De erkenning moet onderdak krijgen in een wetsontwerp nationale solidariteit, waar minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open VLD) en minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) aan werken. Ze willen de slachtoffers van de aanslagen van 22 maart het ‘statuut van nationale erkenning’ geven en op die manier respect tonen.

De wet is eerder aangekondigd door de federale regering, maar krijgt nu in de beleidsnota’s van de ministers concreet vorm. Het statuut van nationale erkenning geeft de slachtoffers van de terroristische aanslagen afhankelijk van het geval recht op een uitkering, het zogeheten herstelpensioen.

Bovendien krijgen ze recht op de volledige terugbetaling van medische kosten, die het gevolg zijn van de aanslagen, voor zover die al niet is gegarandeerd door verzekeringen, ziekenfondsen of het fonds voor slachtoffers van gewelddaden. Ze krijgen ook een slachtofferkaart met bepaalde voordelen, zoals gratis openbaar vervoer.

Een vergelijkbaar statuut, dat zou gelden voor iedereen die getraumatiseerd is door de aanslagen in Brussel, bestaat al voor de burgers die als invalide uit de Tweede Wereldoorlog zijn gekomen, of die bijvoorbeeld wegens werkweigering of dwangarbeid schade opliepen.

Het aantal Belgen dat daarop recht heeft, sterft stilaan uit, zodat er ruimte ontstaat voor een vergoeding voor terreurslachtoffers. Niet toevallig wordt de directie-generaal Oorlogsslachtoffers, die vandaag verantwoordelijk is voor de uitbetalingen aan de oorlogsslachtoffers, belast met de aanvragen van terreurslachtoffers.