Direct naar artikelinhoud

Het is allemaal de schuld van Geert

Op 15 maart vinden in Nederland verkiezingen plaats. Bert Wagendorp (de Volkskrant) en Carla Joosten (Elsevier) brengen verslag uit van de, ook voor Europa toekomstbepalende, kiesstrijd.

De Nederlandse verkiezingscampagne wil maar niet op gang komen. Dat is tenminste wat je voortdurend leest in politieke analyses. Voor elk radio- of televisiedebat tussen de lijsttrekkers is er hoop: nu gaat het vast en zeker beginnen, het is nog maar een week tot D-day, als de vlam nu niet in de pan slaat, dan gebeurt het helemaal niet meer. Waarna er een beschaafd debat volgt, waarin de standpunten beleefd worden uitgewisseld en je uit de beschouwingen na afloop mag afleiden dat het wéér niet is gebeurd en dat het waarschijnlijk tot dinsdag 14 maart zal duren voor de strijd écht ontbrandt en we ons kunnen beroemen op de kortste verkiezingscampagne in de wereldhistorie: 24 uur.

Dit is allemaal de schuld van Geert Wilders.

De PVV, de partij van leider en enig lid Wilders, heeft in de peilingen heel lang bovenaan gestaan. De andere partijen wisten wie de grote vijand was en op wie alle pijlen gericht moesten worden.

De VVD van premier Rutte stelt alles in het werk om zelf de grootste te worden en de formatie van een nieuw kabinet te mogen leiden. Daarom zet hij zich af tegen de PVV en heeft hij beloofd nooit of te nimmer met Wilders in een kabinet te gaan zitten. Voor partijen als PvdA, D66 en GroenLinks is Wilders de ideale tegenstander om zich te profileren als liberaler, socialer en meer gericht op tolerantie dan de extreemrechtse politicus die zoveel ontevredenen trekt.

Tactiek van afwezigheid

Geert Wilders had de campagne op gang moeten trekken, door te fungeren als de stier waarop alle toreadores hun banderilla's konden loslaten.

Maar Geert is in geen velden of wegen te bekennen. Hij heeft alle debatten tot dusver afgezegd, omdat hij alleen doet wat hij 'leuk' vindt, omdat ze bij RTL zijn oudere broer hebben geïnterviewd - die het gedachtegoed van kleine Geert verafschuwt - of om andere hem moverende redenen. Waarom hij een interview met mijn eigen krant - in een serie gesprekken met lijsttrekkers - heeft afgezegd, weet niemand. Vermoedelijk vindt hij de Volkskrant niet 'leuk' genoeg.

Daarmee is de angel uit de debatten getrokken en mist de campagne gif. Van de weeromstuit begonnen de linkse partijen elkaar vliegen af te vangen en wist premier Rutte in het zogenoemde Carré-debat van afgelopen zondag weinig anders te doen dan zichzelf zo staatsmanachtig mogelijk op te stellen.

Vermoedelijk hoopt Wilders dat zijn afwezigheid in zijn voordeel werkt. Hij weet dat hij op collectieve aanvallen kan rekenen, dat hij zal worden gevraagd naar zijn voorkeur voor Donald Trump en bovendien is het verschil tussen zijn opvattingen en die van sommige anderen veel kleiner dan bij de vorige verkiezingen. Veel van Wilders' ideeën over immigratie en integratie zijn in mildere vorm overgenomen door het gros van de partijen: bijna alle partijen zijn tegen de vermeende islamisering, bijna allemaal willen ze het aantal vluchtelingen beperken en hangen ze de een of andere vorm van nieuw nationalisme aan.

De tactiek van de afwezigheid lijkt niet te werken, als je tenminste mag afgaan op de peilingen. Daarin zakt de PVV terug - de partij wordt nu ongeveer even hoog ingeschat als de VVD. En een slimme politicus als Sybrand Buma van de christendemocraten profiteert van de afwezigheid van het blonde beest door nóg nadrukkelijker diens boodschap te prediken en zich te profileren als de leider op rechts, voorlopig met succes in de peilingen als gevolg.

Maandagavond zat Wilders bij het huisvrouwenprogramma Tijd voor MAX. Het ging alleen maar over zijn jeugd, niet over zijn ideeën.

Er volgt nog een een-op-eendebat met Mark Rutte, twee dagen voor de verkiezingen, en een debatje met Lodewijk Asscher (PvdA) en Gert-Jan Segers, van de kleine Christen-Unie, de vooravond van verkiezingsdag.

Als Wilders tenminste niet op het laatste moment bedenkt dat hij dat niet leuk vindt.