Direct naar artikelinhoud

Kippenvel vult de zaal, vanavond in Gent

Een filmfestival dat de vinger aan de pols wil houden, opent maar best met een titel die kwaliteit én lef uitstraalt. Dat zit wel goed op Film Fest Gent: D'Ardennen is een sterk en gedurfd debuut, van een cineast die meteen zijn eigen stem vindt.

Slow motion, onderwaterbeelden, een onherkenbare figuur die zich uit de voeten wil maken. D'Ardennen begint stijlvol en gedurfd: niet toevallig, want debuterend regisseur Robin Pront is duidelijk van plan om zijn stempel te drukken op de Vlaamse - en internationale - cinema. Donker en eigenzinnig, zonder pretentieus te worden.

Pronts virtuoze regie zit daar zeker voor iets tussen, maar de uitstekende cast verdient ook heel wat lof. Kevin Janssens was nooit beter als Kenny, de helft van een duo criminele broers, en de enige die moet opdraaien voor een foutgelopen overval. Terwijl hij vier jaar moet brommen, begint zijn broer Dave (een sterke Jeroen Perceval, die samen met Pront het scenario schreef) een stiekeme relatie met Kenny's vriendin Sylvie (Veerle Baetens). Wanneer hij vrijkomt, heeft Kenny het moeilijk om niet in oude gewoontes te vervallen. Zijn liefde voor Sylvie, maar ook zijn talent om de mensen rond hem in een spiraal van geweld mee te sleuren, steekt weer de kop op.

Pront schoeit zijn debuut op de leest van thrillerdrama's zoals Martin Scorsese en Sidney Lumet ze in de jaren 70 brachten, maar toch voelt D'Ardennen ook oer-Vlaams aan. Dat ligt niet alleen aan de dikke accenten en de randfiguren uit de Antwerpse banlieue, maar ook aan de eigen stem die de 28-jarige regisseur nu al heeft ontwikkeld.

De doordachte visuele keuzes staan nooit in de weg van de zorgvuldige karakterontwikkeling of de subtiele spanningsopbouw. Pront is iemand die poëzie ziet in een natgeregende voorruit en heel wat kan vertellen in de close-up van een autospiegel, maar die stilistische trucjes staan altijd ten dienste van de personages en hun tragische wandel naar hun ondergang, in het hartje van de Ardennen.

Visuele bravoure

Daar lijkt de film even vast te lopen en krijg je het gevoel dat Pront en Perceval hun verhaaltechnisch kruit al verschoten hebben. Gelukkig pakt D'Ardennen uit met een beklijvende climax, die de relatie tussen Kenny, Dave en Sylvie helemaal hertekent.

Kippenvel vult vanavond een hele zaal in Kinepolis Gent, waar D'Ardennen het 42ste filmfestival mag openen. Het is al even geleden dat Film Fest Gent met zo'n sterke prent kon openen: een film die België eens te meer op de kaart zet als een van de filmnaties van het moment, en die tegelijkertijd over de internationale uitstraling beschikt waarmee een ambitieuze cinemahoogmis als die in de Arteveldestad graag uitpakt.

D'Ardennen is knap, eigenzinnig en kruipt onder je huid. Het moet van Rundskop geleden zijn dat een jonge cineast met zoveel panache zijn entree maakt in de bioscoop. Net als Michaël Roskam vier jaar geleden vertelt Pront een beklijvend maar ontroerend verhaal over mensen die voor het ongeluk geboren zijn, en steekt het in een nauwsluitend pak van visuele bravoure.