Direct naar artikelinhoud

Het ACW doet me denken aan mezelf

'Optimalisatietje om bestwil', of 'Gij zult niet fiscaal optimaliseren'?

Na grondig onderzoek heeft de Bijzondere Belasting-inspectie het ACW vrijgeproken van fraude, schriftvervalsing en belangenvermenging. De beschuldigingen van N-VA kamerlid Peter Dedekker en co houden geen stand. Wel is uit de hele affaire gebleken dat het ACW zich bedient van de mogelijkheden die er zijn om binnen het bestaande juridische kader zo economisch mogelijk met de middelen en belastingen om te springen. Op die manier zondigt het ACW mogelijk tegen de eigen morele uitgangspunten.

De discussie doet denken aan begin 2012, toen ABVV topman Rudy De Leeuw ervan beschuldigd werd gebruik te maken van de door hem verfoeide notionele intrestaftrek. Maar ook aan moraalfilosoof Jaap Kruithof die GAIA steunde maar zelf toch vlees bleef eten, en aan mezelf en mijn collega's op de universiteit die vinden dat onze ecologische voetafdruk naar beneden moet, maar de wereld rond blijven vliegen zolang er hierover geen dwingende richtlijnen zijn. Vaak is de redenering dat individueel gedrag de wereld niet zal veranderen. Aan een naïef idealistische druppel op een hete plaat heeft niemand iets, dus laat ons inzetten op structurele veranderingen die wel impact hebben.

Het ACW-dossier is op dat punt natuurlijk nog complexer. Het ACW kan inbrengen dat het de fiscale spitstechnologie niet gebruikt uit eigenbelang, maar om meer middelen en macht te hebben om de eigen principes te verdedigen. En dus zijn de principes op langere termijn misschien beter gediend door ze op korte termijn zelf even aan de laars te lappen. Een deontologische moraal botst hier met een gevolgenmoraal. Vanuit dit laatste perspectief kan het doel de middelen heiligen. Een deontologische moraal daarentegen insisteert op het volgen van morele principes, wat ook de gevolgen zullen zijn. Eenvoudig voorbeeld: de deontologische moraal gaat uit van "gij zult niet liegen", terwijl de gevolgenmoraal ruimte maakt voor het "leugentje om bestwil". Vervang liegen door fiscale optimalisering, en we zitten bij het ACW.

Oxfam

Elke organisatie die de idealistische fase van wereldverbeteren ontgroeit, kampt met deze kwestie. Ik herinner me nog een discussie binnen OXFAM of het wel een goed idee was om de fairtrade-producten ook in de reguliere warenhuizen aan te bieden. "We gaan het consumentistische spel toch niet meespelen? We willen dat mensen de producten bewust en met de juiste overtuiging kopen", zei de deontologische idealist. "Ons doel is om zoveel mogelijk eerlijke producten te verkopen. Dan is het toch nonsens om dat alleen in de wereldwinkel(tje)s te doen?", zei de realistische consequentialist. Ik kan me voorstellen dat er ook in heel wat dossiers binnen het ACW gelijkaardige discussies hebben plaatsgevonden. Het is en blijft een moeilijke afweging.

Het ACW komt er in dit dossier met de schrik vanaf. De bezwarende elementen in het eindoordeel van de bijzondere belastinginspectie hoeven op het eerste gezicht de morele integriteit van het ACW niet verder aan te tasten. Mogelijk handelde men ter goede trouw door er net als vroeger van uit te gaan dat de cvba Sociaal Engagement fiscaal gezien onder het vennootschapsstelsel zou vallen. Deze onwetendheid kost het ACW 9,5 miljoen, maar de perceptie maakt dat de hele zaak enorme kosten met zich meebrengt inzake imago en geloofwaardigheid.

Je zou hopen dat iedereen na deze affaire zijn lesje geleerd heeft. Maar de werkelijkheid is minder fraai. De N-VA, die de valse beschuldigingen geuit, gemediatiseerd en gepolitiseerd heeft blijft triomferen; zij die vrijgesproken zijn bijten in het zand.