Saoedi-Arabië voert jacht op heksen op
Amnesty International heeft scherpe kritiek geuit op de executie in Saoedi-Arabië van een vrouw die was veroordeeld voor hekserij. Riyad heeft de afgelopen jaren onder druk van conservatieve geestelijken de strijd tegen gebedsgenezers en waarzeggers flink opgevoerd.
Amina bint Halim bin Salem Nasser, zo heette de vrouw die maandag werd onthoofd in de noordelijke provincie Jawf. Ze had hekserij bedreven, zo stelde het Saoedische ministerie van Binnenlandse Zaken in een mededeling zonder verdere details te geven over de executie. Volgens de krant Al Hayat, met zetel in Londen, zou het gaan om een vrouw van in de zestig die mensen had kunnen verleiden haar geld te geven onder het mom van het genezen van hun ziekte. Nasser zou in april 2009 zijn gearresteerd.
"De onthoofding van een vrouw schokt diep en benadrukt de dringende nood aan een executiestop in Saoedi-Arabië", zei Amnesty International als reactie op de terechtstelling van Nasser. Het aantal executies is dit jaar verdrievoudigd. Tot dusver werden 79 personen terechtgesteld terwijl dat in 2010 nog 27 waren. "We kennen de details niet van de daden die geleid hebben tot de beschuldiging van Amina, maar hekserij is een beschuldiging die in Saoedi-Arabië vaak gebruikt wordt om mensen te straffen, vaak na oneerlijke processen, voor het uitoefenen van hun recht op vrijheid van meningsuiting of godsdienst."
Het is de tweede keer in enkele maanden tijd dat iemand in Saoedi-Arabië wordt geëxecuteerd vanwege hekserij. In september werd een Soedanese man onthoofd in de stad Medina. Hij zou bekend hebben na foltering en werd berecht zonder advocaat.
Horoscopen
De afgelopen jaren heeft Saoedi-Arabië de strijd tegen hekserij opgevoerd. De definitie daarvoor is erg vaag. In ieder geval vallen waarzeggerij en horoscopen daaronder. Doorgaans werd de praktijk in het verleden niet bestraft met de doodstraf, maar sinds enkele jaren voeren conservatieve geestelijken de druk op om de zwaarste straffen uit te spreken tegen toekomstvoorspellers en gebedsgenezers. Deze zijn, aldus de geestelijken, een bedreiging voor de islam. In Saoedi-Arabië is het wahabisme, de meest fundamentalistische vorm van de islam, de staatsgodsdienst.
Behalve Amnesty heeft ook Human Rights Watch in het verleden herhaaldelijk scherp geprotesteerd tegen de executies van 'heksen'. "Saoedische rechtbanken staan de religieuze politie letterlijk toe dat ze een heksenjacht uitvoeren", aldus de mensenrechtenorganisatie.
Vorig jaar nog kreeg een Libanese man de doodstraf na beschuldigd geweest te zijn van hekserij. Ali Hussain Sibat, een vader van vijf, was in Libanon presentator van een populaire tv-show waar hij vanuit zijn woning in Beiroet voorspellingen deed. De show is een beetje vergelijkbaar met de programma's waarin waarzeggers de toekomst voorspellen op Belgische commerciële zenders. Sibats show werd uitgezonden via een Arabische satellietzender. Toen Sibat op bedevaart trok naar Mekka, werd hij daar opgemerkt door de beruchte religieuze politie en opgepakt en ter dood veroordeeld. De man werd uiteindelijk niet geëxecuteerd nadat het Saoedische Hooggerechtshof, na een storm van protest in de media en van mensenrechtengroeperingen, besliste dat hij niemand kwaad had gedaan.
In 2007 werd in het koninkrijk Mustafa Ibrahim, een Egyptenaar, onthoofd omdat hij met toverformules een getrouwd koppel zou hebben trachten te scheiden. In 2006 werd een ongeletterde Saoedische vrouw, een zekere Fawza Falih, veroordeeld voor hekserij. Een man beschuldigde haar ervan een betovering te hebben uitgesproken die impotentie veroorzaakte bij hem. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat ze werd geslagen en gedwongen een vingerafdruk te zetten onder een geschreven bekentenis die ze niet kon lezen. In beroep werd de straf bevestigd. Falih overleed in 2010 in de gevangenis. Gestikt in haar eten, zeiden de autoriteiten die haar dood pas een jaar later, in april 2011, bekend maakten.
In 2006 werd ook de Eritreeër Muhammad Burhan veroordeeld omdat hij volgens de aanklager een talisman had in de vorm van een boek. Het ging om een boekje waarin Burhan had geschreven in het Tigrinya-alfabet, dat gebruikt wordt in Eritrea. Zwarte magie, oordeelde de rechtbank. Hij werd veroordeeld tot twintig maanden cel en driehonderd zweepslagen. De man kwam pas vrij nadat hij het dubbele van zijn straf had uitgezeten.