Direct naar artikelinhoud

Mode d'emploi

Niets zo mooi als dat kinderpoepje dat waggelend van je wegkruipt, vastberaden richting keuken. Niets zo mooi als die stop onderweg, waarbij ze zich omdraait om te kijken of je wel volgt: pak me dan!

Veel is rekbaar, maar niet alles. Wat ik intussen weet over het moederschap. Bij het moederschap komt een telescopische arm die boekjes aanreikt, fopspenen, drinkbekers en boterhammen. Die neusjes schoonmaakt, op de tast natte doekjes vindt, pampers opvist en proper ondergoed voor iedereen.

Snot is een rekbaar begrip. Fatsoen ook. Voor de geboorte van mijn dochter besprak ik niet de consistentie van fecaliën met mijn partner.

Mijn geduld: rekbaar. Waar ik zin in heb: rekbaar. De definitie van slapen: rekbaar. En ook nog:

Krullen: dochters stelen die van hun moeder.

Tijdsgeest: borstvoeding is geen garantie tegen allerlei virussen.

Buik: de rek is eruit.

Mode: kasjmier is geen goed idee als je kind aan de koeken is.

Hoeveelheden: in een koekje zitten een triljoen kruimels.

Tijd: je kunt dus echt vergeten dat je nog in pyjama bent.

Rust: een kind voelt wanneer je gespannen bent. Dan doet het er nog een schep bovenop.

Goede smaak: voor wie zich afvraagt aan wie China de plastic brol slijt die het met tonnen produceert: aan kinderen. Kinderen en oude mensen. Beiden lijken een zwak te hebben voor giftig gekleurde kitsch.

Spelling: een beertje met een P in zijn poten, is een Peertje.

Privacy: ouders zijn die twee die de hele tijd naar je zwaaien, lachen, eten brengen, broeken verschonen en verhaaltjes vertellen. De een heeft iets van een draaimolen, de ander is heerlijk zacht om tegen in slaap te vallen. Maar, als die twee ook eens lekker dicht bij elkaar liggen en baby ligt er niet tussen, dan moet baby al het mogelijke ondernemen om daar te geraken. Waar gefeest wordt, daar wil baby bij zijn.

Lachspieren: niets zo mooi als dat kinderpoepje dat waggelend van je wegkruipt, vastberaden richting keuken. Niets zo mooi als die stop onderweg, waarbij ze zich omdraait om te zien of je wel kijkt. Als de onverholen uitnodiging in haar ogen. Pak me dan! Als haar enthousiasme en versnelling, als je achter haar aankruipt. Als haar griezelende gekraai, de dolle dolle pret die ze heeft als je haar inhaalt en opschept. Als de kopjes die ze geeft en de halfzachte streeltjes en de priegelende vingers in je ogen. Als haar uitdagende blik terwijl diezelfde garnaaltjes naar de iPad sluipen, het antwoord dat ze leest in mijn ogen en meteen vertaalt met een heftig nee schudden.

Onrust, helaas, rekbaar. Denken aan wat kan misgaan heeft fysieke gevolgen. Alsof iemand vezel voor vezel, draadje voor draadje, aan het vlees rond je ingewanden pulkt. Met het kind werd er ook een beest in mij geboren. Een primitief wezen dat de wacht houdt. O wee degene die een vinger naar haar uitsteekt.

Hier gaat niets mis. Geloof. Is. Rekbaar. Tot het tegendeel bewezen is, is dit een gelukskind. Ze overleefde in de onwetendheid van een beginnende zwangerschap sigaretten, wijn, een verhuizing met dozen van honderd kilo. Ze had het moeilijk maar bleef netjes zitten in periodes van harde buiken en vroegtijdige contracties veroorzaakt door hevige stress. Ze was helemaal nog niet klaar om te komen die mooie lentedag dat ik mijn ramen poetste en het vruchtvlies scheurde. Men heeft haar net niet door dat geboortekanaal moeten sleuren. Ze keek kwaad, toen ze er eindelijk was. Paniekerig. Ze piepte en protesteerde, maar ze legde zich snel neer bij de nieuwe buitenbaarmoederlijke toestand en begon al slapend, etend en lachend aan haar leven. Nog steeds is ze knorrig als ik haar wakker maak. Nog steeds is er verder geen probleem. Mijn dochter buitelde giechelend door haar eerste twaalf maanden.

Mijn meisje is een jaar oud. Ik ben een jaar moeder. Ik weet niet meer waarom ik er ooit onzeker over was. Het moederschap komt met het kind, dat is een feit. Veel is rekbaar, maar niet alles.