Direct naar artikelinhoud

Gents erfgoed of niet, daar is de sloophamer

Exact een week blijft het Geo Bontinck-gebouw nog staan, daarna gaat deze parel van naoorlogse elegantie aan de Gentse Gasmeterlaan onherroepelijk tegen de vlakte. De stad wil ermee bewijzen dat ze even rechtlijnig is als de nieuwe zakelijkheid van het bedreigde gebouw zelf. En laat iedereen nu, post-Optima, net die rechtlijnigheid in vraag stellen.

"Het is toch contradictorisch. Het ene moment zijn ze boos omdat we een oud gebouw van wijlen Geo Bontinck willen slopen en het andere moment vinden ze dat het architectenbureau van zijn kleinzoon te dicht bij het stadsbestuur staat. Dat klopt toch niet." Terwijl hij ons meeneemt over de werf van de Tondeliersite, kan schepen van Stadsontwikkeling Tom Balthazar (sp.a) zijn verontwaardiging niet verbergen.

Op dit voormalig industriegebied aan de Nieuwe Vaart komt een woonzone. Een deel van het industrieel patrimonium blijft behouden, zoals de gevels van een oude meelfabriek en twee imposante, stalen constructies die ooit deel uitmaakten van een gasfabriek.

Balthazar toont met trots hoe deze stille getuigen van de Gentse geschiedenis zullen samengaan met twee parken en 540 woningen. Tegelijkertijd is hij niet te beroerd om halt te houden bij de machinehal en stookruimte van de hand van Georges 'Geo' Bontinck. De harmonieuze volumes, vol lucht en licht, verbonden door een gracieuze loopbrug, krijgen na het bouwverlof hun laatste bezoeker over de vloer: de sloophamer.

"Het heeft zeker zijn waarde, maar we hebben een afweging gemaakt. Dit gebouw stond niet op de inventarislijst van het agentschap Onroerend Erfgoed en ook de dienst Monumentenzorg van onze stad had geen bezwaren. Ook op informatievergaderingen heeft niemand zijn beklag gedaan. Het protest van die actiegroep komt veel te laat. Als de plannen vaststaan, moet je doorgaan."

Nie pleuje

Nie pleuje, zeggen ze in Gent. Maar dat wil ook Julie D'Aubioul niet. De architecte heeft met haar actiegroep Red De Machinehal bijna 3.000 handtekeningen verzameld om een sloop te voorkomen. "De projectontwikkelaar wil het gebouw niet redden, omdat er dan te weinig ruimte overblijft, maar op de site komen ook voorzieningen zoals een crèche. Waarom gebruiken ze daar de machinehal niet voor? Renoveren is goedkoper dan afbreken en opnieuw bouwen."

Gewapend met een e-mail van het kabinet van minister van Onroerend Erfgoed Geert Bourgeois (N-VA) toont Julie dat het gebouw wel degelijk beschermd had moeten zijn, maar dat dat helaas 'vergeten' is. Dat komt doordat de ambtenaren enkel inventariseren vanop de openbare weg en de machinehal en stookruimte te veraf lagen. "Zij werden bij de inventarisatie van Gent (1976-1983) daardoor niet opgemerkt", staat er letterlijk in de mail.

Zelfs al was het bij die inventarisatie zichtbaar geweest, dan nog is het twijfelachtig dat een gebouw van toen amper twintig jaar oud als erfgoed zou zijn geclassificeerd. Stemmen binnen Onroerend Erfgoed bevestigen dat de lijst op meerdere plaatsen in Vlaanderen verouderd is. Het verantwoordelijk team bestaat uit een zestal werknemers en die hebben hun handen meer dan vol.

"Mijn enige optie was dat iemand zich burgerlijke partij zou stellen," vertelt Julie, "maar bij industrieel erfgoed zijn er weinig betrokkenen die schade ondervinden. Ik kwam uit bij de erfgenamen van de architect. Zijn kleinzoon, John Bontinck, runt zelf een gerenommeerd bureau, maar hij had er absoluut geen oren naar."

Zijn architectuurbureau zou nauwe banden hebben met het stadsbestuur. Marc Dubois, architect en docent emeritus aan de KU Leuven, stelde dat aan de kaak in de nasleep van het Optima-schandaal (DM 29/06). Maar volgens Dubois moest de stad voor de sloop van het Bontinck-gebouw niet eens druk uitoefenen op de erfgenamen om aan hun recht te verzaken.

"John Bontinck krijgt zijn opdrachten massaal binnen via projectontwikkelaars. Die weten dat ze bij hem terecht kunnen voor een versnelde procedure, door zijn goede contacten met het stadsbestuur. Logisch dus dat Bontinck zijn bevriende projectontwikkelaars geen strobreed in de weg legt."

Voor schepen Tom Balthazar is dat uit de lucht gegrepen. Het gaat er voor hem om dat de procedure over de hele lijn gevolgd is. Het ruimtelijk uitvoeringsplan is al in 2009 goedgekeurd en de bouwvergunning dateert van 2014. Maar de zweem van belangenvermenging sinds de val van Optima heeft de geloofwaardigheid van het stadsbestuur een knauw gegeven.

"Dat is inderdaad niet leuk", geeft Balthazar na lang aandringen toe. "Net daarom dat ik het goed wil uitleggen aan de burger. Ik denk dat de feiten voor zich spreken en dan heeft het weinig zin om op insinuaties in te gaan."