Direct naar artikelinhoud

Iran inzet verkiezing Israël

Het atoomgevaar van Iran wordt volgens analisten een van de grote thema's bij de vervroegde verkiezingen in Israël. Andere twistpunten zullen de geplande bezuinigingen en de in het slop geraakte vredesbesprekingen met de Palestijnen zijn.

Premier Benjamin Netanyahu maakte dinsdagavond tijdens een tv-toespraak bekend dat Israël vervroegd naar de stembus gaat. De verkiezingen zullen eind januari of begin februari plaatsvinden. Oorspronkelijk stonden ze gepland voor de herfst van 2013.

Aanleiding voor de vervroegde verkiezingen is het feit dat het Netanyahu's rechtse coalitieregering niet lukt tijdig een akkoord over de staatsbegroting te bereiken. Enkele kleinere partijen verzetten zich tegen bezuinigingen op sociale voorzieningen.

"Het belang van de staat Israël vereist dat we zo snel mogelijk naar de stembus gaan", zei Netanyahu in zijn toespraak, waarin hij verwees naar de economie en de dreiging vanuit Iran.

Waarnemers wijzen erop dat Netanyahu en zijn centrumrechtse partij Likoed er in de peilingen goed voor staan. Likoed gaat in de polls aan kop, en 35 procent van de kiezers wil Netanyahu als premier, tweemaal meer dan zijn grootste rivaal, Shelly Yacimowich van de Arbeiderspartij. Zij zou onervaren zijn in veiligheidszaken.

De harde aanpak van de vermeende atoomdreiging van Iran wordt volgens waarnemers een van de hoofdpunten van de campagne. Netanyahu waarschuwde de VN onlangs dat voorjaar 2013 de laatste kans is om Iran af te houden van een kernbom.

Netanyahu leidt Israël sinds 2009. Eerder was hij premier van 1996 tot 1999. In mei stuurde hij ook aan op vervroegde verkiezingen nadat hij in conflict was gekomen met de religieuze partijen. Centrumpartij Kadima trad toen toe tot de rechtse coalitie, waardoor de crisis werd opgelost.

Volgens persbureau Reuters overweegt Ehud Olmert, Netanyahu's voorganger als premier, een politieke comeback. De oud-leider van Kadima zou als leider van een centrumlinkse alliantie een serieuze rivaal van Netanyahu zijn. Olmert moest in 2008 aftreden wegens aantijgingen van fraude en corruptie, die hij altijd heeft ontkend.