Direct naar artikelinhoud

De ongelijke strijd van 'maffiajagers'

Met twintig zijn ze, de politiedienst die de georganiseerde criminaliteit in ons land bestudeert. Volgens hen zijn er minstens 2.600 leden, verspreid over ruim 250 groepen. 'De politie doet haar best, maar die bendes evolueren sneller', zegt een van de analisten van de federale politie.

Eerst en vooral wil de politie een misverstand de wereld uit: dat er nog nooit zoveel georganiseerde criminele bendes in ons land in kaart zijn gebracht. "Het is juist dat we vorig jaar 253 groepen telden tegenover 200 in 2010 en 222 in 2011. Maar sinds onze tellingen in 1997 waren er al zeven slechtere jaren, met als absolute uitschieter 336 groepen in 1999", zegt Peter. Hij is voor de federale politie al zeven jaar analist bij DJC, de directie bij de bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. Hun voornaamste expertiseterrein: groepen uit de Balkan, Turkije en criminele motorbendes als de Hells Angels.

Volgens DJC zijn er zeker 2.627 verdachten en 253 groepen. Analist Peter: "Ze hebben gemeen dat het criminele organisaties zijn met één doel: geld verdienen. Ze gebruiken een commerciële structuur, beïnvloeding en geweld. Al gebeurt dat laatste steeds vooral tegen eigen leden. Ze bedreigen en vallen familieleden aan en steken soms hun huizen in brand."

De activiteiten van de bendes zijn een bloemlezing van het strafwetboek: witwassen, cocaïnehandel, fraude, seksuele uitbuiting, afpersing, corruptie... Leden van de georganiseerde misdaad vormen volgens de analist een even groot allegaartje. "Er is daar moeilijk een type op te plakken. Dat gaat van losers die opdraven als loopjongens tot echte leiders die slimmer moeten zijn dan de rest. Anders lopen ze tegen de lamp."

81 nationaliteiten

In het jaarverslag is er sprake van 81 verschillende nationaliteiten. "We zien dat Albanezen en Turken vaak werken met familieleden. Omdat het in de georganiseerde misdaad van belang is elkaar te kunnen vertrouwen. Familieleden zijn bij hen de eersten die in aanmerking komt."

Misdaad in familieverband en toch wil de politie niet spreken over maffia, omdat het begrip strikt gedefinieerd is. "We moeten opletten dat de bendes niet uitgroeien tot échte maffia. We zien nu al bij de Albanezen gelijkenissen met de vorming van de maffia in Sicilië. Vroeger deden de Albanezen de gemakkelijke klusjes: afpersing, prostitutie en mensenhandel. Door de jaren heen breidden ze hun activiteiten uit en voeren ze nu ook drugs in en uit. Hun geld gaat doorgaans naar vastgoed en horeca."

De analist noemt de complexiteit van de bendes 'frustrerend'. "Bij veel van die organisaties is het echt moeilijk te zeggen wie wat doet. Dat maakt het moeilijk om hen voor de rechter te brengen. Aanwijzingen alleen zijn niet genoeg. Er zijn bewijzen nodig."

Criminele organisaties wassen volgens de politiecijfers doorgaans het misdaadgeld wit via banken. "Banken hebben een meldingsplicht bij een vermoeden van crimineel geld. Notarissen hebben dat ook, maar dat gebeurt veel minder. We stellen vast dat de banken veel inspanningen leveren om verdachte financiële transacties te detecteren, terwijl dat voor vrije beroepen niet steeds vanzelfsprekend is. Ze hebben vaak angst."

Misdaadgeld

"We gaan niet genoeg op zoek naar het misdaadgeld. Onderzoek leert dat er in 253 dossiers maar 107 onderzoeken gebeurden naar het patrimonium van de verdachten. Dat is veel te weinig. Bijkomend probleem is de snelle technologische ontwikkeling van onze maatschappij en de manier waarop criminelen hiervan gebruikmaken. De politie doet dat minder snel. Hierdoor dreigt de kloof tussen zij en wij alleen maar groter te worden."