Direct naar artikelinhoud

Toetertest krijgt slechte punten

De test is niet alleen verouderd, hij is ook wetenschappelijke nonsens. ‘De toeters testen niet wat ze beweren te testen’, aldus Steven De Laet, pedagogisch adviseur bij het Onderwijs van Steden en Gemeenten (OVSG), ‘en wat ze wel testen is niet relevant.’

Januari en februari zijn in het merendeel van de kleuterscholen toetertesttijd: kinderen uit de derde kleuterklas moeten de twintig pagina’s tellende proef afleggen en vervolgens krijgen hun ouders het verdict of hun kind al dan niet klaar is voor het eerste leerjaar. De test zorgt jaar na jaar voor grote consternatie aan de schoolpoorten en op internetfora. “Hij scoorde 63/80. Ik voel me erg verdrietig. Ik zou gewoon willen dat hij normaal presteerde”, zucht een moeder op zappybaby.be. “Mijn dochter haalde 58/80”, schrijft een andere. “Nu wordt het buitengewoon onderwijs aangeraden. Als wij zien wat ze thuis allemaal kan, kunnen we ons dat niet voorstellen.”

“De test is midden jaren 80 ontworpen door het toenmalige PMS-centrum van Haacht”, legt De Laet uit. “De inhoud is onder meer gebaseerd op vragenlijsten uit 1957 die bedoeld waren voor kinderen uit het basisonderwijs. De proef werd uitgetest op 219 leerlingen uit Haacht en 89 leerlingen uit ‘het zuiden van Antwerpen’. Dat is het. Er werd geen rekening gehouden met stedelijk context, sociale achtergrond of wat dan ook. Maar de blaadjes zijn makkelijk te kopiëren en bieden kleuterleidster een houvast en dus zijn ze wijd verspreid geraakt.”

In 2003 werden de vragen nog eens aangepast en kwam er een tweede onderzoek, maar ook dat was volgens De Laet weinig representatief. Wat wel blijkt is dat de voorspellende kwaliteit, althans in positieve zin, hoog is. “Wie het goed doet op de toeters doet het inderdaad ook vaak goed in het eerste leerjaar”, zegt De Laet, “maar omgekeerd kun je geen conclusies trekken: wie laag scoort, doet het niet per se slecht.”

“We hebben een analyse gemaakt van de onderdelen en de oefeningen testen niet wat ze zeggen te testen”, gaat hij verder. “In de handleiding bij de test staat zelfs letterlijk ‘dat het niet de bedoeling is om uitspraken te doenover het functioneren in het eerste leerjaar. Maar veel scholen hebben die handleiding niet eens. De toeters beweren zaken als luistervaardigheid of motoriek te testen, maar ondertussen is al gebleken dat vooral andere vaardigheden zoals chronologisch bewustzijn, of benoemsnelheid belangrijk zijn.”

Nog geen alternatief

De Laet probeert nu de scholen in zijn net de toetertest af te raden. “Als wij met onze visie komen, is dat een schok. Scholen geloofden rotsvast in de test en plots voelt het alsof we de poten onder hun stoel uitzagen. We hebben ook nog niet echt een alternatief, maar elke kleuterleidster volgt haar kleuters op de voet. Zo’n analyse zegt veel meer dan welke momentopname dan ook.”

Om hun stelling kracht bij te zetten is er nu een brochure en het prentenboek ‘Doos met een geheim’ dat zowel ouders als scholen moet aanzetten om anders om te gaan met de overgang naar het eerste leerjaar.

Ook de andere netten zijn niet langer voorstander. “Wij raden de toeters zeker niet meer aan”, zegt Marc Van den Brande van het katholieke net. “De test heeft als uitgangspunt wat kinderen niet kunnen en dat is niet meer van deze tijd.”

“De proef is niet correct”, zegt ook Ann Van Driessche van het GO. “Voor sommige vragen is het abstractieniveau van een zeven- of achtjarige nodig, andere zijn verwarrend. Er is overleg geweest op netoverschrijdend niveau en we proberen de test nu zoveel mogelijk af te raden of scholen in ieder geval te laten bekijken wat ze er precies mee willen bereiken. De uiteindelijke beslissing om de toeters al dan niet af te nemen, ligt wel nog steeds bij de school.”