Direct naar artikelinhoud

Gewelddadige para’s riskeren 10 jaar

Er zijn vier slachtoffers geïdentificeerd, maar geen van hen heeft zich (al) burgerlijke partij gesteld. Volgens het leger gaat het om ‘een eenmalig feit van excessief machogedrag’, maar verschillende betrokkenen menen dat de doop van jonge rekruten dikwijls gepaard gaat met geweld. Kwestie van de mietjes en de elite te onderscheiden.

De feiten dateren van de periode augustus tot oktober 2009. De kazerne in Tielen, waar ‘3 Para’ of het Derde Bataljon Parachutisten gestationeerd is, draaide op dat moment op een laag pitje wegens twee buitenlandse missies. Een groot deel van de paracommando’s zat in Kosovo, een ander deel was uitgestuurd naar Kunduz in Afghanistan. Onder hen ook de korpscommandant, kolonel Stefaan Schoenmaekers.“De achterblijvers hielden zich op een gegeven moment bezig met de ontgroening van de jonge rekruten”, vertelt syndicaal afgevaardigde Hans Lejeune. “Was het uit verveling of uit haantjesgedrag? Ik weet het niet. Feit is dat er twee beroepsvrijwilligers (‘soldaten’ in de volksmond, MJ) blijkbaar over de schreef zijn gegaan. De leidinggevende commandant die op dat moment de hoogste in rang was, heeft onmiddellijk de korpsoverste ingelicht zodra die terug was.”

Werkonbekwaam

Michaël D. (24) en Wouter T. (22) sloegen en stampten er zodanig op los dat één van de slachtoffers werkonbekwaam werd bevonden. Toch zwegen de slachtoffers in alle talen. Pas toen een jongeman tijdens zijn exitgesprek schoorvoetend toegaf dat hij het leger verliet wegens de gewelddadige doop, ging de bal aan het rollen. Korpscommandant Schoenmaekers zette de twee op non-actief en kaartte de zaak aan bij het Turnhoutse gerecht.“Er is een onderzoek gevoerd naar de feiten. De uiteindelijke tenlasteleggingen zijn drie keer slagen en verwondingen met voorbedachtheid en in één geval met blijvend letsel tot gevolg”, legt parketwoordvoerster Inge Delissen uit. Eind oktober werden Michaël D. en Wouter T. aangehouden. T. bleef maar enkele dagen in de cel, D. werd pas na een maand ‘gelost’. De raadkamer legde hen strikte voorwaarden op, waaronder een contactverbod en verplichte begeleiding voor hun agressieprobleem.Op 17 februari begint hun strafproces voor de correctionele rechtbank van Turnhout. De jongemannen riskeren in theorie een maximumstraf van tien jaar cel. Vooralsnog heeft niemand zich burgerlijke partij gesteld. Volgens de advocaten van de twee beschuldigden is de affaire danig uit haar context getrokken. “De raadkamer heeft uiteindelijk één beschuldiging weerhouden”, betoogt de raadsman van Wouter T., meester Jan De Man. “Het is aan de rechtbank om te oordelen over die betichting, tot dan geldt het vermoeden van onschuld.” De Man meent dat er in het dossier tal van verklaringen zitten die in het voordeel spelen van Wouter T., “ook van zijn hogeren in rang”.Michaël D.’s advocate Veerle Verhaegen poneert dan weer dat dit “geen verhaal is van twee losgeslagen jongens, maar wel van een lange traditie”. “Die ontgroeningen zijn bij de para’s een manier om het kaf van het koren te scheiden, het gaat er al eens hard aan toe. Mijn cliënt heeft dat ook moeten doorstaan. Alle anciens doen eraan mee, maar enkel deze twee worden naar de offertafel geleid. Zonder de feiten te willen minimaliseren, heb ik toch het gevoel dat dit duo aan de schandpaal moet worden genageld, waarna het leger op zichzelf kan terugplooien”, aldus meester Verhaegen.“In het verleden hadden de para’s niet altijd een goede naam, maar we hebben daaraan gewerkt”, verduidelijkt Defensiewoordvoerster Ingrid Baeck. “Machogedrag is niet meer van deze tijd. Het gebeurt nog af en toe dat anciens de rekruten verbaal of fysiek intimideren, maar de legertop heeft daar oog voor. Wel toegelaten zijn ludieke activiteiten die voor iedereen aangenaam zijn.”Toch is het opvallend dat één op drie “het ongepast gedrag van het kader” als reden opgeven voor hun vroegtijdige afzwaai. Zeker de paracommando’s kampen al een tijd met een leegloop. Verschillende (ex-)paracommando’s geven toe dat de gewelddadige ontgroening daar niet los van staat. “Groot gelijk hebben die jongens dat ze daar niet meer willen blijven. Wie die feiten ontkent of minimaliseert, is volgens mij niet veel beter dan die laffe pesters”, zegt een anonieme para. “Ik ben zelf ook nog getuige geweest hoe een rekruut in elkaar werd geslagen door een onderofficier. De meeste beroepspara’s zijn wel uit het goede hout gesneden, maar er zit ook een deel echt crapuul tussen.”Een tweede meent dat er bij de para’s enige hardheid aan te pas mag komen, “maar pesten is een brug te ver. En altijd wordt een ‘lulletje rozenwater’ eruit gepikt om extra stoer te lijken.” “Och”, reageert para nummer drie, “wat gaan ze doen als ze achter vijandelijke linies ondervraagd worden? Géén mietjes bij ons, basta.”

‘Ontgroening afschaffen’

Niet alleen in Tielen, maar ook in de kazernes van Burcht, Leopoldsburg en het Waalse Jambes zouden er gevallen bekend zijn van ontspoorde ontgroeningen. “Die konden intern worden opgelost, omdat er geen sprake was van criminele feiten”, klinkt het. Toch maken ze duidelijk dat een doop in het leger niet altijd even onschuldig is. Recent verscheen er overigens een lijvige nota over de specifieke procedure bij ontgroenings- en dooppraktijken, waarin pesterijen, geweld, verplichte traktaties en vernederingen absoluut worden verboden. Volgens vakbondsman Dirk Deboodt (ACOD) is er maar één oplossing. “Waarom schaft men de ontgroeningen niet gewoon af?”