Direct naar artikelinhoud

Klimaatzaak is geen taalkwestie

Francesca Vanthielen is tv- presentatrice en medeoprichter van de Klimaatzaak.

Vandaag begint in Parijs de COP21, volgens velen de belangrijkste klimaatconferentie ooit. Na de mislukking in Kopenhagen in 2009 zijn de verwachtingen hooggespannen. Er zou deze keer wel een opvolger voor het Kyoto Protocol uit de bus moeten komen, anders duiken akelige toekomstscenario's op.

Onze Belgische delegatie is alvast goed vertegenwoordigd, met zes ministers die de komende twee weken naar Parijs zullen reizen. Niet dat we ons daar op de borst voor kunnen kloppen. Gisteren gingen de bevoegde ministers zonder een definitief intra-Belgisch klimaatakkoord uit elkaar. Na zes jaar gebakkelei is dat intriest te noemen. Niemand kan nochtans de wetenschappelijke feiten naast zich neerleggen: de gevolgen van een klimaatopwarming boven de 2 graden (het zogenaamde tipping point) zijn desastreus voor ons welzijn, onze welvaart en zelfs voor de geopolitieke stabiliteit. De Britse meteorologische dienst maakte eerder deze maand bekend dat we sneller dan verwacht aan een wereldwijde temperatuurstijging van 1 graad zitten. De niet te negeren sense of urgency heeft België blijkbaar niet begrepen en ook de talloze studies die aantonen dat een transitie naar een low carbon economy profijt oplevert (tewerkstelling, lagere kosten in sociale zekerheid) wegen blijkbaar niet of nauwelijks in de onderhandelingen.

Ook met onze Klimaatzaak botsen we tegen de verlammende structuren van ons land. Acht maanden nadat de rechtszaak werd ingeleid, staan we nog geen stap verder. Reden? Vlaanderen betwist voor de tweede maal op rij de keuze van de taal waarin het proces gevoerd zal worden. We passen nochtans gewoon de Belgische rechtsregels toe. De postadressen van de federale overheid, het Brussels en Vlaams Gewest zijn gevestigd in Brussel. De rechtsprocedure kan daardoor naar keuze in het Frans of het Nederlands gebeuren. Dat is anders voor het Waals Gewest (met hoofdzetel in Namen), waar Frans de voertaal is bij rechtsprocedures.

Voor de vereenvoudiging van de rechtsgang (en het inperken van gerechtskosten aan beide zijden) heeft een rechter zich al positief uitgesproken voor het voeren van het proces in één landstaal, namelijk het Frans. Voor de oprichters en de 9.000 mede-eisers van de Klimaatzaak maakt de taal niet uit, wel het resultaat. Onze Vlaamse minister van Klimaat gaat nu in beroep tegen deze uitspraak van de rechter. Waarom eigenlijk? Als Vlaanderen wil verhinderen dat er rechtszaken in het Frans tegen haar worden gevoerd, moet ze maar verhuizen naar Mechelen, Antwerpen of Zichen-Zussen-Bolder.

Het Vlaams Gewest vindt het echter nodig het nog bonter te maken. Minister Joke Schauvliege (CD&V) wil laten uitzoeken of Vlaanderen niet gediscrimineerd wordt door de huidige taalwetgeving. Er wordt dus mogelijk een nieuwe procedure opgestart over de Belgische taalwetgeving an sich. Alleen het Grondwettelijk Hof kan hierover een uitspraak doen en dat kan makkelijk anderhalf jaar aanslepen. Ik zie maar twee verklaringen. Minister Schauvliege hengelt naar de gratie van de N-VA, of dit is louter een platvloers en doorzichtig vertragingsmanoeuvre om een uitspraak ten gronde uit te stellen. En laat uitstelgedrag net dát zijn wat het klimaat niet nodig heeft.

Wat we wel nodig hebben, zijn politici die zich niet enkel blindstaren op de kosten op de korte termijn maar ook de baten op de lange termijn zien. Dat vergt moed en visie. Laten we in ieder geval hopen dat het klimaatdebat in Parijs geen taalkwestie wordt.