Direct naar artikelinhoud

Wie in Brussel niet mondig is, krijgt geen goede zorg

De perinatale sterftecijfers in Brussel zijn schokkend, maar mijn ervaring als huisarts tempert de verbazing

Nergens in Europa is de perinatale sterfte zo hoog als in Brussel. Op 1.000 geboortes halen 2,7 kinderen hun eerste levensmaand niet. Verder zijn er op 1.000 geboortes 8,9 foetale sterfgevallen vanaf 22 weken zwangerschap. Zorgwekkend is dat deze cijfers de voorbije jaren met 36 procent zijn toegenomen. Brussel voert hiermee deze trieste Europese ranglijst aan.

Of deze cijfers mij als Brussels huisarts met vijftien jaar praktijkervaring verbazen?

Uiteraard! Wie zich in onze Europese hoofdstad, met de hoogst technologisch ontwikkelde gezondheidszorg ter wereld ter beschikking, niet door dergelijke cijfers laat choqueren moet zichzelf in vraag stellen. Ik houd nog steeds moedwillig de illusie hoog dat technisch hoogstaande diagnostische en therapeutische ontwikkelingen om fragiel leven te beschermen een verhoging van de perinatale levensverwachting als gevolg moeten hebben.

Terug naar de realiteit van elke dag. Fatima wordt in volle arbeid van haar zesde kind met 5 centimeter ontsluiting op de spoed terug naar huis gestuurd. Alle bevallingskamers liggen vol en de argumentatie dat haar weeën nog te zwak zijn moet een opnameweigering goedpraten. Wanhoop en stress op de terugweg naar huis doen haar bijna in de auto bevallen.

Na drie dagen materniteit zie ik pasgeboren baby Ali op mijn spreekuur. Hij heeft een abnormale ademhaling. De jonge, onwetende mama is niet ongerust want niemand op de materniteit sprak haar hierover aan. Op mijn aandringen toont een onderzoek een ernstige luchtwegafwijking met groot risico op wiegendood. Of de cijfers mij verbazen? Mijn dagelijkse ervaringen moeten jammer genoeg mijn verbazing temperen! Dergelijke medische tekortkomingen behoren niet meer tot de uitzonderingen.

Wie durft te beweren dat de toegang tot de gezondheidszorg ontoereikend is krijgt steevast als antwoord de dooddoener dat men overal in Brussel binnen de 5 minuten spoeddiensten kan bereiken en dat patiënten nergens acute zorgen geweigerd worden. Er wordt niet bijverteld dat mensen zonder geld of papieren soms al wat meer moeten aandringen wat betreft de dringendheid van hun probleem, of met een onterechte medische geruststelling de laan worden uitgestuurd.

Dit los van het feit dat bij het kwart armste gezinnen meer dan 1 op de 4 (27 procent) zelf al medische zorgen uitstelt.

Sneller in de privépraktijk

Ons goed geplande gezondheidszorgsysteem slibt dicht met geplande oppuntstellings- en opvolgconsulten. Urgenties zijn voor de overvolle spoed. Noodzakelijke consultaties moeten plaats maken voor internationale congressen. Als patiënt moet je tevreden zijn met een nieuwe afspraak anderhalve maand later. De optie voor een snellere bediening in het toenemend aantal privépraktijken, met bijpassend prijskaartje, wordt meer en meer aangeboden. Als huisarts moet ik mij geregeld kwaad maken om dringende afspraken alsnog te kunnen regelen. Je moet als Brusselaar verdomd mondig en bij de pinken zijn om buiten de spoeddiensten om een dokter te vinden die jouw probleem meteen ernstig neemt.

Je hoeft niet per se aan de rand van de maatschappij staan om geen toegang meer te vinden tot de juiste zorg op het juiste moment. Maar het verhoogt de kans wel: wie in Brussel niet de juiste taal spreekt, niet de juiste papieren heeft, of niet over de juiste informatie beschikt wordt nog makkelijker van het kastje naar de muur gestuurd.

Heeft perinatale sterfte ook niet alles te maken met sociale oorzaken? Slechte woonomstandigheden en kansarmoede verhogen het risico op zwangerschapscomplicaties en problemen na de bevalling. Studies tonen dit al jaren aan. Statistieken zeggen ons dat meer dan de helft van de kinderen in Brusselse probleemwijken in armoede geboren worden. Een makkelijk bereikbare en gratis preventieve zorg dicht bij de mensen kan gezondheidsproblemen tijdig opsporen en ernstige gevolgen voorkomen. Niemand spreekt mij tegen, alleen stel ik vast dat dit aanbod absoluut niet voldoet aan de noden, en er geen structurele initiatieven genomen worden om hieraan tegemoet te komen. Integendeel, ook bij de OCMW's wordt de buikriem aangehaald en verliezen meer en meer gezinnen hun recht op verhoogde medische terugbetaling met als argument dat hun kosten niet hoog genoeg zijn.

Consumptiegoed

Gezondheidszorg is consumptiewaar geworden op een vrije markt, waar je als consument toegang toe hebt naar eigen vermogen.

Ik betwijfel of men met onze gezondheidszorg nog de intentie koestert om de gezondheid van onze inwoners ter harte te nemen.

Zouden we niet wat meer bezorgd moeten zijn, in plaats van ons te beperken tot het organiseren van 'zorg' in een anonieme consultatie-agenda?