Direct naar artikelinhoud

Vier staten roepen noodtoestand uit

Niemand weet hoeveel olie er precies in de Golf van Mexico lekt en wanneer dat zal ophouden, maar het gaat alleszins om een veelvoud van wat eerst werd vermoed. Dat is de boodschap van de Amerikaanse Golfkust, waar zich een milieuramp van zelden geziene proporties afspeelt.

Amerikaanse president Barack Obama brengt bezoek aan getroffen regio’s na olieramp in Golf van Mexico

VS-president Obama bracht al een bezoek aan de getroffen regio. ‘Het is een enorme en mogelijk nooit eerder geziene milieuramp’, reageerde hij.

Terwijl de eerste, weliswaar flink verdunde olie aanspoelde aan de kust van Louisiana deinde de olievlek vorig weekend steeds verder uit. Ook werd duidelijk dat er uit de beschadigde oliebron, op 1.500 meter onder het wateroppervlak en 70 kilometer voor de kust, niet 160.000 liter olie per dag ontsnapt, zoals eerder werd gedacht, en ook niet 800.000 liter, zoals vorige week nog aangekondigd werd, maar mogelijk een veelvoud van dat laatste cijfer.

“Het is alle hens aan dek”, zegde president Obama bij zijn bezoek. “We zullen kosten noch moeite sparen om het lek te dichten en de olie op te kuisen. BP is verantwoordelijk en zal daarvoor de rekening betalen.”

Kustwachtadmiraal Thad Allen, die zaterdag door het Witte Huis aangesteld werd als coördinator voor de bestrijding van de ramp, stelt dat het niet precies te zeggen is hoeveel olie er vrijkomt. Wetenschappers van de universiteit van Miami schatten zaterdag op basis van satellietbeelden dat de olievlek in 48 uur tijd drie keer groter geworden was. Volgens de non-profitgroep SkyTruth vloeit er nu per dag 5 miljoen liter olie uit de bron. De vlek bevatte volgens SkyTruth, dat zich eveneens op satellietfoto’s baseert, nu 42 miljoen liter olie. Oceanograaf Ian MacDonald van de Florida State University houdt het op 38 miljoen liter. Volgens coördinator Thad Allen heeft het geen zin al te veel met elkaar te vergelijken. “Om het even welke hoeveelheid die over een lange periode weglekt, zou ons voor buitengewone problemen plaatsen”, zegt hij.

In de staten Louisiana, Mississippi, Alabama en Florida is intussen de noodtoestand van kracht. “De aanspoelende olie bedreigt meer dan alleen onze natuur, onze visserij en onze kust”, aldus gouverneur van Louisiana Bobby Jindal. “Ze bedreigt ook onze manier van leven.”

De kustlijn van Louisiana, gedomineerd door de delta van de Mississippirivier, bestaat uit erg kwetsbare moerassen. Daar gaat in het huidige tempo al 1 vierkante kilometer per week van verloren, onder meer omdat de met kunstmatige dijken rechtgetrokken Mississippi onvoldoende sedimenten afzet, maar tegelijkertijd wel water uitspuwt dat vervuild is door de landbouw stroomopwaarts.

De moerassen vormden vanouds een natuurlijk bescherming voor New Orleans en andere kuststeden. Tijdens orkanen houden zij een deel van de stormvloed tegen. Hoeveel extra vervuiling de moerassen nog kunnen verdragen, weet niemand.

Een even groot vraagteken is hoe het zal aflopen met de visserij in de Golf van Mexico. Een groot deel van de Amerikaanse Golfkust is afgezoomd met vissersplaatsjes. Die zorgen onder andere voor 70 procent van de in het binnenland geproduceerde garnalen en oesters in de VS. Ook de sportvisserij en het toerisme zijn in gevaar.

Pogingen om de olievlek in te dijken zijn tot nog toe grotendeels mislukt. Daarvoor werden al chemische verdunners gebruikt en werd de drijvende olievlek in brand gestoken. Het werk wordt bemoeilijkt door een ruwe zee en de wind drijft de olie naar de kust. Daar probeert men aan zoveel mogelijk drijvende barrières te geraken om de olie te stoppen, maar voorlopig zijn er te weinig.

Ook pogingen om de lekkende bron te dichten lijken te falen. Met onderwaterrobots werd getracht om de zogenaamde blowout preventers alsnog in werking te stellen. Dat is het veiligheidsmechanisme dat de bron in geval van nood moet afsluiten. Er gaan ook ideeën op om de bron te overkappen en op die manier de vrijkomende olie weg te zuigen of om een extra gat te boren, waarin modder geïnjecteerd kan worden om het eerste gat te dichten. Al die methodes zouden weken, zo niet maanden in beslag nemen.

Ondertussen wordt voor een nieuwe nachtmerrie gevreesd, met name dat de olie in de Golfstroom terecht zou komen. Dat is de stroming die vanuit de Golf van Mexico noordwaarts om de zuidpunt van Florida in de Atlantische Oceaan leidt. Op die manier zouden de hele kust van Florida en de Atlantische kust van de VS vervuild kunnen raken.

De olieramp in de Golf van Mexico begon op 20 april, toen het boorplatform Deepwater Horizon vuur vatte na een explosie. Daarbij kwamen 11 van de 126 opvarenden om. Het platform zonk twee dagen later.

Voor het Witte Huis zijn er politieke risico’s verbonden aan de olieramp. De situatie roept herinneringen op aan de orkaan Katrina, die in 2005 dezelfde regio verwoestte. Het trage en incompetente optreden van de toenmalige regering werd het begin van president George W. Bush’ politieke einde. Barack Obama wil de vergissingen van zijn voorganger vermijden. De president bewandelt echter een dunne lijn. Enerzijds moet hij aantonen dat hij alert is en de situatie onder controle heeft, anderzijds zijn de middelen die hij ter beschikking heeft zeer beperkt, aangezien de beschadigde bron 1,5 kilometer onder de zeespiegel ligt, niemand er een idee van heeft wanneer ze gedicht zal raken en ook het weer een grote rol speelt in hoeveel olie er uiteindelijk aan land zal komen.

De olieramp gooit ook Obama’s energiebeleid in de war. Onlangs had de president nog aangekondigd dat hij nieuwe delen van de Amerikaanse kusten wilde openstellen voor offshoreboringen. Een van de redenen die hij daarvoor opgaf, was dat moderne boorplatforms veilig zouden zijn. De Deepwater Horizon, in 2001 voltooid, was zo’n modern platform. Obama gaf dan ook aan dat hij zijn plannen voorlopig in de koelkast stopt. Daar blijven ze minstens zitten tot duidelijk wordt wat er precies mis is gelopen met de Deepwater Horizon.