Direct naar artikelinhoud

Fiscus laat offshore ONGEMOEID

De Bijzondere Belastinginspectie heeft nog maar een handvol van de 1.600 aangemelde offshoreconstructies gecontroleerd. Dat blijkt uit cijfers van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). 'De regering laat een schat aan informatie liggen', zegt sp.a-Kamerlid Peter Vanvelthoven.

De BBI onderzocht vijftien dossiers in Gent en "enkele dossiers" in Antwerpen. Dat is een fractie van de 1.594 offshoreconstructies die in 2015 werden aangemeld bij de FOD Financiën. In 2014 werden ook al 1.334 offshores aangemeld.

Voor alle duidelijkheid: het gaat over buitenlandse constructies die zelf worden aangegeven. Sinds 2013 bestaat in België een meldingsplicht. De rekeningen moeten worden doorgegeven via de aangifte van de personenbelasting. Ze staan volledig los van de financiële carrousels die in april werden blootgelegd via de Panama Papers of via de offshoreleaks uit 2014.

Beste leerling

Het probleem is dat de aangemelde constructies nauwelijks gecontroleerd worden. Eind 2015 nam de BBI voor het eerst stappen om de rekeningen te screenen. De BBI Gent verstuurde een uitgebreide vragenlijst naar een aantal belastingplichtigen die melding hadden gemaakt van hun constructie. Daar werden vijftien dossiers uitgepikt die verder worden onderzocht.

Niet vet, maar Gent is wel de beste leerling van de klas. Op Antwerpen na laten alle andere BBI-afdelingen de aangemelde constructies compleet ongemoeid. Dat blijkt uit een antwoord van minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) aan sp.a-Kamerlid Peter Vanvelthoven.

Op zich is er niets mis met een buitenlandse rekening. Iedereen kan een rekening in Panama openen, zolang ze maar aangegeven wordt. Anderzijds geldt de vraag: waarom zou iemand dat doen? In sommige gevallen kan er sprake zijn van zwart geld. Het is de taak van de fiscus om dat te controleren. Al is het maar om te vermijden dat er straffeloosheid ontstaat.

"Sinds de Panama Papers is er geen enkel nieuw onderzoek opgestart naar die constructies", zegt Vanvelthoven, die aan de alarmbel trekt. "Van Overtveldt klaagt over die Panama Papers dat hij de namen niet krijgt waarover de onderzoeksjournalisten beschikken, maar tegelijk laat hij hier wel een enorme schat aan informatie liggen."

Actieplan

Vanvelthoven pleit voor een nationaal actieplan. "Minister Van Overtveldt moet zijn verantwoordelijkheid nemen. Na de Panama Papers was de verontwaardiging groot, maar nu moet het beleid volgen. Dat is tot nu toe een mager beestje. Als bevoegd minister van de BBI moet hij hier een prioriteit van maken."

Karel Anthonissen, topman van de BBI Gent, erkent dat er nog veel moet gebeuren in de strijd tegen fiscale fraude. Maar daarvoor is er volgens hem ook nood aan een nationaal plan. "Wij doen ons best, maar we kunnen veel meer doen als men ons in dat beleid wil steunen. Dat is voorlopig niet het geval", klinkt het.

Anthonissen benadrukt wel dat het actieplan niet alleen mag focussen op mensen die hun buitenlandse constructies zelf aangeven. "Vooral ook voor alle anderen die het niet aangeven. Want dat zijn er nog tienduizenden."

Financiënminister Van Overtveldt was gisteravond niet bereikbaar voor commentaar.