Direct naar artikelinhoud

Proces over erfenis van 400 miljoen

‘Mijn familie handelt uit pure hebzucht, het is nooit genoeg’, zegt Luc Verbruggen. Ook de fiscus moeit zich met de zaak, het parket verwijt de vijf erfgenamen onder meer valsheid in geschrifte en verduistering.

Voor het Brusselse hof is gisteren een opmerkelijke erfeniszaak van start gegaan. Luc Verbruggen, jongste telg van de steenrijke Brusselse notaris Robert Verbruggen, heeft zijn vijf broers en zussen aangeklaagd omdat ze hem na het overlijden van hun ouders buitenspel zouden hebben gezet. Daardoor zag Verbruggen, die om medische redenen niet langer kan werken en afhankelijk is van het OCMW, zijn deel van de 400 miljoen euro aan zijn neus voorbij gaan. En ook de fiscus meent dat het een en ander niet pluis is. Notaris Verbruggen was in de jaren 60 en 70 een succesvolle notaris die de koop en verkoop van tal van chique Brusselse Boulevards regelden. Zo’n 33.000 aktes passeerden zijn handen, maar het echte grote geld verdiende hij door zelf te investeren in vastgoed in en rond Brussel. De familie was een prominent lid van de beau monde, met connecties met de koninklijke familie toe toe. In 2002 overleed Robert Verbruggen, zijn vrouw stierf drie jaar later zonder eenduidig testament. Vijf van de zeven kinderen zouden daarop een constructie op poten hebben gezet waardoor het leek alsof alle bezittingen - waaronder naamloze vennootschappen, gebouwen, een stuk bouwgrond van 32 hectare in Grimbergen - al bij leven aan het nageslacht geschonken was. Kwestie van de successierechten, toch 30 procent op 400 miljoen, ter vermijden. Vanwege een al langer aanslepend dispuut zorgden de erfgenamen er overigens voor dat Luc Verbruggen buiten de regeling viel. Ze zouden hun moeder, die aan Parkinson leed, daartoe de nodige documenten hebben laten ondertekenen. Verbruggen zag geen cent van het fortuin en leeft nu van het OCMW. Zijn eigen vermogen verloor hij door de behandeling van een tumor en de lange juridische lijdensweg die uiteindelijk tot het proces leidde, vandaag krijgt hij maandelijks 478 euro van het OCMW. Door zijn medische conditie kan hij niet werken en hangt zijn overleven grotendeels af van zijn vrienden. Een eerste klacht van Verbruggen in 2003 zette geen zoden aan de dijk, pas toen hij bij de fiscus aanklopte ging de bal aan het rollen. De broer en vier zussen werden doorverwezen naar de strafrechtbank, de burgerlijke rechtbank én de handelsrechtbank. Het parket vervolgt het vijftal voor valsheid in geschrifte, misbruik van vertrouwen en verduisteren van waardepapieren. Ze riskeren vijf tot tien jaar cel. Bovendien riskeren ze hun volledige erfenis te moeten afstaan aan Luc Verbruggen. Dat geld zal hij delen met zijn broer Jack, die aan zijn kant staat. “Ze handelen uit pure hebzucht”, windt Verbruggen zich op. “Het is toch een schande. Ze hebben mij geld ontnomen waar ik recht op heb en daardoor moet ik leven op kosten van de overheid.” De advocaten van de broer en zussen waren niet bereikbaar voor commentaar. De burgerlijke procedure wordt begin mei verder gezet.