Direct naar artikelinhoud

‘Moody’s smukte ratings op’

De top van de Amerikaanse kredietbeoordelaar Moody’s heeft analisten onder druk gezet om rooskleurige ratings toe te kennen aan riskante producten. Dat hebben enkele voormalige werknemers gisteren getuigd voor de Financial Crisis Inquiry Commission. Die onderzoekscommissie van het Amerikaanse Congres buigt zich over de oorzaken van de financiële crisis.

Ex-toplui van Amerikaanse kredietbeoordelaar getuigen in onderzoekscommissie

Op de hoorzitting kwamen niet alleen ex-toplui getuigen. Ook Moody’s grootste aandeelhouder, Warren Buffett, werd gehoord. De Amerikaanse superbelegger erkende dat het bedrijfsmodel van Moody’s niet meer ‘kogelvrij’ is, maar nam tegelijk de verdediging van het ratingbureau op zich.

Warren Buffett is met 17 procent de grootste aandeelhouder van Moody’s. Hij moest gisteren samen met Ray McDaniel, de CEO van Moody’s, opdraven voor de hoorzitting over de rol van ratingbureaus tijdens de financiële crisis. Moody’s gaf net als andere ratingbureaus herverpakte Amerikaanse hypotheken de toprating AAA. Toen de Amerikaanse huizenprijzen in 2007 begonnen te dalen, bleek het gros van de beleggingen rommel.

Moody’s-toplui hadden eerder op de dag al toegegeven dat ze onder druk stonden om rommel rooskleurig voor te stellen met als doel maximaal inkomsten te genereren. “Terwijl er nooit een expliciete richtlijn was om de kredietstandaarden te verlagen, moest elke gemiste deal worden verantwoord en verdedigd”, zei Eric Kolchinsky. Hij stond destijds aan het roer van Moody’s divisie die rommelhypotheken beoordeelde, maar is nu een van de klokkenluiders over Moody’s.

Mark Froeba, een voormalige topman in de derivatentak, bevestigde dat verhaal. Moody’s drang om marktaandeel te winnen maakte duidelijk dat de zakenbankiers de analisten controleren, schreef Froeba in een verklaring. “In wezen gebruikten ze intimidatie om een onderdanig analistenkorps te maken, dat bang was om de zakenbankiers tegen de borst te stuiten en dat zo maximaal mogelijk meewerkte.”

Ook de voorzitter van de Financial Crisis Inquiry Commission, Phil Angelides, spaarde gisteren bij de opening van de hoorzittingen zijn kritiek niet. Hij noemde Moody’s een ‘triple A-fabriek’, verwijzend naar de hoogste kredietwaardigheid die ratingbureaus uitdelen. “Om bot te zijn, het beeld is niet mooi”, zei Angelides. “Beleggers die op hen vertrouwden, waren niet zo goed af.”

Buffett, die doorgaans gretig zijn opinies ventileert op de zakenzender CNBC, was tot nog toe karig met commentaar over zijn investering in Moody’s. Enerzijds ging hij er altijd prat op zijn huiswerk te maken en ratings straal te negeren, anderzijds was hij altijd lovend over de rendabele ‘franchise’ van ratingbureaus die met enkele groten de markt domineren.

Gisteren op de hoorzitting erkende de superbelegger echter dat het bedrijfsmodel van Moody’s niet langer “kogelvrij” is. Al nam hij ook de verdediging van Moody’s op zich door te stellen dat de ratingbureaus gewoon fout zaten door te veronderstellen dat huizenprijzen niet zouden kunnen dalen. “Ze maakten dezelfde fout als 300 miljoen Amerikanen maakten.”

“Stijgende prijzen zijn een drug die veel mensen ertoe aanzette niet meer na te denken”, stelde Buffett, die eraan toevoegde dat de huizenzeepbel in de Verenigde Staten ‘de grootvader van alle zeepbellen was’. “Zelfs Isaac Newton liet zich vangen aan de South Sea Company-zeepbel.”

Commissievoorzitter Phil Angelides nam geen vrede met de uitleg. Hij stipte aan dat Moody’s met de veel te rooskleurige ratings mee de zeepbel hielp op blazen. “Iedereen zat misschien aan de drugs. Maar je mag toch ook van de politie verwachten dat ze niet in drugs dealen?”

Ook commissielid Peter Wallison nam Buffett op de korrel. “Waarom kon u de huizenzeepbel niet voorspellen?”, vroeg Wallison. Buffett weidde eerst uit over de tulpenbollenhype in de zeventiende eeuw in Nederland. Om dan te besluiten: “Yeah, I blew it (Ik heb het verprutst).”

Raymond McDaniel, de gedelegeerd bestuurder van Moody’s, verdedigde voor de commissie zijn businessmodel, dat inhoudt dat wie de effecten uitgeeft, ook betaalt voor de ratings. Volgens hem zijn ratingbureaus geen ‘gate keepers’ die kunnen verhinderen dat effecten worden uitgegeven.