Direct naar artikelinhoud

Club speelt kritiek weg

‘De kritiek zal nu wel minder zijn’, grijnsde Ryan Donk na afloop van de klinkende 4-1 zege tegen Sint-Truiden. De Brugse spelersgroep voelde zich op de tenen getrapt na de commentaren in de media na de nederlaag in Kortrijk en voetbalde alle frustraties van zich af. Club gaf tegen STVV een recht van antwoord, met Dalmat en Vadis als uitblinkers.

Gekrenkt Brugge slaat terug met knappe zege tegen Sint-Truiden

Clubcoach Adrie Koster paste zijn ploeg aan na de nederlaag vorige week. 4-4-2 werd 4-3-3 en Akpala en Geraerts maakten plaats voor Vargas en Dalmat.

Ramptoerisme. Met z’n allen rukten we zaterdagavond uit naar Brugge. Drive-in op Olympia voor wat aangekondigd werd als mogelijk een zeer bloederige film. Het werd echter een voorstelling voor fijnproevers omdat Adrie Koster zijn regie wat had aangepast. Hij zag hoe een gretig Club Brugge alle kritiek de mond snoerde met een heerlijk voetbalrecital. De benadering van Club gaat in één week tijd van zwart naar wit. Zo wordt nu eenmaal bericht over een topclub.

Het zou niet fair zijn elementen aan te halen die afbreuk doen aan de zege van Club. We kunnen oneindig doorbomen over de al of niet terugspeelbal van Euvrard als inleiding naar het openingsdoelpunt van Perisic, of we kunnen de walkover deels toeschrijven aan de matige Truiense tegenstand, maar ere wie ere toekomt: blauw-zwart voetbalde enthousiast, aan een hoog tempo en met inzet. Koster gaf toe dat de kritiek na de nederlaag op Kortrijk het eergevoel van de spelers had geraakt: “Ik heb niet eens zoveel ingespeeld op hun revanchelust. We vonden het gewoon allemaal overdreven. Mensen zijn dingen gaan zoeken die er niet zijn. In de kleedkamer en bij de technische staf was er geen aanleiding om ons werk in vraag te stellen. Goed, we verloren op Kortrijk, maar dat had ook te maken met Kortrijk.”

Koster vertelde niet helemaal de waarheid. Hij had wél iets in vraag gesteld. Analist Marc Degryse stelde na de wedstrijd in Kortrijk vast dat de ruit op het Brugse middenveld niet langer houdbaar was. “Ik zou overwegen om een ander evenwicht te zoeken op middenveld”, schreef Degryse, en hij dropte de naam van Ronald Vargas in zijn hattrick. “Donderdag trainde ik met de veldbezetting zoals op Kortrijk”, doet Koster het verhaal. “Die training was zo rampzalig dat ik vrijdag achter gesloten deuren een alternatief uitprobeerde. En dat lukte wél.”

Knap van Koster: hij schakelde om naar een 4-3-3 met Perisic en Dalmat als buitenspelers, Vargas als spelmaker en Blondel als tweede verdedigende middenvelder naast Vadis. Dalmat in vorm is op zijn positie in België hors catégorie, Vargas is een nonchalante kunstenaar, Perisic ziet ruimtes tussen de linies en Vadis kan met luitenant Blondel naast zich zijn kwaliteiten laten primeren op zijn tekortkomingen.

Het tweede Brugse doelpunt genoot onze voorkeur: Vargas speelde diep in op Dalmat, die trok de bal mee over het hoofd van Odoi, legde breed op Kouemaha, de Kameroener stak in één tijd de bal achter de defensie op de inmiddels doorgespurte Dalmat en hij vond op zijn beurt aan de tweede paal Perisic. Olympia klapte in de handen, Pol Jonckheere haalde opgelucht adem. Zelfs een doelpunt van Wim Mennes kon het feestje daarna niet verstoren. De volley van Blondel en de schicht van Vadis waren evenzeer beauty’s.

“De soep wordt nooit zo heet gedronken als ze wordt opgediend”, verwees Adrie Koster naar de voorbije moeilijke week. De trainer bleef sereen na de uitschuiver in Kortrijk. Ook de spelers mochten zaterdag met recht en rede triomferen: zij sloegen hard terug en presenteerden zich dit keer als een homogeen collectief.