Direct naar artikelinhoud

N-VA stuurt grote kanonnen naar Senaat

Morgen leggen de 124 nieuwe Vlaamse parlementsleden de eed af. In de Senaat gebeurt dat pas begin volgende maand, maar in de loop van de komende weken zal wel duidelijk worden wie precies in het rode pluche zal zetelen.

De Senaat wordt sinds deze verkiezingen namelijk niet meer rechtstreeks verkozen, maar samengesteld door 50 gemeenschapssenatoren, onder wie 29 Nederlandstalige, en 10 gecoöpteerde senatoren.

N-VA vaardigt vanuit het Vlaams Parlement haar sterkste team af. Tien gemeenschapssenatoren mag de grootste partij van Vlaanderen aanwijzen, op voorwaarde dat daarbij geen burgemeesters, schepenen, OCMW-voorzitters of andere uitvoerenden zitten. De keuze viel daardoor op Geert Bourgeois, Wilfried Vandaele, Annick De Ridder, Philippe Muyters, Cathy Coudyser, Jan Peumans, Elke Sleurs, Karl Vanlouwe, Ben Weyts en Lieve Maes.

Een opvallende selectie, aangezien een aantal van hen ook getipt wordt als toekomstig minister. De kans is dan ook groot dat er nog redelijk wat geswitcht zal worden nadat de samenstelling van de regering bekend is geraakt.

Bij de andere partijen werkt men nog aan de exacte samenstelling van de lijstjes. Bij de meeste fracties hebben ex-senatoren die de geplogenheden van dat parlement al kennen sowieso een streepje voor. Zo zijn onder meer gewezen Senaatsvoorzitter Sabine de Bethune (CD&V) en Jean-Jacques De Gucht (Open Vld) al zo goed als zeker van hun zitje.

Begin juli leggen de senatoren de eed af. Tegen die tijd moeten alle partijen ook hun gecoöpteerde senatoren gekozen hebben.