen, al leken ze in de vroege reeksen van de tv-serie vaak te komen uit de mond van de bolleboos van de klas, brilletje incluis.

De nerdy ondertoon van Star Trek is verdwenen bij de coole visuele stijl van regisseur J.J. Abrams die in 2009 de reboot van Star Trek met bombast en in briljant coloriet op het grote scherm bracht. Na de release van zijn eerste deel gaf Abrams toe dat hij te vaak opzettelijk gebruik maakte van blauwe en helwitte lichtstrepen vanwege een afwijking in de lens. Opmerkelijk genoeg past hij dit effect in Star Trek Into Darkness nog veelvuldiger toe.

En zo is dit hele vervolg een beetje meer van hetzelfde en een beetje minder oorspronkelijk. De soundtrack werkt minder aanstekelijk. Het verhaal en de actie zijn minder humoristisch, minder spannend, minder avontuurlijk, minder dreigend, minder raar. Abrams doet wat de formule voorschrijft, maar we missen de stempel van de auteur. De acteurs van het vorige deel zijn allemaal terug en dat is leuk voor de continuïteit en voor wat onderhuids tussen de personages borrelt. Allemaal hebben ze wel hun innerlijke crisis. Die innerlijke strijd is meteen het thema van de film, want ook de motor van het verhaal is een grote Calimero die een duivels plan voor zijn rancunes uitstippelt. Boosdoener John Harrison wordt met verve gespeeld door de Brit Benedict Cumberbatch. Kirk en Spock en het Enterpriseteam zitten hem achterna tot op de planeet Kronos. Ze willen hem vangen, maar liefst op een manier waardoor Aarde ook niet nog eens de hele Klingonvloot over zich heen krijgt. Spannend, al is de boodschap braafjes: het komt goed met de diversiteit van de samenleving in de toekomst.