Direct naar artikelinhoud

De klim naar de climax

Coldplay is een gezelschap dat tussen de fans staat, in plaats van erboven

Coldplay sluit Europese tournee af in Antwerps Sportpaleis HHHH

Brussel l Sinds Coldplay acht jaar geleden voor het eerst van zich deed spreken, heeft de Britse groep zich opgewerkt tot de U2 van haar generatie. De band is niet vies van engagement, telt met zanger Chris Martin een charismatische frontman, én scoort hits zoals een goeie spits doelpunten. Ook live staat de opwinding centraal, en in een al maanden uitverkocht Sportpaleis bewees het viertal dat je het zowaar tot een stadionband kan schoppen zonder je eigenheid te verliezen.

DOOR BART STEENHAUT

Ze zijn op één hand te tellen, de groepen die letterlijk elke generatie aanspreken en songs schrijven waarvan je al bij de eerste beluistering voelt dat het classics zullen worden. Coldplay - vier muzikanten die eruit zien alsof ze bij je om de hoek wonen - schudt dat soort nummers uit de mouw als waren het azen tijdens een spelletje poker. Toen de groep halverwege het optreden in Antwerpen het nieuwe 'Viva la Vida' inzette, zinderde er een soort magie door de zaal die je létterlijk tot op de laatste rij van het bovenste balkon kon voelen. Het geluid was groots en majestueus, het strakke tempo wakkerde de dramatiek aan, en het refrein was er één waarbij de krop je letterlijk in de keel kroop. Het was één van die nummers die je gemoed naar een hoger niveau tilde, en zelfs de schuchterste fans konden niet aan de verleiding weerstaan om mee te zingen.

Een uur eerder was de set in het pikdonker begonnen met 'Life in Technicolor', een instrumentaal nummer dat al bij de eerste noot de klim naar een climax inzette. Het was het begin van een indrukwekkende set waarbij de nieuwe cd vrijwel integraal op het programma stond. Bij de meeste concerten zijn de nieuwe songs het teken om snel even naar de bar te hollen, maar niet bij Coldplay. 'Lovers in Japan', het in donkere weemoed gewikkelde '42' en 'Strawberry Swing' waren geen singles maar klonken niettemin als wereldhits. En wat een luxe is het wanneer je je als jonge groep kan veroorloven om helemaal in het begin van het optreden haast achteloos één van je allergrootste hits - het onverslijtbare 'Clocks' - prijs te kunnen geven.

Chris Martin bestreek alle uithoeken van het podium, danste alsof hij op veren liep, en zocht via twee catwalks voortdurend het publiek op. Alleen zong hij daardoor in eerste instantie nogal slordig, waardoor vooral 'In My Place' minder krachtig klonk dan je gewend was. Aan dat euvel was evenwel snel verholpen. 'Fix You' - nog zo'n nummer waarbij de koude rillingen over je rug liepen - was van die aard dat het enorme Sportpaleis leek te krimpen tot een intieme huiskamer. Dat had niet alleen te maken met de smaakvolle, eerder sobere show waarbij een handvol lichtgevende bollen boven het publiek de hoofdrol vertolkten. Ook het feit dat de groep tot twee keer toe in het publiek ging spelen was daar niet vreemd aan. De eerste keer werden de technoversies van 'Talk' en 'God Put a Smile Upon Your Face' afgewisseld met het door Martin alleen aan de piano gespeelde 'The Hardest Part'. Nog later dook de groep - gewapend met akoestische gitaren - plots achteraan in de zaal op om er temidden van de verbouwereerde fans 'The Scientist' te spelen. Zelfs drummer Will Champion mocht er - getuige het folky 'Death Will Never Conquer' - zijn zangtalent illustreren. De grootste troef van de groep bleek niettemin Jonny Buckland, een gitarist die met zijn wijds, door echo omgeven geluid de songs nog melodieuzer maakte dan ze uit zichzelf al waren.

En net als je dacht dat de set erop zat - het als een explosieve hymne opgebouwde 'Death and All His Friends' was een apotheose die kon tellen - hield een keurig Nederlands sprekende Chris Martin bij wijze van primeur nog het gloednieuwe 'Glass of Water' boven de doopvont.

De song maakte - ook door toedoen van de uit The Strokes geplukte special guest Albert Hammond Jr. - een gespierde indruk, en gaf aan dat er tussen de songs die Viva la Vida níét gehaald hebben nog goud verborgen zat. Bovendien gaf de geste aan dat - in tijden dat de paranoia voor het lekken van nieuw materiaal bij mega-acts compleet is - Coldplay een band van het volk is gebleven. Een gezelschap dat tussen de fans staat, in plaats van erboven. En bovendien het hart op de juiste plaats draagt. Ook wat dat betreft is Coldplay een groep uit de duizend.