Direct naar artikelinhoud

Gebrekkig volmaakt

Echte liefde is onvolmaakt en toch totaal. Zo zou je de visie van de Duitse filosoof Max Scheler kunnen samenvatten, die het in vele van zijn werken over liefde heeft, maar die haar nooit in een welomlijnde definitie wist te vatten. De liefde is nu eenmaal ongrijpbaar.

Na lezing van Eric-Emmanuel Schmitts Petits crimes conjugaux moet je Scheler wel gelijk geven. Schmitt is een merkwaardig fenomeen in het land der letteren, omdat hij met een even groot gemak intellectuele kitsch als literaire parels voort weet te brengen. In Mijn leven met Mozart komt de schrijver zo hemeltergend zelfvoldaan voor de dag dat je van de weeromstuit een maand geen Mozart meer kan horen. Of alleszins toch een dag of twee. Het is haast onbegrijpelijk dat zo'n werk uit dezelfde pen is gevloeid als het ontroerende Oscar en oma Rozerood, waarin de schrijver op verbluffende wijze in de stem van een kind met kanker kruipt. De onschuld, de eenvoud van een stervend kind. Geen mens met een hart die het daarbij droog houdt.

Van een heel andere orde, maar niet minder fijnzinnig, is Petits crimes conjugaux. In dit toneelstuk krijgt een koppel de kans om hun relatie als het ware te resetten en opnieuw te beginnen. Zoals zovele relaties is ook die van de twee hoofdpersonages, Gilles en Lisa, spaak gelopen omdat de partners uit elkaar lijken gegroeid. Een slepend en vaak sluimerend proces waarin zich verraad, ontgoocheling en soms zelfs afschuw en afkeer opstapelen. Maar desondanks is er ook nog ergens die liefde, hoestend onder het puin, bedolven onder alle negatieve emoties, onder het stof van de dagelijkse sleur en het gruis van elke woordenwisseling, opgekropte frustratie en snijdende stilte.

Het gebeurt niet vaak dat partners de kans krijgen om elkaar na enkele moeilijke jaren opnieuw te ontdekken, om de liefde terug op te graven. En vaak is dat heel jammer. Iedereen kent wel meer dan één koppel dat uiteengaat en waarvan je denkt: ze leken nochtans zo goed bij elkaar te passen. Of hoe vaak hoor je niet dat mensen uiteengaan en zelf zeggen dat ze toch nog van elkaar houden, maar dat het gewoon niet meer lukt?

Het is moeilijk om voor een verloren gewaande liefde te vechten, al loont het soms de moeite. Dat geeft te denken, in deze tijden van relatieshoppen en -hoppen en seriële monogamie. De huidige sociale omgangsvormen zijn op vele vlakken heel anders dan vroeger. Maar beweren dat we nu slechter af zijn dan vroeger, is nogal kort door de bocht. Er is net zo weinig grond om het verleden te verheerlijken als om het heden te vervloeken. Menselijke relaties zijn altijd moeilijk geweest en zullen dat ook altijd blijven.

Dat Gilles en Lisa uiteindelijk samen verder kunnen gaan, is dankzij het feit dat Gilles plots aan geheugenverlies lijdt. Hij weet niet meer wie hij zelf is of wie Lisa is. Bijgevolg moeten ze elkaar letterlijk opnieuw leren kennen. Of zo lijkt het althans, want door het stuk heen wordt duidelijk dat Gilles zijn geheugenverlies geveinsd heeft. Hij heeft de kans op hernieuwing niet gekregen, maar zelf gevormd. Mensen fantaseren liever over hun vrijheid, dan er gebruik van te maken, zegt Gilles op een gegeven moment. En een vrijheid die onbenut blijft, droogt uit. Gilles grijpt zijn vrijheid en blaast de liefde nieuw leven in. Nadat hij bij een zoveelste echtelijke schermutseling een slag had gekregen en een lelijke val had gemaakt, doet hij alsof hij alles vergeten is. Een dieptepunt dat een nieuwe start blijkt. De zwarte bladzijden omslaan. Tabula rasa. Iets waar ongetwijfeld veel mensen weleens op hopen, maar dat in de werkelijkheid ondenkbaarder is dan op de bühne of in de literatuur. We vergeten zo moeilijk en vergeven nog minder.

Toch biedt Petits crimes conjugaux, met zijn voortreffelijke toonzetting en op punt gestelde dialogen, een scherpe blik op het wezen van de liefde. De liefde die altijd even moeilijk als mooi is. Die zelfs als ze onzichtbaar is, nooit helemaal verdwijnt. Door Gilles' en Lisa's afstandelijke, aftastende en soms verwijtende toon heen hoor je toch steeds de oude liefde spreken die aan een tweede jeugd kan beginnen. Die tweeslachtigheid zit in elk gesproken woord. En ook in elk woord dat ongezegd blijft. Gebrekkig volmaakt en volmaakt gebrekkig. Dat is echte liefde. De liefde dankzij en ondanks alles.

Alicja Gescinska is filosofe (UGent) en auteur van De verovering van de vrijheid. Tweewekelijks exploreert ze een filosofische gedachte aan de hand van wat ze leest.