Direct naar artikelinhoud

gezondheid l tussenstand van de discussie over de link tussen mobiel bellen en kanker

Vooral organen die worden gebruikt bij het bellen, zoals oren en hersenen, zouden gevaar lopen

De gevaren van de gsm: onzin of onheil?

In de wetenschappelijke wereld zijn ze het grondig oneens over de effecten van gsm's op de ontwikkeling van kankergezwellen. Om de zoveel weken verschijnt er een nieuwe studie die het tegendeel of het tegendeel van het tegendeel bewijst. Wij zetten de feiten voor u op een rijtje. Wat is wel en wat is niet geweten? Is er reden tot paniek en is er een alternatief? Tina De Gendt

Elke vorm van straling heeft een invloed op ons lichaam, zelfs die van de zon. Onderzoek naar de straling van gsm's wijst vooral in de richting van beschadigingen aan de organen die men gebruikt bij het bellen, zoals de oren en de hersenen. Een ongevaarlijke en zeer zeldzame vorm van kanker, bekend als het akoestisch neuroom, zou volgens een studie uit oktober 2004 bijna drie keer meer voorkomen bij gsm-gebruikers. De onderzoekers aan het Zweedse Karolinska Instituut stelden vast dat het kankergezwel zich bijna altijd ontwikkelde aan de kant van de hersenen waar de telefoon wordt gehouden. Oncologen van de universiteit van Stanford kwamen tot dezelfde bevinding.

Ook de ontwikkeling van ernstigere hersentumoren zou positief worden beïnvloed door het gebruik van mobiele telefoontoestellen. Lennart Hardell van de Orebro-universiteit in Zweden vergeleek in 2001 1.600 mensen die een hersentumor overleefden met 1.600 gezonde mensen. Hij ontdekte dat de personen die meer dan vijf jaar lang een gsm gebruikten 26 procent meer kans hadden op een hersentumor dan degenen die dat niet deden.

Veelvuldig gebruik van de gsm zou niet alleen kanker veroorzaken, het zou bovendien leiden tot permanente oogproblemen. Die waarschuwing werd in augustus dit jaar de wereld ingestuurd door een groep vorsers van het Israëlische Instituut voor Technologie, die het effect van de temperatuurstijging door gsm-gebruik testten op kalveren. De ooglenzen van de dieren vertoonden na twee weken bijna allemaal een bobbeltje dat sterke overeenkomsten vertoont met de eerste fase van de ernstige oogaandoening.

Over de kwaliteit van het onderzoek dat een verband aantoont, wordt in de wetenschappelijke wereld heftig gediscussieerd. Vooral het feit dat veel van de experimenten op dieren werden gedaan, lokt nogal wat kritiek uit.

Zo werd in 2002 een Australische studie, die een verband had aangetoond tussen afwijkingen in de lymfeklieren en blootstelling aan radiostralen van gsm's, afgeschoten omdat ze uitgevoerd was op muizen. Het argument dat vaak gehoord wordt van sceptici is immers dat de radiostraling die wordt vrijgegeven door mobiele telefoons veel te klein is om een meetbare invloed op mensen te hebben.

Bovendien dateren de meeste onderzoeken die een verband met hersentumoren aantonen van het einde van de jaren negentig, toen gsm's nog beduidend meer straling afgaven dan nu. "De kleine gsm's zijn veel veiliger dan de eerste toestellen met antenne", meent professor Christopher Johansen van het Deens Kankerinstituut in Kopenhagen, die zelf een studie leidde waaruit bleek dat gsm's geen positief effect hebben op de ontwikkeling van kanker.

Ook aan de andere kant van de oceaan kwamen verschillende instituten tot die bevinding. Een van de studies, uitgevoerd door de Amerikaanse Gezondheidsorganisatie, kwam echter onder vuur te liggen toen bleek dat ze gesponsord werd door de mobieletelefoonindustrie. Het Britse Institute for Cancer Research, dat met de industrie niets te maken heeft, publiceerde in augustus dit jaar een studie waaruit bleek dat tien jaar gsm-gebruik geen verhoogde kans op hersentumoren oplevert.

'We willen een tweede asbestscenario vermijden'

Vandaag en morgen vindt in de Floreal Club in Blankenberge een symposium plaats waarop internationale onderzoekers hun bevindingen over het verband tussen mobiele telefonie en kanker zullen voorstellen. Uitsluitsel komt er wellicht niet, "maar we kunnen op zijn minst een duidelijker beeld scheppen van wat wel en niet geweten is", zegt de organisator, oncoloog Jaak Janssens, voorzitter van de Europese Vereniging ter Preventie van Kanker en hoogleraar aan het Limburgs Universitair Centrum.

"Ongeacht de uitkomst lijkt het mij zinnig de gevolgen van mobiele telefonie op de gezondheid grondig te onderzoeken om te vermijden dat ze ons over twintig jaar pijnlijk duidelijk worden, zoals met roken of asbest", meent professor Janssens. "In de jaren vijftig wist niemand hoe schadelijk die nieuwe grondstof kon zijn, maar nu wordt de rekening ons wel gepresenteerd. Dergelijke scenario's willen we met de gsm's vermijden door er vroeg bij te zijn."

Mochten de vermoedens dat gsm-gebruik tumoren stimuleert worden bevestigd, blijft de vraag wat men daartegen kan doen. De gsm is immers zo vergroeid met de maatschappij dat het moeilijk zal worden mensen ervan te overtuigen het medium niet te gebruiken. "Ze hebben echter op zijn minst het recht te weten welke risico's verbonden zijn aan het gebruik van mobiele telefonie."

www.ecpo.org