Direct naar artikelinhoud

DE VRIJDAGGROEP

Joeri Colson werkt bij het Europees Sociaal Fonds Agentschap Vlaanderen. Ferdi De Ville is docent Europees beleid aan de UGent. Ze zijn beiden lid van De Vrijdaggroep en schrijven deze bijdrage in eigen naam.

In de Duitse coalitiegesprekken is Merkel dus toch geplooid voor de eis van de sociaaldemocraten (SPD) om een minimumloon voor de gehele economie in te stellen. Dat was een voorwaarde van de SPD om toe te treden tot de volgende Duitse regering. Als toegift laten de socialisten een andere vraag voor hogere belastingen voor de rijken vallen. De hoogte van het minimumloon is 8,5 euro per uur. Dat zou een significante impact hebben. Momenteel werkt één op de acht werknemers in West-Duitsland voor een lager loon, in het oostelijke deel van het land zelfs één op de vier.

In vele andere EU-lidstaten, niet het minst bij ons, wordt instemmend gereageerd op het compromis. Duitsland is niet alleen een positieve uitschieter wat betreft economische prestaties sinds het uitbreken van de crisis. Het land is ook een geval apart omdat het een van de weinige lidstaten is (en het enige grote) waar geen algemeen minimumloon geldt. Dat heeft belangrijke gevolgen. Nergens in Europa werken zoveel mensen voor een loon dat onder de nationale armoedegrens valt (1 op de 4). Ook nergens liggen de laagste lonen zo ver van die armoedegrens.

Dat heeft niet alleen negatieve gevolgen voor die slecht betaalde werknemers, maar ook voor de andere EU-lidstaten. Sommige sectoren in landen waar wel een minimumloon bestaat kunnen de concurrentie met Duitsland niet aan. Denk aan de vleessector, waar werknemers soms aan 3 euro per uur werkten. Tegen deze praktijken werd eerder dit jaar klacht ingediend door België. Ondertussen is voor deze sector in september al een minimumloon van 8,5 euro ingevoerd, maar voor andere sectoren is dat nog niet het geval. Niet alleen betekent het gebrek aan een Duits minimumloon voor sommige sectoren dat normaal concurreren onmogelijk is, het heeft ook een tweede negatief effect op de rest van Europa. Doordat een aanzienlijk deel van de Duitse bevolking zo weinig verdient, wordt er in Duitsland weinig geconsumeerd. De Duitse economie is dan wel sterk gegroeid sinds de hervormingen van midden jaren 2000, dat heeft zich niet vertaald in extra binnenlandse koopkracht en consumptie. Duitsland heeft haar groei gerealiseerd door export naar de rest van Europa. Op kap van de rest van Europa (en de eigen werknemers), zeggen sommigen. Dat is mee de oorzaak dat andere landen zich in de schulden hebben gewerkt en oncompetitief zijn geworden. En als een land als Duitsland te weinig importeert (nu importeert het zo'n 7 procent van het bbp minder dan het exporteert) maakt dat het zeer zwaar en pijnlijk voor landen als Griekenland, Spanje en Portugal om handelsoverschotten te boeken om er weer bovenop te komen en hun schulden terug te betalen.

Een minimumloon zou die twee negatieve gevolgen van het Duitse economische beleid voor de rest van Europa verlichten. Dat kan zonder dat Duitsland zelf daar veel nadeel van ondervindt in de vorm van verminderde export. Duitsland exporteert vooral hoogwaardige machines en luxegoederen, waarvoor (almaar meer opkomende) economieën best wat extra willen betalen. Dat is zeker de sterkte van het Duitse model.

We menen dat we niet tevreden achterover moeten leunen na deze Duitse beslissing. Ten eerste zou de hele discussie ons moeten doen inzien dat zulke minimumnormen uiteindelijk op EU-niveau moeten worden bepaald, om te vermijden dat economieën elkaar beconcurreren door arbeidsvoorwaarden af te bouwen. Naast het minimumloon kunnen we ook nog denken aan Europese normen voor werkloosheidsuitkeringen, en daarnaast aan afspraken over fiscale minimumnormen waar ook volop over gepraat wordt.

Ten tweede - en Duitsland met haar duale arbeidsmarkt is daarbij zowel het beste als het slechtste voorbeeld - moeten we, als we nadenken over die arbeidsvoorwaarden, voorbij een focus op het loon, en voorbij een tegenstelling tussen de hoogte van het loon en de competitiviteit van bedrijven. Waardig werk houdt meer in dan een minimumloon, maar gaat ook over werktijd, inspraak, opleiding... In de sterke Duitse sectoren wordt net daar veel aandacht aan besteed. Wij zien niet in waarom dat ook niet mogelijk is in andere branches, ook binnen de dienstensector. Als Duitsland zou tonen dat een groeimodel bestendiger is als het gebaseerd is op goedbetaalde, duurzame en waardige jobs in plaats van op krediet of handelsoverschotten, dan zou het echt de weg wijzen voor Europa.