Direct naar artikelinhoud

Het meesterplan van Roland Duchâtelet

Als een soort mini-Abramovitsj is Roland Duchâtelet (67) bezig aan een veroveringstocht in het Europese voetbal. Zowat iedereen kijkt het met verbazing aan: wat is de Limburgse multimiljonair en voorzitter van de beursgenoteerde microchipfabrikant Melexis van plan? 'Dit is niet de laatste club die hij koopt.'

AD Alcorcón? Geen kat die er al ooit van gehoord had in België. Zestiende in de Spaanse tweede klasse, amper drie plaatsen boven de degradatiezone, en een stadion van nog geen 6.000 toeschouwers. Toch stond de Madrileense ploeg al langer op het verlanglijstje van Roland Duchâtelet, die zich eerder inkocht bij STVV, Standard, het Hongaarse Ujpest, de Duitse vierdeklasser Carl Zeiss Jena en het Londense Charlton Athletic.

"AD Alcorcón is een beetje de vreemde eend in de bijt, omdat het geen echte traditieclub is zoals de andere ploegen", zegt sporteconoom Trudo Dejonghe. "Maar voor het overige klopt het plaatje natuurlijk wél: het is een club die virtueel failliet of op zijn minst noodlijdend is en die hij voor een appel en een ei kan kopen, zoals zijn andere clubs. Hij investeert om ze beter te laten presteren, om ze daarna met winst te verkopen. In Carl Zeiss Jena en Charlton investeert hij samen 20 miljoen euro. Voor iemand van het kaliber van Duchâtelet, wiens vermogen geschat wordt op 500 tot 750 miljoen euro, stelt dat relatief weinig voor."

"Duchâtelet is een cijferaar. Een zakenman die kijkt naar buitenkansen. Hij doet niets als hij er geen goeie return on investment kan uit krijgen", beaamt Jos Verschueren, directeur sportmanagement aan de VUB. "Hij weet heel goed waar hij mee bezig is. Hij bekijkt het voetbal als een industrie én als een investering. Hij heeft weinig of geen voetbalkennis, dat klopt, maar dat is ook niet nodig. Hij investeert in clubs en structuren, niet in spelers. En dat is rendabeler dan het op een spaarrekening te laten staan.

"Zie wat hij gedaan heeft bij Standard: hij kocht de club voor 41 miljoen en haalde er na amper een jaar al 20 miljoen uit. Als hij de club verkoopt, zoals hij van plan is, zal hij er goed aan verdiend hebben. Zeker als ze volgend jaar ook nog eens Champions League spelen."

Vastgoedontwikkeling

Als extraatje zijn er zowel bij Standard als bij Charlton kansen voor vastgoedontwikkeling. Duchâtelet deed het eerder bij Sint-Truiden, waar hij via de NV Stayen een nieuw stadion bouwde. Hij is nu ook bezig met de ontwikkeling van grond rond Sclessin, de thuisbasis van Standard, en heeft met Charlton een club die in een interessante buurt in Londen ligt. Mogelijk heeft hij ook plannen in die richting bij Alcorcón, een groeiende voorstad van Madrid.

Duchâtelet zelf laat niet in zijn kaarten kijken. Gisteren was hij niet bereikbaar voor commentaar, maar in De Tijd zei hij enkele maanden geleden het volgende over zijn aankopen: "Zie het als een netwerk van clubs. In België werken we ook nog samen met AFC Tubeke en FC Brussels. En in Nederland wisselen we spelers uit met Fortuna Sittard en Roda JC, omdat die vlak bij Luik liggen. Het is een samenwerkingsmodel dat erop gericht is jonge spelers zo goed mogelijk op te leiden en kansen te geven om door te groeien."

Al is er meer aan de hand. In een Duitse krant liet hij naar aanleiding van de aankoop van Carl Zeiss Jena optekenen dat hij het geld dat via makelaars wegvloeit binnen het voetbal wil houden. Zo kan hij de clubs rendabel houden, meent Duchâtelet. In ieder geval is er tussen Standard, Ujpest, STVV en sinds kort ook Charlton Athletic, dat de Zweedse middenvelder Ajdarevic tot het eind van het seizoen van Standard overneemt, een spelerscarrousel op gang gekomen. Zonder dat makelaars er grof geld aan verdienen. "De volgende logische stap is dat er iemand van de familie Duchâtelet makelaar wordt", aldus Dejonghe.

Toch speelt er nog iets anders, zegt de sporteconoom. Een club kopen is volgens hem ook een schreeuw om aandacht. "Duchâtelet wil sociale aanvaarding. Net als Bart Verhaeghe is hij een eerste-generatie-rijke. Hij heeft het gemaakt als ondernemer, zwemt in het geld, maar snakt naar erkenning. Hij wil zijn financiële en economische status sociaal bevestigd zien. Erbij horen. Sport is een van de makkelijkste manieren om dat voor elkaar te krijgen. Voetbal heeft het bijkomende voordeel dat er veel aandacht voor is in de pers. Telkens Duchâtelet een aankoop doet, verschijnt er iets over in de media. Als hij ergens voor evenveel geld een bedrijf overkoopt in het buitenland gebeurt dat niet."

Fiscus afhouden

Ook de Limburgse ondernemer Mario Fleurinck kijkt naar eigen zeggen gefascineerd naar de koopwoede van Duchâtelet. Hij geeft nog een andere mogelijke verklaring. "De grote kapitalen in België zijn aan het decentraliseren. Kijk naar de familie Saverys, of KBC dat zijn obligatieportefeuille in België aan het afbouwen is. Ze hebben vragen bij België. Het land is financieel niet stabiel genoeg. Als je een groot kapitaal hebt, is het sowieso beter je risico te spreiden en naar het buitenland te gaan. Ik zou dat ook doen. Bovendien plaatst Duchâtelet zijn geld in landen waar de fiscus er niet aan kan."

Trudo Dejonghe: "Een netwerk geeft de mogelijkheid om spelers van de ene naar de andere club te versjacheren. De winsten worden dan gerepatrieerd naar landen waar de fiscus geen vat op heeft."

Eén ding staat vast, zeggen zowel Dejonghe als Verschueren: Alcorcón is niet de laatste aankoop van Duchâtelet geweest. "Ik zie hem nog wel een club in Frankrijk of Portugal kopen. Saint-Etienne of Guimaraes, bijvoorbeeld", zegt Verschueren. "Er zijn nog wel meer clubs die beantwoorden aan het profiel van voetbalclubs waar hij in geïnteresseerd is. En met name Portugal en Frankrijk zijn interessante competities op vlak van televisiegelden."