Direct naar artikelinhoud

Tsjechov is dood, leve Tsjechov

De Tijd stelt nRus samen, Herbert Flack ontmoet De dame met het hondje en met Oom Wanja waagt nu ook De Roovers zich aan Anton Tsjechov. Meer dan een eeuw na zijn overlijden is de Russische theaterauteur geliefder dan ooit.

"Tsjechovs mensbeeld is heel gevat en hij is een echte filosoof. Vragen als 'wat is nu de zin van het leven?' of 'wat is geluk?' werkt hij uit door verschillende soorten mensen in eenzelfde ruimte samen te brengen, wat dan weer iets teweegbrengt. Het verhaal is daarbij maar een vehikel om bepaalde gedachten te formuleren." Theatercollectief De Roovers brengt vanaf vrijdag haar versie van Tsjechovs Oom Wanja, en actrice Sara De Bosschere is op dreef.

Tot plots Robbie Cleiren passeert en een lach ontvlamt. "Hij heeft zo'n knalgeel visserskostuum aan", lacht De Bosschere. "Heel Tsjechoviaans eigenlijk. Vol idealen en toch heel erg des mensen. Tijdens het maken van Oom Wanja werd ook duidelijk hoe herkenbaar Tsjechovs teksten wel zijn. Het gaat over je eigen leven, over 'wat is geslaagd zijn', over De Roovers: je kunt het op veel verschillende lagen zien."

Realiteit boven idealisme: niet alleen bij De Roovers het geval. Integendeel. Vorig jaar pakten Tom Lanoye en Ivo van Hove uit met De Russen!, een marathonvoorstelling waarbij Tsjechovs jeugdwerken Ivanov en Platonov werden ineengevlochten tot één groot verhaal. En het huidige Europese politieke toneel werd bekeken door de bril van de in 1904 overleden Rus.

Herbert Flack waagde zich begin dit jaar, samen met Patsy Van der Meeren, dan weer aan de novelle De dame met het hondje. En ook het gezelschap De Tijd heeft er net een intensieve Tsjechov-tour opzitten. Met nRus, een bundeling van de mooiste ontmoetingen uit het oeuvre van Tsjechov, als productie en een stapel lovende recensies als oogst.

Universeel

"Tsjechovs manier van kijken vind ik nog unieker dan zijn manier van schrijven", zegt Lucas Vandervost, artistiek leider van De Tijd. "Hij beschrijft mensen zonder een oordeel te vellen, en het wonderlijke is dat hij elk personage, zowel in zijn theaterstukken als in zijn kortverhalen, een mondigheid meegeeft waardoor ze openhartig en gul kunnen zijn zonder zichzelf te verraden. Die eigenschap vind ik bij weinig andere auteurs. Tsjechov is de eerste moderne theaterauteur van de twintigste eeuw, zeg maar."

Van De kersentuin over Drie zusters tot De meeuw: anno 2012 prijkt Tsjechov altijd wel ergens op de affiche. "Je hebt bij Tsjechov altijd het gevoel dat er heel veel niet gezegd wordt", zegt Vandervost. "Hij blijft prikkelen, en dat maakt Tsjechov universeel en los van elk tijdskader. De anekdotiek is van zijn tijd, men stapt nu eenmaal in een koets en niet een wagen, maar de manier waarop en de gestelde vragen of gepresenteerde angsten zijn zo onwaarschijnlijk van vandaag."

Getuige bijvoorbeeld ook volgende uitspraak van Meryl Streep, die in de zomer van 2001 in New York De meeuw vertolkte. "Een fundamentele ervaring", noemde Streep dat. "Tsjechov doet zijn personages vaag hoopvol verwachten, met de bijna-zekerheid dat er niets goeds staat aan te komen, en dat past perfect bij de tijdgeest."

Dat voelde, tien jaar na Streep, ook De Tijd aan den lijve. "Het publiek legde na het zien van nRus vaak verbanden met de huidige economische crisis", zegt Vandervost. "Dat is zijn sterkte: in welke tijd je Tsjechov ook speelt, het publiek kan altijd de link naar vandaag leggen, net omdat de schriftuur zoveel open laat."

Oom Wanja van De Roovers gaat op vrijdag 9 maart in première in de Monty in Antwerpen en toert nog tot 12 mei door Vlaanderen. www.deroovers.be

DE VIJF THEATERKLASSIEKERS VAN TSJECHOV

Naast dokter, denker en schrijver van kortverhalen, was Tsjechov (1860-1904) ook theaterauteur. Van stukken met wereldfaam, zoals:

Ivanov

(1887): na een aantal eenakters zoals Een zwanenzang debuteert Tsjechov in 1887 voluit op de planken, met dit drama over Nikolai Ivanov, smachtend naar zijn verloren glorie.

De meeuw

(1896): na de matige ontvangst van Ivanov en opvolger De bosgeest volgt met dit stuk het grote succes.

Oom Wanja

(1899): Tsjechovs koning van het zelfbeklag, met als centrale vraag: wat te doen met het leven nu?

De drie zusters

(1901): drie zussen verlangen met elke vezel van hun lichaam naar de stad, waar het echte leven te beleven valt. Maar elk sprankeltje hoop op een ander leven dooft uit.

De kersentuin

(1903): afgerond op zijn sterfbed. Tsjechov focust in De kersentuin sterk op het contrast tussen de verschillende bevolkingsgroepen.