Gorilla versus Manx Express

Hoeveel keer hebben André Greipel en Mark Cavendish de degens al gekruist in de Tour? Overschat het niet. Als we enkel rekening houden met de ritten waarin de twee voluit konden sprinten - en dus niet gehinderd werden door mechanische pech, valpartijen, botsingen of insluitingen - blijven zeventien etappes over. Dat is niet overdreven veel, maar dat komt omdat Greipel al 28 was toen hij in 2011 zijn debuut maakte in de Tour. "Voordien werd ik nooit geselecteerd", zegt de Duitser. "Ik wilde wel gaan, maar ik mocht niet."

Dat was in de jaren dat Greipel in dezelfde ploeg reed als de Manx Express, bij HTC Colombia. De sprinter werd er ondergewaardeerd en kwam pas na zijn transfer naar Lotto tot volledige ontbolstering. Sindsdien won hij acht ritten in de Tour. Cavendish won er 25, maar die is al bezig sinds 2007. Greipel zegt dat hij de tel niet bijhoudt: de rivaliteit met zijn vroegere ploegmaat is niet meer zo scherp als weleer. De man uit Rostock vertrok destijds met ruzie bij Colombia, maar dat zijn oude koeien. "Vandaag is er respect voor mekaars prestaties", zegt hij.

Moet ook, geen twee spurters die mekaar de laatste vijf jaar zo vaak tegenkwamen in de Tour als zij. In die zin zijn de zeventien onderlinge duels wél veel. Cavendish heeft duidelijk het voordeel: hij toonde zich twaalf keer de sterkste. Wat wil niet zeggen dat de Brit in elk van die twaalf confrontaties ook de rit won: de twee werden geregeld samen afgetroefd door Marcel Kittel of Tyler Farrar (in zijn jonge dagen). "Ook dit jaar wordt het geen two horse race, geen tweestrijd", zegt Greipel. "Er zijn nog sterke sprinters in de Tour: Kristoff, Sagan, Bouhanni, Démare... Het klopt natuurlijk wel dat Cavendish en ik al het langst meegaan."

Niet dat Greipel zich daarom oud voelt. Later deze maand wordt hij 33, maar op zijn snelheid lijkt geen sleet te komen. "Ik voel me goed", zegt hij. "De vorm is goed en ik heb het voordeel van de ervaring. Maar toegegeven: zelfs nu maakt de Tour me wat nerveus. Dit is de enige wedstrijd waarin renners met gebroken botten toch blijven voortrijden. De grootsheid van de Tour verplicht je daartoe, ook ik voel dat gewicht."

Niet te vroeg op kop

Greipel is de Tour nog nooit geëindigd zonder ritzege, ook nu wordt van hem verwacht dat hij scoort. "Mensen vinden dat ondertussen evident, maar dat is het niet. Af en toe betrap ik me erop dat ik zelf luchtig doe als ik Cavendish of Kristoff een makkelijke zege zie behalen op tv. Tot ik weer besef aan welke snelheid die mannen spurten. Als ik de komende weken één rit win, is mijn Tour meteen geslaagd."

Aan groen denkt de 'Gorilla' voorlopig niet. "Als je wint, komt die trui automatisch in beeld, maar mijn prioriteit is een rit pakken. Ik heb het eerder al gezegd: als sprinter ben je daarvoor afhankelijk van je sprinttrein. De manier waarop je wordt afgezet in de laatste 200 meter bepaalt alles. Wat dat betreft, wil ik de ploegleiding bedanken: zij hebben de jongens meegestuurd die ik bij me wilde."

Greipel wijst erop dat er in deze Tour weinig kansen zijn op een massaspurt dan andere jaren. Vijf of zes, naar schatting. "Ik ben alleen zeker van de tweede en de laatste rit (Zeeland en de Champs-Élysées, BA)", zegt hij. Dat Kittel er niet bij is, verhoogt dan weer de winstkansen voor de concurrentie, maar dat wil de kopman van Lotto-Soudal niet luidop zeggen. "Het had me niet uitgemaakt als Kittel er wel bij was geweest. Marcel was nooit onklopbaar. Ik heb geregeld van hem gewonnen."

Dat er met het afhaken van Kittel een ploeg wegvalt die er belang bij heeft om de koers te controleren, gelooft Greipel niet. "Giant-Alpecin heeft ook nog John Degenkolb. Voor hem zullen ze wel wat willen doen in de sprint. Het ideale scenario zou zijn dat Tom Dumoulin de tijdrit wint en geel pakt. Dan moet zijn ploeg de verantwoordelijkheid nemen."

Greipel wil in ieder geval niet dat Lotto het gewicht van de koers alleen moet dragen in de vlakke etappes. "Ik wil niet dat we te vroeg op kop komen om dan in de finale voorbijgestoken te worden door frissere mannen. Die fout hebben we vorig jaar gemaakt."