Direct naar artikelinhoud

Drie jaar oorlog, en Assad wil er nog eens zeven jaar macht bij

De gesprekken in Genève zijn mislukt, de deadline voor chemische wapens wordt niet gehaald en Rusland noch Iran is zinnens enige toegeving te doen. Er is in de nabije toekomst niets meer dat de toestand in Syrië zou kunnen veranderen. En intussen maakt president Assad zich klaar voor zijn herverkiezing, voor nog eens zeven jaar onbetwiste macht. Ayfer Erkul

Ee hadden ze al een tijdje niet gezien, de pro-regimedemonstranten, maar in Syrië werden de afgelopen weken opnieuw manifestaties gesignaleerd voor president Bashar al-Assad. In Damascus en Latakia, twee regio's waar de Syrische regering de macht heeft, kwamen duizenden mannen, vrouwen en kinderen op straat met Syrische vlaggen en spandoeken met foto's van Assad.

Of dat vertoon van trouw zo spontaan is als de regering doet uitschijnen, valt te betwijfelen. Er circuleren bijvoorbeeld berichten dat winkeliers worden aangemaand Syrische vlaggen op hun etalage te schilderen. De demonstraties roepen president Assad op zijn kandidatuur te stellen voor de presidentsverkiezingen van deze zomer. Officieel heeft de man nog niets aangekondigd, maar in een interview met persbureau AFP zei hij wel: "Ik zie niet in waarom niet. Als de bevolking mij wil hebben, zal ik geen seconde aarzelen."

Dit is de bittere balans van drie jaar oorlog in Syrië: een dictator die ondanks 140.000 doden en een ernstige humanitaire crisis onverstoorbaar aankondigt dat hij deze zomer opnieuw opkomt. De Arabische Lente van begin 2011 betekende het einde van drie dictators in het Midden-Oosten, maar Assad is nog steeds op post. De president deinsde er niet voor terug de aanvankelijk vreedzame demonstraties brutaal de kop in te drukken en zijn land mee te sleuren in een bloedige burgeroorlog.

Een oorlog die momenteel in geen enkele richting evolueert. Kon het Vrije Syrische Leger de eerste jaren terreinwinst boeken en steden als Aleppo innemen, dan is er al zeker een jaar amper iets veranderd. Wie de kaart van Syrië bekijkt, zou zelfs kunnen besluiten dat het regime opnieuw aan de winnende hand is. "Je ziet inderdaad dat het regime goed standhoudt", verklaart Andrew Tabler, Syrië-expert van het gerenommeerde Washington Institute for Near East Policy. "Af en toe winnen de rebellen terrein, af en toe haalt het regime een gebied binnen. Wel zien we dat Assad er niet in slaagt om die gebieden gedurende lange tijd te controleren omdat hij niet voldoende manschappen heeft. Daarom lanceert hij aanvallen met chemische wapens, scudraketten en, sinds kort steeds vaker, barrel bombs(vaten gevuld met explosieven die vanuit helikopters op dichtbevolkte gebieden worden gedropt, AE)."

Raadsel

Al bij al zit het regime er dus nog redelijk comfortabel bij. Waarom zou Assad dan ook maar een toegeving doen aan de internationale gemeenschap? Dat bleek ook vorige maand, tijdens het vredesoverleg in Genève, waar oppositie en regime bijeenzaten om te spreken over een mogelijke transitieregering voor Syrië. Tenminste, dat was de bedoeling.

"Er was grote hoop gevestigd op de gesprekken in Zwitserland, de verwachtingen waren enorm", zegt Syriëwatcher Omar Imady van het Centre for Syrian Studies aan de Schotse universiteit van St-Andrews. "Het regime eiste dat er eerst over terrorisme in Syrië zou worden gepraat en over de groei van extremistische groeperingen, en pas daarna over een transitie. De oppositie en het Westen gaven toe, al blij dat Assad en de zijnen bereid waren om te praten. Maar toen er effectief gepraat moest worden over een toekomst zonder Assad, haakte Damascus af."

Het was, zo zegt Imady, ook de bedoeling dat Rusland, de grootste bondgenoot en wapenleverancier van Syrië, tijdens Genève zou overgaan tot enkele concessies en het Assadregime zou overtuigen mee te werken. Maar ook dat gebeurde niet. Sindsdien is de Russische halsstarrigheid wat Syrië betreft helemaal een raadsel voor de buitenwereld.

Omar Imady: "Rationele mensen gaan ervan uit dat Ruslands betrokkenheid bij Syrië gebaseerd is op rationele gronden, op strategische redenen bijvoorbeeld. Ze nemen aan dat ze Rusland, met rationele argumenten, kunnen overtuigen dat de huidige Russische benadering van de Syriëkwestie niet in het belang van Moskou is. Maar de afgelopen drie jaar hebben aangetoond dat dat niet mogelijk was. Zelfs verregaande toegevingen, waarbij Moskou een sterke inbreng zou houden in Syrië, werden een na een verworpen."

De reden is volgens Imady dat in Poetins houding tegenover Syrië veel meer trots gemoeid is dan we ooit vermoedden. "Er is zoveel wrok dat een rationele discussie of een humanitaire smeekbede nooit zal overtuigen. Syrië is Ruslands favoriete plaats geworden om te bewijzen dat Amerika, en het hele Westen, het verkeerd voor hebben en dat ze zelfs irrelevant zijn geworden."

Rusland lukt niet, dan misschien Iran, de tweede goede vriend van het Syrische regime, proberen te overtuigen? De Europese Unie heeft zijn hoop sinds kort gevestigd op Teheran om tot een doorbraak te komen in Syrië. Geen volledige doorbraak, enkel een oplossing van de humanitaire crisis. Sinds de verkiezing vorig jaar van de gematigd conservatieve Hassan Rouhani, en diens toegevingen op nucleair vlak, is de relatie tussen Teheran en het Westen wat verbeterd.

Momenteel is EU-buitenlandbaas Catherine Ashton in Iran om te pleiten voor toegevingen rond Syrië. Maar Andrew Tabler van het Washington Institute vreest dat ook hier teleurstelling zal volgen. "Het probleem is dat de nucleaire kwestie nu wel in handen van meer gematigden is, maar dat de kwestie Syrië nog steeds bij de hardliners in het land ligt. Hoe Qasem Soleimani, de leider van de Quds-brigades, een speciale eenheid binnen de Revolutionaire Garde die ook in Syrië opereert, in de toekomst zal reageren, is nog zeer de vraag. Intussen zal Iran Assad blijven steunen."

Impasse

Met de houding van Rusland en Iran is de deadlock compleet. Vorige maand slaagde Rusland er bijvoorbeeld in om de aanvankelijk erg scherpe tekst van de VN-Veiligheidsraad, waarin met sancties werd gedreigd als Assad geen humanitaire hulp toeliet aan de Syrische burgers, te veranderen in een nietszeggende verklaring waarin enkel maar een "sterke boodschap" werd gestuurd naar het regime.

En ook de aanvankelijke geruststelling dat Assad op zijn minst werk maakte van de verwijdering van de chemische wapens in zijn land, is omgeslagen in ongerustheid. Tot nu toe heeft het land maar een derde van de voorraad naar het buitenland verscheept voor vernietiging, liet de OPCW (Organisation for the Prohibition of Chemical Weapons) in Den Haag vorige week weten. De deadline om alle wapens eind juni het land uit te hebben, lijkt daarmee in gevaar.

Bovendien, zo was ook de afspraak met de OPCW, moet Assad tegen eind deze week zijn twaalf installaties voor de productie van chemische wapens hebben vernietigd. Maar de kans dat het regime die deadline haalt, is even groot als de kans dat Assad deze week nog opstapt.

Wat wil Bashar al-Assad, is de vraag die velen zich dezer dagen stellen. Alleszins verder regeren, zegt Andrew Tabler. "Een toekomstige regering zonder hem is gewoon niet aanvaardbaar voor hem. En hij doet er alles aan om zijn positie te behouden. Hij is erg onvoorspelbaar. Zogenaamde 'red lines', zoals president Obama stelde als Assad zijn chemische wapens niet zou afstaan, gaat hij niet overtreden maar zal hij wel proberen de dingen in zijn voordeel te doen keren, zoals we nu zien met de chemische wapens. Intussen dreigt hij een hele regio mee te sleuren in de oorlog, maar daar trekt hij zich niets van aan."