Direct naar artikelinhoud

Van notabele tot staatsvijand

Roman. Gebaseerd op het leven van zijn overgrootouders, vertelt Rafael Cardoso het verhaal van een rijke Joodse familie uit Berlijn die vlucht voor de nazi's.

Hugo Simon (1880-1950) wordt in 1933 door de nazi's tot staatsvijand uitgeroepen; de Berlijnse bankier en kunstverzamelaar is immers Joods en een pacifist. Kort na WO I was hij voor de onafhankelijke socialisten tevens minister van Financiën van Pruisen. Simon vlucht samen met vrouw Gertrud naar Parijs, waar ze worden herenigd met hun twee dochters en hun schoonzoon. Als Hitler in mei 1940 Frankrijk overrompelt, begint voor het gezin een zwerftocht die uiteindelijk in Brazilië zal eindigen.

Rafael Cardoso (1964), de achterkleinzoon van Hugo Simon, toonde pas laat in zijn leven belangstelling voor de geschiedenis van zijn overgrootouders. De vlucht van de familie Simon is een eerbetoon aan zijn Duits-Joodse voorzaten. De Braziliaanse auteur - hij woont nu in Berlijn - heeft ervoor gekozen om zijn familiekroniek in romanvorm aan te bieden. Waarom hij die keuze heeft gemaakt, legt hij in zijn inleiding niet uit. De lezer moet enkel weten dat het verhaal een 'waar verhaal (is), gebaseerd op feiten. Alleen zijn sommige van die feiten niet per se gebeurd zoals ze hier zijn weergegeven. Dit boek is fictioneel en dus trouw aan zichzelf.' Er volgt zelfs een waarschuwing: 'Niet alles hoeft te zijn wat het lijkt'.

Wat bedoelt de auteur hier allemaal mee? Wil hij dat je het verhaal uitsluitend op zijn kwaliteiten en gebreken als roman beoordeelt? Pleit hij voor begrip voor een lezing waarin feiten en fictie door elkaar lopen? Of twijfelt hij of de lezer wel in staat zal zijn om de knop van zijn suspension of disbelief in te drukken? Waar komen de feiten over de familie overigens vandaan? En waarom voegt Cardoso drie non-fictie intermezzo's toe waarin hij uitlegt hoe de nalatenschap van zijn overgrootvader zijn leven is binnengedrongen?

Wijsheid achteraf

Wat er ook van zij, Cardoso zet zijn schouders met aplomb onder zijn project: een reeks op een specifieke maand toegespitste tranches de vie die enerzijds beschrijven wat er op dat ogenblik met een of meer van de protagonisten gebeurt, en anderzijds samenvatten wat er tot dan toe op persoonlijk en politiek vlak is voorgevallen.

September 1932 is typisch voor de aanpak. Simon bespreekt samen met gelijkgestemden - Heinrich Mann is een van hen - hoe ze zich tegen het tij van de naziterreur kunnen verweren. Hun voorstel? Een congres over de bescherming van de vrijheid van meningsuiting. Naïef? Met onze wijsheid achteraf is het gemakkelijk praten.

Cardoso echter beperkt zich met recht en reden tot de gebeurtenissen van het moment. Maar wanneer hij Hugo Simon op zijn modelboerderij ten oosten van Berlijn laat mijmeren over het verglijden van de tijd, diens verlangen om vast te houden wat hij heeft en diens besef dat een vredevolle toekomst door zijn vingers glijdt, wordt duidelijk hoe hij een van de eigenheden van het romangenre gebruikt om zich in het hoofd en het hart van zijn voorzaten te verplaatsen. Stoutmoedig? Overmoedig?

Cardoso neemt de handschoen hoe dan ook op. Soms kwijt hij zich uitstekend van zijn taak. Vooral de hoofdstukken tijdens de vlucht van de familie na de overgave van Frankrijk munten uit door een nooit verflauwende spanning. Het relaas van het lot van onschuldigen die aan de grijpklauwen van de nazi's proberen te ontsnappen, wint door de serene aanpak en de gedragen stijl aan zeggingskracht. Soms is een hoofdstuk helaas niet meer dan een fors uitgewerkte anekdote. Vooral de taferelen in Brazilië lijden onder deze aanpak.

Toegegeven, Cardoso lardeert de bescheiden gegevens consequent met filosofische ingevingen en doeltreffende commentaar over de oorlogsontwikkelingen of het leven in Brazilië. Ieder personage krijgt voldoende ruimte om zich te profileren. Cardoso dringt daarbij door tot de kern van de problemen van alle vluchtelingen waar ook ter wereld en van welke tijden ook. Wat laten ze achter? Waar zullen ze hun anker uitwerpen? Hoe zullen ze hun nieuwe leven opbouwen? Het is de verdienste van Cardoso dat hij zowel de ontreddering als de verwachtingen en wilskracht van door de oorlog verstrooide mensen op ingetogen manier kleur heeft gegeven.

Te veel vragen

Toch moet je je afvragen of het niet beter was geweest om het verhaal als een zuivere familiekroniek te vertellen. De lezer blijft met vragen achter. Waarom begint de kroniek pas in 1930 en eindigt ze al in 1945? Waarom slechts enkele terzijdes over de relatie van de familie Simon met hun Joods-zijn en het lot van hun Joodse verwanten in Europa? Waarom geen uitleg over de manier waarop Hugo Simon zijn vermogen uit Duitsland wist te sluizen? Wat is er gebeurd met zijn kostbare kunstcollectie? Waarom hielden ze hun Duits-Joodse afkomst tientallen jaren lang voor hun achterkleinkinderen verborgen?

Ten slotte zijn er de non-fictie intermezzo's. Zijn ze een meerwaarde? Of zijn het eerder fremdkörper? De vlucht van de familie Simon is rijk aan levensbeschouwelijke inzichten en bijwijlen pakkend. Het had echter nog veel rijker en pakkender gekund.