Direct naar artikelinhoud

Bedrijven met minstens één vrouw in het bestuur presteren beter

Meer dames moeten een zitje krijgen in het bestuur, bepleit eurocommissaris Viviane Reding. Een grootschalige studie beaamt: bedrijven met een vrouw in de raad presteren beter.

Maar waarom blijven ze dan in de minderheid? "Ik vrees dat sommigen te weinig netwerken", zegt Joëlle Starquit, zelf bestuurslid. "Talent is er genoeg."

"Kwatongen beweren weleens dat er gewoon geen vrouwen bestaan met voldoende capaciteiten om in een bestuursraad te zetelen", zegt Marie Evrard verontwaardigd. "Wel, wij bewijzen het tegendeel. Het talent is er."

Samen met vier vrouwelijke bondgenoten richtte de advocate Women on Board op, een vereniging die ambitieuze dames samenbrengt. "Zelf noemen we het een visvijver van vrouwelijk bestuurstalent", duidt Evrard. "Wij zijn niet zomaar een vrouwenkransje. Op onze bijeenkomsten hebben we het enkel over onze carrière, niet over de crèche."

Meer dan honderd leden telt Women on Board. Velen bekleden al een bestuursfunctie, anderen zitten te popelen. "Zij zijn bereid om te zetelen, en zijn er ook klaar voor. Maar ze hebben nog te weinig zichtbaarheid. Wij proberen headhunters te overtuigen rekening te houden met deze onderbelichte groep."

Quota of geen quota, daar spreekt Evrard zich liever niet over uit. "Ons doel is: meer vrouwen in de raden van bestuur krijgen. Punt. Want zij hebben een enorme toegevoegde waarde: ze luisteren beter, hebben meer organisatietalent, denken strategisch. Dat is voor beide partijen een win-winsituatie."

Klopt, zo blijkt uit grootschalig onderzoek van de Zwitserse denktank Credit Suisse Research Institute. Bedrijven met minstens één vrouw in het bestuur presteren beter dan ondernemingen waar enkel mannen aan de top staan. Vrouwen zouden iets voorzichtiger zijn. Minder financiële strapatsen dus.

"Ik beweer niet dat wij beter zijn dan mannen", zegt Joëlle Starquit, investmentmanager bij durfkapitaalspeler Sofindev en bestuurslid bij drie kmo's. "Iedereen heeft zijn troeven en zijn minpunten. Het is net de diversiteit die belangrijk is. Als vrouw kijken we met een andere bril naar dezelfde dingen, een aparte benadering die veel oplevert."

Starquit heeft het kmo-bloed in de aderen. Haar eerste bestuurszitje kwam er op haar achttiende, in het meubelbedrijf van haar ouders. Sindsdien bijt ze zich vast in haar mandaten en daar zijn geen quota voor nodig. "Ik ben er geen voorstander van. Maar ik merk dat het debat leeft, en dat is het belangrijkste. Dat kan verandering op gang brengen."

Op de grote omwenteling is het nog wachten, ziet ook Starquit. Het talent is er, maar de bestuurszitjes volgen niet altijd. Waarom? "Ik vrees dat vrouwen onvoldoende ervaring hebben met netwerken. Zo blijven ze onder de radar.

"Of misschien zijn sommige mannen er nog niet klaar voor? Want ook hardnekkige gewoontes zijn vaak een hindernis. Tien jaar geleden moest ik het nog ontgelden, tijdens een aanvaring met een oudere man. Hij liet me duidelijk verstaan dat hij het niet gewoon was om op zo'n topniveau met een vrouw te praten. Die man was niet bepaald opgezet met mijn stoel in de raad. Het heeft wat tijd gekost om onze samenwerking op punt te zetten, maar het is goed gekomen."

'Vrouwen luisteren beter, hebben meer organisatietalent, denken strategisch', aldus Marie Evrard