Direct naar artikelinhoud

Schuld vandaag voor minder schuld morgen

Paul De Grauwe is professor aan de London School of Economics. Zijn column verschijnt wekelijks.

Leuk te vernemen dat onze minister van Financiën zich ook met wetenschappen bezighoudt. Samen met coauteurs van de Universiteit Hasselt publiceerde hij onlangs een paper die de vraag onderzoekt of schuld tot meer of minder economische groei leidt. Het antwoord: schuld heeft geen invloed op de groei, positief noch negatief.

Ik was niet verrast. Er is eigenlijk niets in de theorie van de economische groei die alludeert dat schuld invloed uitoefent op groei.

De economische groei van een land wordt in de eerste plaats gedetermineerd door investeringen in fysiek (machines) en menselijk kapitaal. Hoe die investeringen worden gefinancierd, doet er weinig toe. Of dit gebeurt door sparen of door de uitgifte van schuld is bijkomstig voor de groei. De manier waarop dat kapitaal wordt gebruikt daarentegen is van groot belang. En hier helpen goede instellingen, zoals een betrouwbaar rechtssysteem, regels voor iedereen, een vrije markt, enzovoort.

Hetzelfde geldt voor een onderneming. De groeimogelijkheden hangen af van hun investeringen in projecten die in de toekomst een mooie rendabiliteit zullen hebben. Of die projecten worden gefinancierd uit eigen vermogen of door de uitgifte van schuld, is van secundair belang.

Hadden de auteurs van de studie mij op voorhand gevraagd of schuld de groei positief of negatief beïnvloedt, dan zou ik hen gezegd hebben dat ze geen effect moeten verwachten. Alles hangt af van wat met die schuld gebeurt. Als een land (of overheid) schuld uitgeeft om meer te consumeren, dan zal dat geen permanent effect hebben op de groei. Dan kan het op termijn zelfs een negatief effect hebben. Als de schuld wordt gebruikt om te investeren, dan zal dat waarschijnlijk wel een positief en permanent effect hebben op de groei.

Het probleem dat we vandaag kennen is dat er te weinig wordt geïnvesteerd, zowel door de privé als door de overheid. Vandaar dat de groei op een laag pitje blijft. Willen we die opkrikken, dan moet er meer worden geïnvesteerd. Vermits de privésector het onvoldoende doet, moet de overheid een tandje bijsteken. Als ze dat doet, en investeringsprojecten selecteert die een hoge maatschappelijke return hebben, dan zal de groei toenemen.

Hoe de overheid die investeringen moet financieren, hangt af van de financiële mogelijkheden. Vandaag zijn die buitengewoon interessant. De overheid kan op lange termijn lenen tegen historisch lage rentevoeten: op 10 jaar tegen 0,8 procent, op 15 jaar tegen 1 procent en op 25 jaar tegen 1,9 procent. Daar besluit ik uit dat ze de kans moet grijpen om publieke investeringen die een veelvoud van 1 en 1,9 procent zullen opbrengen te financieren door de uitgifte van langetermijnobligaties.

Ik verkoop hier geen dogma. Er zijn momenten wanneer obligatie-uitgifte niet aangewezen is. Maar vandaag is dat zeker niet het geval. Het is nog nooit zo goedkoop geweest.

Mijn pleidooi voor overheidsinvesteringen gefinancierd door obligatie-uitgifte is geen pleidooi voor een ongebreidelde toename van de schuld. Vandaag bedragen de overheidsinvesteringen in België 1,6 procent van het bbp. Mijn pleidooi is dat op te trekken tot 3. Dat zou de schuld doen stijgen met 1,4 procent van het bbp. Geen apocalyps dus. Integendeel, zoals het IMF het onlangs aantoonde: goed gekozen publieke investeringen hebben een groot multiplicatoreffect op het bbp, en doen het sneller stijgen dan de schuld. Het gevolg is dat in de toekomt de schuldratio (de verhouding overheidsschuld tot het bbp) kan gaan dalen. De paradox van schuld vandaag die de last van de schuld morgen verlicht.