Direct naar artikelinhoud

Elio Di Rupo gooit de handdoek

Een moegestreden Elio Di Rupo heeft ‘diepbedroefd’, maar ook zichtbaar kwaad, de handdoek in de ring gegooid. Zodra de koning zijn ontslag als preformateur aanvaardt, wil Di Rupo zijn functie als PS-voorzitter weer opnemen. ‘Dit is onnoemelijk spijtig. We zaten zó dicht bij een akkoord, we hebben een unieke kans gemist om België positief te veranderen.’

Ultiem overleg struikelt over financiering Brussel, opdracht teruggegeven aan koning zonder akkoord

Zonder hen bij naam te noemen, haalde Di Rupo vlijmscherp uit naar N-VA en CD&V, de twee partijen ‘die het nieuwe, nochtans evenwichtige voorstel over B-H-V, de financiering van Brussel en de herziening van de financieringswet niet wilden aanvaarden’. Alle verworven akkoorden dreigen verloren te gaan, aldus nog de ontslagnemende preformateur.

“Of de N-VA zich te extremistisch gepositioneerd heeft?” Di Rupo glimlachte groen toen hem op het einde van de persconferentie die vraag gesteld werd. “Vraag het hen zelf. Mijn eigen gevoelens hou ik voor mezelf. (droog)Je ne serais pas très sympathique.”

De anders zo beheerste en plichtbewuste Elio Di Rupo kon zijn teleurstelling over de mislukking van zijn opdracht niet verbergen. Dat hij ook bijzonder boos was, bleek uit de combattieve verklaring die hij voorlas. Opvallend: eerst in het Frans, dan in het Nederlands. Tijdens zijn vorige persconferenties, telkens na een bezoek aan de koning, had hij altijd de omgekeerde volgorde gehanteerd. Om zijn goede wil aan te tonen, te bewijzen dat hij méér was dan het boegbeeld van de Franstaligen en ook voor de Vlamingen een gunstig compromis nastreefde. Deze keer niet: de gedoodverfde premier gaf met de sleutel van de Zestien ook (even?) zijn bereidwilligheid en zijn geduld terug.

“Ik heb”, stak hij van wal, “er bij de koning op aangedrongen om na diens consultatieronde ook daadwerkelijk ontheven te mogen worden van mijn opdracht.” De mislukking is definitief, ook al bleef en blijft Elio Di Rupo er naar eigen zeggen van overtuigd dat er een oplossing mogelijk was. Volgens hem waren alle voorwaarden voor een werkbaar akkoord vervuld. “Er is zeven weken lang hard en ernstig gewerkt. We hebben vooruitgang kunnen boeken op een indrukwekkend aantal domeinen. Zo lag er een pakket over te hevelen bevoegdheden op tafel voor meer dan 15 miljard euro en was er een oplossing voor B-H-V.”

“Er lag ook een principeakkoord op tafel over de responsabilisering van de regio’s en de herziening van de financieringswet. Voor Brussel en het hinterland lag er een oplossing op tafel. Alles bijeen de garantie voor een werkelijke verschuiving van het zwaartepunt van het beleid van de federale staat naar de deelstaten!”, vervolgde hij met klem. “Ik blijf ervan overtuigd dat de principes over de financiering concreet ingevuld zouden kunnen worden. Een werkgroep met deskundigen zou zich maandag al kunnen buigen over de nieuwe financieringswet. We hadden voor hen al een precieze werkkalender opgesteld.”

Ondanks zijn krachtinspanningen om de de uiteenlopende standpunten van de verschillende partijen te verzoenen, moest Di Rupo gisteren vaststellen dat er over de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde en de financiering van Brussel geen akkoord kon worden bereikt. Nochtans was zijn nieuwe voorstel “helemaal geen blanco cheque”, meende de ontslagnemende preformateur. “Het geld voor Brussel zou in een eerste fase worden geïnvesteerd in bepaalde domeinen zoals de mobiliteit. De rest zou worden besproken in het kader van de financieringswet.” Maar N-VA en CD&V wilden niet mee.

“We hebben hier een kans laten liggen om België positief te hervormen”, aldus Di Rupo. De Nederlandstaligen hebben bij de verkiezingen een duidelijke roep om meer autonomie laten horen. Misschien hebben de Franstaligen die boodschap in het verleden niet voldoende gehoord, maar deze keer hebben ze hem begrepen. Vandaag denk ik dat sommige Vlaamse partijen dezelfde fout maken, dat ze de gevoeligheden aan de andere zijde van de taalgrens niet begrijpen. Maar welke Franstalige beleidsverantwoordelijke zou een staatshervorming aanvaarden die een verarming inluidt van Brussel en Wallonië?!? Mijn opdracht is niet om koste wat kost tot een akkoord te komen, noch moet ik een een prestigieuze functie nastreven. Ik wil een oplossing, maar niet tot elke prijs.”

De voorbije zeven weken heeft de ontslagnemende preformateur naar eigen zeggen alles uit de kast gehaald om het onverzoenbare te verzoenen. Dat is niet gelukt. Zodra de koning hem ontslaat van zijn opdracht, wil hij weer aan de slag als PS-voorzitter om “constructief te blijven meewerken aan alle initiatieven die dit land uit de crisis kunnen helpen.”

Niet zonder enige pathos sloot hij zijn verklaring af. “Ik heb altijd de solidariteit tussen alle Belgen verdedigd en ik zal dat blijven doen”, klonk het. “Ik wil niet het einde van België en zal daarom de dialoog voortzetten. Want enkel via dialoog kunnen we onze instellingen doen functioneren. (pauze). Het is mijn hoop dat wij -Vlamingen, Walen, Brusselaars en Duitstaligen - kunnen blijven samenleven in vrede en voorspoed, in een welvarende maatschappij.”

Tijdens het vragenmoment achteraf antwoordde Elio Di Rupo consequent in het Frans. Hij herhaalde dat de échec een collectieve verantwoordelijkheid is, maar wees tegelijkertijd naar de “precieze situatie”. “Ik wil liever niet met een beschuldigende vinger in de richting van deze of gene partij wijzen, maar iedereen weet over wie het gaat. Sommige partijen vonden mijn voorstel nu eenmaal niet evenwichtig genoeg, terwijl ik het x keer gewijzigd hebt. Mais il faut une geste partout.”

Dat hijzelf tot het uiterste gegaan is om zijn opdracht tot een goed einde te brengen, moest blijken uit het bestaan van de papieren nota. Zelf wilde Di Rupo immers geen letter op papier zetten voor hij de formatiefase aanvatte. “Ik heb een uitgeschreven document verspreid, (cynisch) dat wellicht al uitgelekt is, zodat iedereen op papier de grote lijnen had. Stel u objectief in de plaats van een Waal, een Brusselaar en een Vlaming, en oordeel zelf of het totaalpakket evenwichtig was.”

“Er is geen akkoord zolang er geen akkoord is over alles, hebben we altijd gezegd. Ik wou absoluut vermijden dat de gemaakte vorderingen verloren zouden gaan, maar nu bestaat het risico dat dat gebeurt”, besloot hij bitter. “Of de onderhandelingen van nul moeten herbeginnen? Dat is een beslissing van de volgende die aan zet is. Maar het zou heel jammer zijn om van een blanco cheque naar een blanco blad te gaan.”