Direct naar artikelinhoud

Het vierde sterretje van Duvel

'Heel veel mensen noemen me Moortgat. En dat stoort me helemaal niet. Het staat zelfs op mijn naamkaartje. Sommige mensen kennen me zelfs alleen als Veerle Duvel.' Veerle Baert-Deheegher, de minst bekende aandeelhouder van Duvel, praat over verleden, heden en toekomst van de bierbrouwer uit Puurs. Johan Corthouts

De vier familiale aandeelhouders van Duvel-Moortgat passeren langs de kassa. Na de beursexit van de brouwer van Duvel, La Chouffe, Liefmans, Maredsous en Vedett begin dit jaar, halen ze 92,5 miljoen euro uit het bedrijf, zo raakte deze week bekend. Drie van de vier aandeelhouders luisteren naar de naam Moortgat. Het zijn de drie broers Michel, Philippe en Bernard. Maar wie is de vierde? Wie is Veerle Baert-Deheegher?

Als achternicht van de drie broers lijkt u een vreemde eend in de bijt?

"Helemaal niet. Het is niet omdat ik een achternicht ben dat ik niet uit dezelfde bloedlijn kom van de oprichters van Duvel. Mijn grootvader Albert leidde samen met zijn broer Victor het bedrijf tijdens de tweede generatie. De grootvader van Michel, Philippe en Bernard was een broer van mijn grootvader."

U bent aandeelhouder van Duvel maar hebt nooit in het bedrijf gewerkt. Hoe komt dat?

"Ik heb nooit een operationele functie gehad. Ik ben sinds 1995 wel bestuurder en zit het remuneratiecomité voor."

Had u dan nooit willen werken voor het bedrijf?

"Zeker wel. Ik ben tweemaal in het vak geboren. Mijn moeder Hendrika was de dochter van Albert Moortgat. Mijn vader Jan was ingenieur-brouwer. Hij had in de jaren zeventig een bierdepot in Gent. Ik herinner me nog de Gentse Feesten op Sint-Jacobs, waar ik als jong meisje hielp met de verdeling van Duvel en het oprapen van de flesjes die de hippies lieten rondslingeren.

"De mensen kenden me toen als Veerle Duvel. Vandaag voel ik me meer dan ooit deel uitmaken van het bedrijf. Vandaar dat ik er geen bezwaar tegen heb dat mensen me aanspreken als Veerle Baert-Moortgat. Als de roepnaam Moortgat een beter marketinginstrument is, moet je daarvoor gaan.

"Toen ik in 1978 afstudeerde, stond marketing nog in de kinderschoenen. Duvel bezat toen geen enkele deftige folder. Met mijn diploma communicatiewetenschappen had ik op dat moment een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan het bedrijf."

Hoe komt dat u niet mocht werken voor de brouwerij?

"Mijn ouders vonden het alvast een goed idee. Maar voor de broers van mijn moeder was een baan bij Duvel onbespreekbaar. Ik kreeg het deksel op de neus. De brouwerijwereld is een echt mannenbastion. Mijn ouders hebben zwaar geleden onder die beslissing."

En u?

"Ik heb me daar nooit druk over gemaakt. Ik was jong en had nog veel te ontdekken. Ik ben toen onmiddellijk aan de slag gegaan bij Volvo Europe. Een jaar later kon ik als radiojournaliste starten bij de openbare omroep. Dat was een verrijkende ervaring. Aan het begin van je carrière moet je ruim denken en zoveel mogelijk ervaring opdoen. Je moet weten wat teamwork is. Later heb ik ook gewerkt bij Trends, Libelle en Gazet van Antwerpen. Tot Roularta op mijn deur klopte. Ik heb begin jaren tachtig het lifestylemagazine Weekend Knack van nul opgestart. Ook dat was een aparte ervaring, als je weet wat voor mannenbastion Roularta destijds was."

U had CEO van Duvel kunnen worden?

"Wie weet. Maar dat was niet mijn ambitie. Ik ben zeer tevreden met het werk van Michel (de huidige CEO, JCS). Ik ben blij dat hij snel teruggekomen is na zijn recente sabbatical. Niet dat hij een burn-out had, maar die beursjaren hebben op hem gewogen. Ongetwijfeld heeft hij van zijn reis frisse ideeën meegebracht over hoe Duvel beter op de exportmarkten te zetten. Ook voor hem is Duvel een passie."

Weinig familiebedrijven houden vier generaties lang stand. Wat is het geheim van Duvel?

"Er bestaat geen pasklare formule. Iedere generatie kent haar dynamiek en tegenslagen. Om een bedrijf overeind te houden heb je het nodige geluk nodig en moet je op het juiste moment de juiste mensen tegenkomen. Wat als mijn grootvader Duvel nooit bedacht had? Misschien was het bedrijf dan wel teloorgegaan."

Uw grootvader is de belangrijkste man uit de bedrijfsgeschiedenis?

"Dat kun je zo niet zeggen. Iedere generatie heeft haar verdienste. Na de Eerste Wereldoorlog werd in ons land veel pale ale gedronken, het amberkleurige bier dat de Engelsen hadden geïntroduceerd. Mijn grootvader droomde van een blonde ale. Met twee melkkannen gist uit Schotland begon hij te experimenteren, om er vervolgens een helder blonde Duvel van te brouwen."

>>2

Straks komt de vijfde generatie eraan. Bent u klaar om de fakkel door te geven?

"Wat mijn deel betreft, is de overgang al geregeld. Mijn kinderen zitten mee in mijn bedrijf Hop!nvest. Maar de leiding uit handen geven wordt niet makkelijk. Vandaag zijn we met vier die het heft in handen hebben. Het is samen uit, samen thuis. We gaan met zijn allen voor Duvel.

"De drie broers worden wel eens de drie musketiers genoemd. Maar je weet dat de musketiers eigenlijk met zijn vieren waren. Trouwens, als je het aantal sterretjes in het wapenschild op het buiketiket van de Duvelflesjes telt, dan zijn dat er ook vier (drie onderaan het Duvelglas en één er helemaal bovenop, JCS), het symbool van de vier familiale aandeelhouders van de vierde generatie."

Hoe moeilijk waren de generatiewissels in het verleden?

"Ik kan alleen spreken over de overgang van derde naar vierde generatie. Die verliep moeilijk. Er zaten toen heel wat tantes, nonkels, neven en nichten rond de tafel. De emoties liepen hoog op. We hebben toen veel tijd verloren door tal van pietluttigheden. De druk was groot om aandelen te verkopen. Dat gold ook voor mij. Ik heb beslist om tegen de stroom in te roeien en heb zelfs aandelen bijgekocht. Vele familieleden prijzen me nu dat ik het gewaagd heb om dat te doen. Voor het brave meisje dat ik ben, was dat niet makkelijk. De beursgang in 1999 heeft ons uiteindelijk geholpen om de overgang vlot te laten verlopen."

Duvel is dit jaar van de beurs gehaald. Was de beursgang een vergissing?

"Neen. We hadden destijds geld nodig om overnames te doen en onze export te verhogen. Dat moest gebeuren, anders dreigde Duvel achteruit te boeren. Vandaag kan Duvel weer zonder de beurs.

"U kent onze slagzin: 'Hier rijpt den Duvel'. Wij werken op de lange termijn, terwijl de beurs vooral een zaak is van korte termijn. Beursanalisten denken niet op lange termijn. Ze spelen kort op de bal. Ze willen onmiddellijk resultaten zien. Hun analyses hebben invloed op de koers. De kleine aandeelhouders die Duvel in portefeuille hebben, zouden het slachtoffer kunnen zijn van hun commentaren."

U was die commentaren beu?

"Die analisten leveren degelijk werk. Ze kunnen wijzen op zwakke plekken in het bedrijf. We zijn transparant over onze cijfers. Maar ze willen elk punt en elke komma kennen. Daar zijn we niet mee bezig. Voor ons telt wat er op het terrein gebeurt. Hoe we onze kosten kunnen beheersen en hoe we verder kunnen groeien. Laat ons maar verder rijpen en resultaten boeken. In tegenstelling tot andere biergroepen, doet Duvel het verre van slecht."

Na twaalf jaar van onafgebroken groei was 2012 een kwakkeljaar voor Duvel. Heeft het bedrijf het moeilijk?

"Er is druk op de prijzen van onze grondstoffen. Die worden duurder. En we zijn onderhevig aan koersschommelingen. Maar daarom kun je nog niet spreken van een kwakkeljaar."

Waar liggen de uitdagingen voor Duvel?

"Het belangrijkste voor een bierbrouwer is het handhaven van de kwaliteit. We willen ons speciaalbier Chouffe en onze jongste aanwinsten zoals Liefmans en De Koninck verder uitbouwen en groeien in de VS en in het Verre Oosten."

U wilt La Chouffe even groot maken als Duvel. Is dat niet overambitieus?

"Ons paradepaardje is Duvel. Maar wat als er ooit iets misloopt met de productie? Het risico is te groot dat we dan hard terugvallen. We willen onze eieren niet in één mand leggen."

Hoe loopt het momenteel met de verkoop in China?

"Duvel wordt er alleen gedronken in expatsmilieus. Vedett loopt beter bij de gewone Chinezen. Als je ziet hoe de Chinezen op hun brommertjes zoveel mogelijk bakken Vedett proberen te stapelen, dan ziet de toekomst er mooi uit."

U had tientallen miljoenen kunnen cashen als u bij de beursexit uw aandelen had verkocht.

"Ik heb overwogen dat te doen. Ondernemen houdt risico in. De mindere conjunctuur kan Duvel zeker parten spelen. Maar de stiel van bierbrouwer ken ik door en door. Ik zou geld in een andere activiteit kunnen steken, maar daar zou ik dan minder van af weten en bijgevolg meer risico lopen. Dus blijf ik liever in Duvel. Mijn twee dochters en zoon staan honderd procent achter deze beslissing."

Wat doet u met uw centen?

"Ik heb in het voorjaar in Sint-Martens-Latem een eigen modehuis opgestart, waarin het modelabel Furore van mijn dochter werd gelanceerd. Het is geen evidentie om zo'n zaak te runnen. De marges in de modesector liggen lager dan wat je met speciaalbier kunt verdienen. Maar we hebben een mooie collectie. Het vertrouwen groeit dat we onze zaak kunnen doen bloeien."

U strijkt samen met de andere aandeelhouders een superdividend van 92,5 miljoen euro op. Is zo'n superdividend niet zuur voor de vroegere aandeelhouders? Het bedrijf heeft in het verleden nooit zo'n som uitgekeerd.

"De vroegere aandeelhouders zijn begin dit jaar akkoord gegaan met het uitkoopbod. Overigens is zo'n superdividend helemaal niet abnormaal. De vier overgebleven aandeelhouders hebben 125 miljoen euro betaald om de kleine aandeelhouders uit te kopen. We zijn daar zware leningen voor aangegaan. We recupereren dat geld, maar niet de volledige som. Dat maakt deel uit van het spel. De werking van het bedrijf komt niet in het gedrang.

"Ik heb geen signalen opgevangen dat de vroegere aandeelhouders ons dat kwalijk nemen en ik durf te hopen dat ze ons merk trouw blijven. Op algemene vergaderingen waren aandeelhouders steeds massaal aanwezig, al zal de Duvel die achteraf geschonken werd daar ook wel wat mee te maken hebben gehad."