Direct naar artikelinhoud

Orkest achter slot en grendel

Op de tonen van het James Bond-themalied werkt deFilharmonie zich een weg naar het hart van gevangenen. En omgekeerd. Al verandert dat zodra Andras Pandy of Hans Van Themsche in de zaal zitten. Sjoukje Smedts

Rumoer in de gevangenis van Dendermonde. Niet in de drie cellenvleugels, wel in het lokaal waar deFilharmonie zich klaarmaakt voor haar gevangenisoptreden. Violen worden er gestemd, hobo's en klarinetten warmgeblazen. En dat klinkt niet harmonieus. "Tja, dit is deSingel niet", glimlacht Hedwig Scheltjens, woordvoerder van deFilharmonie. De muzikanten lijken het nauwelijks te merken. De voorbije dagen speelden ze dan ook al in de gevangenis van Leuven en in twee zorgcentra. De afgelopen jaren organiseerden ze gelijkaardige optredens in onder andere asielcentra.

"De tijd dat je als symfonieorkest achteruit kon leunen en wachten tot het publiek naar jou komt, is voorbij", verklaart Hans Verbugt, intendant van deFilharmonie. Eerst deed het orkest dat door haar repetities open te stellen. Nu trekt het zelf de boer op. Dat is vaak praktischer.

Behalve vandaag dan. Terwijl de leden van deFilharmonie maandag nog een wagen vol instrumenten de binnenplaats van Leuven Centraal mochten oprijden, moeten de muzikanten nu per tien de gevangenis binnen om er hun spullen te laten controleren. "Hier waren de voorbije jaren dan ook nogal wat ontsnappingen", merkt iemand uit de entourage op. Het is niet de laatste keer dat de spanning om te musiceren in een gevangenis wordt weggegrapt. "Veel van deze gevangenen zitten in voorarrest. Zij kunnen binnenkort een abonnement kopen voor onze voorstellingen, als ze vrijkomen", klinkt het even later gniffelend.

Geanimeerde discussie

De opmerking is misschien zo gek nog niet. Het lijkt logisch dat deFilharmonie via de sociale projecten waarvoor ze zich engageert, ook (betalend) publiek naar de zalen hoopt te lokken. "Dat is waarschijnlijk toch ijdele hoop", reageert intendant Verbugt. "Wij beseffen gewoon als geen ander hoe klassieke muziek op mensen inwerkt. Dat willen we delen, ook met mensen die er normaal geen toegang toe hebben."

Gevangen dus, bijvoorbeeld. Een van hen geeft snel aan dat hij buiten de gevangenismuren nooit naar een klassiek concert zou gaan. Zelfs tijdens het eindeloze zappen in zijn cel gaat hij met een simpele druk op de knop snel voorbij alles wat een zweem van klassieke muziek met zich meedraagt. "Maar hier ga ik nog lang over kunnen napraten tijdens de wandeling of als ik naar huis bel."

Niet iedereen is enthousiast over wat komen gaat. De concurrentie is dan ook groot. Het concert van deFilharmonie valt samen met de openingsuren van de fitnesszaal en van de bibliotheek. En met het bezoekersuur. Wanneer een gevangene het lokaal wordt uitgeleid omdat hij onverwacht bezoek krijgt, galmt dan ook een niet mis te verstane boodschap door de ruimte. "Dat is beter, hè." Bovendien schreven 47 gevangenen zich in voor het concert, maar komt minder dan de helft opdagen.

"We zullen gewoon beginnen, de rest kan eventueel nog later binnenkomen. In de Koningin Elisabethzaal gebeurt dat tenslotte ook", besluit begeleidster Ilse Delmeire. Ze richt zich tot een verantwoordelijke van de gevangenis. "Maar is het mogelijk om er in de aankondiging van het orkest op te wijzen dat veel meer mensen zich inschreven? Dat is beter voor het moraal van de muzikanten." Het is voor muzikanten niet altijd even gemakkelijk om zich op te laden voor een sociaal project, geeft ze toe. "Al weet je altijd snel waarom je het doet. Die concerten kunnen je zo bij de keel grijpen."

Wat Delmeire bedoelt, wordt algauw duidelijk. Al na een stukje Mozart en een vleugje Sjostakovitsj is het applaus hartelijk. Zodra het themalied van James Bond wordt aangekondigd, worden tanden blootgelachen en beginnen hoofden mee te knikken. Enkele muzikanten pikken de signalen op en grijnzen breed mee. Een mens zou haast vergeten dat hij in de gevangenis zit.

"Het was een typisch gevangenisconcert", vat dirigent Steven Verhaert het na afloop samen. "Voor het concert tiert het testosteron nog welig, zodra de muziek start, zie je veel geboeide blikken." Al raast het testosteron kort na het concert alweer door de mannenlichamen. Zodra de ene gevangene opwerpt dat de heren van het slagwerk duidelijk de betere muzikanten waren, neemt een andere het op voor de violist die een solo speelde. Een geanimeerde discussie ontstaat terwijl Verhaert en zijn collega's inpakken. "Het gebeurt niet dikwijls dat we zo dicht bij ons publiek staan, maar een concert blijft een concert. Al voelt spelen hier wel een tikkeltje anders dan voor een publiek dat tweeduizend mensen telt."

Te groot geschenk?

Er is misschien toch nog een verschil, bedenkt Verhaert. Het herkennen van gezichten in het publiek is in een gevangenis vaak minder prettig dan in een schouwburg. "Het was een schok om te merken dat Hans Van Themsche in de zaal zat toen we speelden in de gevangenis van Oudenaarde. Zoiets is niet evident voor een orkest dat zijn uitvalsbasis heeft in Antwerpen." In Leuven Centraal stond Verhaert dan weer oog in oog met Andras Pandy. "Dat zet je wel aan het denken. Is het een te groot geschenk om wie zo'n ernstige misdaden pleegde te trakteren op een concert?"

DeFilharmonie-intendant Hans Verbugt kent de vraag. "Ze werd enkele jaren geleden meer dan eens gesteld tijdens functioneringsgesprekken. Intussen staan onze muzikanten toch ook volledig achter deze concerten. Omdat ze wat met de mensen doen. Zowel met de gevangenen als met de muzikanten. Als ik niet zo ongevoelig was, zou ik huilen elke keer dat ik het weer zie gebeuren."