Direct naar artikelinhoud

'We zitten op een socio-politieke bom'

Gimv-voorzitter Urbain Vandeurzen maakt zich grote zorgen over de economie. 'Er zijn geen tekenen dat de recessie in Europa in de tweede jaarhelft voorbij zal zijn. Integendeel', zegt hij.

Als investeerder in diverse bedrijven is durfkapitalist Gimv goed geplaatst om de gezondheid van de Vlaamse economie te meten. Voorzitter Urbain Vandeurzen maakt zich grote zorgen. "Ik hoor van familiebedrijven die al meer dan vijftig jaar bestaan, goede producten maken en geïnnoveerd hebben zoals het hoort, dat ze nog nooit voor zulke zware problemen hebben gestaan als nu", verklaarde hij bij de presentatie van de jaarcijfers. "De schuiven zijn leeg. De reserves zijn op. Almaar meer bedrijven komen onder water te staan, omdat ze de opeenvolging van verliesjaren moeilijk nog kunnen opvangen."

De crisis zal nog het hele jaar voortwoekeren. Hoewel sommige politici verklaren dat het vanaf het najaar beter zal gaan, gelooft de Limburgs-Leuvense captain of industry daar niet veel van. "Kijk naar de voorspellende indicatoren. Er zijn geen tekenen dat de recessie in Europa in de tweede jaarhelft voorbij zal zijn. Integendeel."

Impact onbekend

Vandeurzen waarschuwt voor mogelijke politieke onrust. "De snel stijgende werkloosheid in Europa is voor mij de meest alarmerende indicatie. We dreigen een 'jobless generation' te krijgen. Bovendien nemen de verschillen tussen Duitsland en Frankrijk toe. Duitsland doet het goed op zijn exportmarkten, terwijl Frankrijk met een vergelijkbaar competitiviteitsprobleem zit als België. De werkloosheid is in Frankrijk dubbel zo hoog als in Duitsland. Dat betekent dat de Frans-Duitse as, de basis van het Europese project, onder druk komt te staan. We zitten op een sociaal-politieke bom, waar we de impact op de financiële en economische activiteiten niet kennen."

Vandeurzen stelt vast dat de Belgische exportbedrijven lijden. "De kostenstructuur van de Belgische economie is niet duurzaam. De loonkosten zijn te hoog. Dat heeft niet alleen te maken met het salaris, maar ook met de verlof- en deeltijdse systemen. We moeten op zoek naar andere modellen om de loopbaanplanning te organiseren."

De loonindexering is voor Vandeurzen niet houdbaar, omdat daardoor de exportbedrijven uit de markt geprijsd worden. "Je moet de index behouden om het bestedingsniveau van de gezinnen constant te houden, luidt vaak de redenering. Maar die is verkeerd. De vraag is of de productiviteit ook stijgt die de loonstijging economisch kan verantwoorden. En dat is niet het geval. De productiviteit is tussen 2008 en 2012 met 0 tot 2 procent gestegen per jaar. Op vijf jaar tijd betekent dat een verlies in concurrentiekracht met 10 tot 20 procent. In sectoren die moeten exporteren, betaal je dat cash. Dan word je van de markt geveegd."

Als de exportmotor sputtert, gaat de hele Belgische economie trager. "Vergeet niet dat 70 procent van onze welvaart afhangt van de export, en maar 30 procent van de binnenlandse markt. Als een uurloon in België 34 euro bedraagt en net over de grens in Nederland is het een kwart goedkoper, dan is het duidelijk. Gemiddeld ben je dan niet competitief."