Direct naar artikelinhoud

'Doodgaan is het fijnste van het leven'

Angst voor de dood is onterecht, zo concludeert neuroloog Steven Laureys na zijn onderzoek naar bijna-doodervaringen. Mensen die op het nippertje een levensbedreigende situatie overleefden, melden een opmerkelijk gevoel van gelukzaligheid. 'De indrukken zijn rijk en gedetailleerd.'

Razendsnel je leven voorbij zien flitsen. Een tunnel met licht op het einde. Boven je eigen lichaam zweven terwijl dokters je trachten te reanimeren. Er zijn bestsellers, websites, films en verenigingen gewijd aan (bijna) doodgaan. Maar nauwelijks wetenschappelijk onderzoek. Neuroloog en comaspecialist Steven Laureys (Université de Liège) wil daar verandering in brengen. Want tijdens zijn consultaties hoort hij er vaak prachtige verhalen over. "Omdat ik weet hoe abnormaal de hersenactiviteit is tijdens bijvoorbeeld een hartaanval, vind ik het intrigerend dat mensen daar zo'n intens mooie en rijk gedetailleerde herinneringen aan overhouden", zegt Laureys.

Daarom verzamelde hij onder zijn patiënten genoeg bijna-doodervaringen voor uitgebreid onderzoek. Het team woog die verhalen op de schaal van Bruce Greyson, een objectieve methode om te bepalen of er wel echt sprake is van een bijna-doodervaring. Zo konden Laureys en co. 190 herinneringen selecteren van mensen die om uiteenlopende redenen in coma raakten: van een hartaanval over een bijna-verdrinking tot een ernstig hoofdletsel.

De twee belangrijkste conclusies zijn dat de dood er voor zowat iedereen hetzelfde uitziet en dat het een intens aangenamere ervaring is. Er zijn hypotheses dat bepaalde oorzaken de typische bijna-doodervaringen verklaren, onder meer door zuurstoftekort of de aanmaak van endorfinen bij bepaalde ontbindingsprocessen. Maar als bijna-doodervaringen bijverschijnselen zouden zijn van stervensprocessen, dan zouden verschillende 'doodsoorzaken' verschillende ervaringen opleveren. Dat is duidelijk niet zo.

De meest voorkomende sensatie is die van een krachtig vredevol gevoel (90 procent), zo schrijven de onderzoekers in Frontiers in Human Neuroscience. Zo'n 80 procent heeft ook de indruk zijn of haar lichaam te verlaten. Een grote relativering van de tijd en dringende zaken is de derde meest voorkomende indruk (78 procent).

Bewustzijn

Ook een 'onaardse' omgeving, een gevoel van eenheid en harmonie, een gevoel van vreugde en fel licht komen bij een ruime meerderheid voor. Die bevindingen lopen grotendeels parallel met gelijkaardige onderzoeken.

Laureys: "Sommige clichés worden onderuit gehaald. Zo rapporteren maar weinig mensen (11 procent) dat ze de film van hun leven zagen passeren en ook 'ontmoetingen' met overlevenden komen zeer weinig voor."

Maar wat het allerminst opduikt, zijn mensen bij wie de bijna-doodervaring niet aangenaam is. "De positieve gevoelens zijn zeer aanwezig, alsof doodgaan het prettigste moment van het leven is. Bang zijn voor de dood lijkt op basis van deze resultaten alvast nergens voor nodig", zegt Laureys. In slechts twee van de 190 gevallen was de ervaring eerder samen te vatten als 'hels'.

Welke neurologische processen hier nu achter schuilgaan, is nog een raadsel. Maar ook hier blijkt alvast één populair idee verkeerd. Laureys: "Doodgaan betekent niet dat er sprake is van een flatline, waarbij er geen hersenactiviteit meer is. Het staat vast dat bijna-doodervaringen het resultaat zijn van een fysiologische realiteit, niet van leven na de dood. Een snelle en makkelijke neurologische verklaring is er niet, maar het sluit aan bij onze eerdere bevinding dat je niet je volledige hersenen nodig hebt om bewustzijn te hebben."

Om meer zicht te krijgen op het proces, gaat het team nu de hersenen scannen van hartpatiënten met een bijna-doodervaring die net uit hun coma zijn ontwaakt. Laureys: "We zoeken kleine littekentjes die weerspiegelen wat er precies in de hersenen is gebeurd."

Oproep: Mensen vinden die een bijna-doodervaring doormaakten, is geen sinecure. De onderzoeksgroep van Steven Laureys lanceert een oproep aan iedereen in dat geval om hen te contacteren. Dat kan via: coma@chu.ulg.ac.be