7,3 miljoen tienerzwanger-schappen per jaar in ontwikkelingslanden
Tienerzwangerschappen blijven een groot maatschappelijk probleem, zeker in ontwikkelingslanden. Jaarlijks zetten er 7,3 miljoen minderjarige meisjes een kind op de wereld.
De nieuwe cijfers komen uit het jongste Wereldbevolkingsrapport van het Bevolkingsfonds van de VN (UNFPA). Daaruit blijkt dat van de 7,3 miljoen minderjarige moeders, er jaarlijks 2 miljoen nog geen 14 jaar oud zijn.
Volgens UNFPA-directeur Babatunde Osotimehin worden de meisjes nog te vaak veroordeeld door de maatschappij. "En dat terwijl hun zwangerschap meestal geen bewuste keuze is, maar het resultaat van het gebrek aan keuzes en omstandigheden die buiten hun controle liggen, zoals weinig of geen toegang tot onderwijs, werkgelegenheid en gezondheidszorg."
Volgens het verslag hebben vroegtijdige zwangerschappen grote gevolgen voor de gezondheid, de opvoeding en de rechten van de jonge moeders. En het gaat ook verder dan hen: kinderen die kinderen krijgen hebben ook een zware impact op gemeenschappen en de economie van landen. Zo meldt het fonds dat wanneer tienermeisjes in Brazilië en India hadden kunnen wachten met zwanger worden totdat ze 20 jaar of ouder zijn, dat respectievelijk 3,5 en 7,7 miljard dollar opgeleverd zou hebben.
Tienerzwangerschappen blijken ook in ontwikkelde landen problematisch te zijn. In de VS zou slechts de helft van de meisjes die zwanger werden als tiener, afstuderen voor hun 22ste, tegen negen op de tien meisjes die niet zwanger werden.
Geld alleen lost volgens het UNFPA dit probleem niet op. Het beleid en de normen bij gezinnen, gemeenschappen en overheden moeten ook veranderen. Zelf wil het fonds inzetten op onderwijs, maar ook een einde maken aan kinderhuwelijken en de toegang tot voorbehoedsmiddelen verbeteren.