Direct naar artikelinhoud

Politieke moord schokt Tunesië

Duizenden Tunesiërs trokken de straat op om hun verontwaardiging te uiten over de moord op de linkse politicus Mohamed Brahmi. Het is de tweede moord op een oppositieleider in vijf maanden. Vakcentrale UGTT heeft voor vandaag een nationale staking uitgeroepen.

De 58-jarige Brahmi werd rond het middaguur doodgeschoten in zijn auto, bij zijn woning in Tunis. Zijn vrouw zag twee mannen wegrijden op een bromfiets. Volgens Tunesische media werd hij geraakt met kogels. Het tijdstip had symbolische lading: gisteren vierde Tunesië de Dag van de Republiek.

Brahmi was lid van de Assemblée Nationale, die werkt aan een nieuwe grondwet. Zijn kleine pan-Arabische partij was aangesloten bij het Volksfront, waartoe ook de in februari vermoorde partijleider Chokri Belaïd behoorde.

De moord op Belaïd deed Tunesië, dat niet gewend is aan dergelijk geweld, in een politieke crisis belanden. Bijna anderhalf miljoen mensen gingen de straat op en de door de gematigde islamistische partij Annahda geleide regering trad af. Ervoor in de plaats kwam een kabinet met een aanzienlijk aantal technocraten, een eis van de UGTT en de linkse oppositie, waaraan Annahda tegemoetkwam.

Volgens de autoriteiten zaten salafisten achter de moord op Belaïd. Ook gisteren ging de verdenking alom uit naar salafisten of andere extremistische moslims, maar concrete aanwijzingen zijn er niet.

Betogers in Tunis en andere steden richtten hun woede echter vooral op Annahda. In Sidi Bouzid, de zuidelijke stad waar in december 2010 de revolutie begon, werden twee kantoren van de partij in brand gestoken. Brahmi was erg populair in Sidi Bouzid. Dit voorjaar had hij er een weken durende hongerstaking gehouden om enkele gevangen activisten vrij te krijgen.

Annahda liet weten de "laffe en verachtelijke" moord op Brahmi te veroordelen en riep de autoriteiten op de daders met spoed op te sporen. Partijleider Rached Ghannouchi zei dat de moord was gepleegd om "het democratische proces in Tunesië te stoppen en het enige succesvolle model in de regio om zeep te helpen, na het geweld in Egypte, Syrië en Libië."

Salafisten

"Heel Tunesië is geschokt, de situatie is uiterst precair", zegt Messaoud Romdhani, vicevoorzitter van de Liga voor Mensenrechten, telefonisch vanuit Tunis. "De salafisten worden steeds actiever en de regering doet er niets tegen."

Niets wijst er volgens hem op dat Annahda achter de moord zat, maar wel acht hij de regeringspartij verantwoordelijk voor het klimaat waarin dit kon gebeuren. "Ze geven de salafisten alle ruimte."

Volgens Romdhani staat de regering nu niets anders te doen dan opnieuw plaats te maken voor een nieuw kabinet, dat geheel uit onafhankelijken moet bestaan. De oppositie dringt hier al langer op aan. "De overgangsperiode duurt te lang."

Hamma Hammami, een vooraanstaande partijgenoot van Brahmi, riep de Tunesische bevolking gisteren op tot een "vreedzame campagne van burgerlijke ongehoorzaamheid" om de regering tot aftreden te dwingen, zodat die plaats kan maken voor een 'regering van nationale redding'.