Direct naar artikelinhoud

Vaarwel solidariteit

Lech Walesa hielp met de vakbond Solidariteit het IJzeren Gordijn slopen, hij was een held voor de miljoenen Centraal- en Oost-Europeanen die van democratie droomden. Maar dat was toen. Terwijl zijn Poolse landgenoten Walesa allang met een korrel zout nemen, dwingen zijn homofobe uitspraken hem nu ook in het buitenland van zijn sokkel. 'In zijn opvatting van democratie is voor diversiteit geen plaats.' Lode Delputte

n het parlement horen homoseksuelen op de laatste rij thuis, of zelfs achter een muur. Ik wil niet dat deze minderheid, waarmee ik het niet eens ben, de straat optrekt en er mijn kinderen en kleinkinderen in verwarring brengt. Homo's moeten zich met kleinere dingen bezighouden, niet met grote politiek." De woorden die Nobelprijswinnaar voor de Vrede en democratisch boegbeeld Lech Walesa (69) zaterdag uitsprak op televisiezender TVN 24, veroorzaken beroering. In de internationale pers vooral, maar zeker ook onder liberale Polen.

"Hij beseft niet langer in wat voor maatschappij we leven", reageert Robert Biedron, het eerste openlijk homoseksuele parlementslid van Polen. "Ergens is hij op de dool geraakt. Ooit was hij een held. Ik droom ervan de zaak met hem aan te kaarten."

Ook Ryszard Nowak, een voormalig conservatieve parlementariër, is niet mals. Volgens Nowak zet Walesa aan tot haat jegens seksuele minderheden. Gisteren diende de politicus klacht in tegen de oud-staalarbeider. "We onderzoeken de uitspraken en kijken of de klacht ontvankelijk is," zei een woordvoerster van het Openbaar Ministerie.

Of er was Janusz Palikot, leider van zijn eigen anticlericale en diversiteitsgezinde beweging Palikot: "We kenden Walesa als iemand die muren sloopte, niet iemand die muren optrok. Democratie is gebaseerd op de bescherming van minderheden, wat hij zegt is daarmee in tegenspraak", aldus Palikot aan Reuters.

Toegegeven, Walesa is van zijn eerste aangebrande uitspraak nog niet dood, zeker niet als het over holebi's gaat. Twaalf jaar geleden beweerde hij vanaf het spreekgestoelte dat "die mensen medische behandeling nodig hebben". En nog: "Stel u voor dat we allemaal zo waren, dan zou ik niet eens nageslacht hebben gehad."

Geen zorgen: Lech en zijn vrouw Danuta hebben samen acht kinderen. Maar, zei hij ook, "als mijn eigen zoon een homo was, zou ik bidden opdat hij dat slechte pad verlaat."

Conservatief contraoffensief

Geen haan die ernaar kraaide, destijds. Of beter, geen uitspraken die een schokgolf door het universum jaagden. Dat het deze keer wel gebeurt, heeft twee verklaringen, en de ene is met de andere verbonden. Ten eerste woedt ook in Polen het debat over het samenlevingscontract voor holebi's, ten tweede past dat debat in de versnelde liberalisering van de Poolse samenleving.

"Je merkt dat kritische burgers, zeker van de jongere generatie, imagogevoelig zijn en zich schamen over Walesa's uitspraken." Volgens de in België wonende auteur en journaliste Maja Wolny, ook directrice van het Navigo-museum in Oostduinkerke, is haar erg katholieke vaderland "zichtbaar aan een inhaalbeweging bezig". "Wat Walesa zaterdag gezegd heeft, past dan weer in wat er op de conservatieve scène leeft: daar voelen ze zich onzeker en baart de snelle ontkerkelijking zorgen. Je zou dan ook van een contraoffensief kunnen spreken, waarin sommige politici de grenzen verkennen van wat ze mogen zeggen."

Toch, zo benadrukt Wolny, "wekt wat Walesa daar verteld heeft meer verbazing in het buitenland dan bij ons. Wij nemen hem allang niet meer ernstig. Sinds hij geen president meer is (1995, LD), heeft hij fors aan status en betekenis ingeboet. Ook toen hij het wel nog was, veroorzaakte hij controverse. Hij liet zich bijvoorbeeld laatdunkend uit over vrouwen en ook over zijn politieke rivalen sprak hij met weinig klasse."

Wolny herinnert het zich nog goed: in 2006 ontmoette ze Walesa persoonlijk, en het viel haar op hoe de oud-president zichzelf percipieerde. "Ik ben een echte revolutionair. Ik ben iemand van de barricaden. Ik hoor niet thuis in al te beschaafde omgevingen", zo zei hij.

Wat ook weer niet wil zeggen dat bescheidenheid hem siert. "Ooit stuurde hij een groep Belgische journalisten weer naar af omdat ze volgens hem te informeel gekleed waren", zegt Wolny. "Hij beval hen iets keurigs aan te trekken en daarna terug te keren."

Dat Walesa desnoods bezoekers schoffeert als hij zich niet gehonoreerd voelt, weet ook Barack Obama. Toen de Amerikaan in 2011 in Polen op staatsbezoek was en president Komorowski Walesa uitnodigde voor een gezamenlijk diner, stuurde die zijn kat. "Het is moeilijk om aan de pers te vertellen wat ik tegen het staatshoofd van een grootmacht zal zeggen", zei hij op tv. "Deze keer zal ik Obama helemaal niets zeggen, want ik zal hem niet eens ontmoeten. Ik heb een andere agenda."

In de plaats van mee aan te schuiven voor de dis reisde Lech Walesa naar Italië af, voor een katholiek gebedsfestival. Zelf leverde hij geen bijkomend commentaar, maar in de wandelgangen van de landelijke politiek wisten ze wel beter: met de bewoner van het Witte Huis wilde Walesa of een geprivilegieerde tête-à-tête of helemaal niets. Het werd dus helemaal niets.

Helden kunnen van hun sokkel vallen, maar in Polen is Walesa allang geen held meer. Burgers maken grappen om zijn snor of voelen plaatsvervangende gêne vanwege zijn ongepolijste parool. Hij deed het prima in de strijd tegen het communisme, omdat hij als laagopgeleide arbeider mensentaal sprak en geen blad voor de mond nam. Toen hij echter president werd, wist hij zelden blijf met de vereiste terughoudendheid.

"Eigenlijk is Walesa's andere kant, die wij hier minder kennen, in Polen al jaren aan de orde", zegt ook auteur en kenner van Centraal- en Oost-Europa Johan De Boose. "Veel burgers hebben zich van hem afgekeerd. De jongeren, die het communisme nooit gekend hebben, hebben al helemaal geen boodschap meer aan hem. Polen is een ander land geworden, dat gaandeweg minder bezig is met katholiek geloof dan wel met pakweg geld verdienen. De liberalisering is volop ingezet. Het keerpunt situeer ik in 2005, de dood van Johannes Paulus II."

"En toch, bij oudere Polen leeft de figuur Walesa nog. Hij was per slot van rekening de leider van Solidariteit, een gigantische vakbond met vele miljoenen leden. Alleen kwam Solidariteit later zelf aan de macht, en dat werd een compleet ander verhaal. Politiek had de beweging weinig slagkracht, een tastbaar beleid kreeg ze moeilijk voor elkaar en ze bleef drijven op geloof en idealisme. Toen al viel Walesa op met zijn vrijpostige woorden: zo beloofde hij ooit dat hij iedere Pool in vijf jaar tijd rijk zou maken terwijl precies het omgekeerde gebeurde. Meer dan eens liet hij zich ook antisemitisch uit."

"Tja," zegt Maja Wolny, "Walesa's concept van democratie is natuurlijk van een oudere orde. Hij stamt uit een wereld waarin alles zwart-wit was, waarin maar twee partijen tegenover elkaar stonden, communisten en anticommunisten. In zijn ogen heeft democratie niets te maken met sociale diversiteit of rechten voor minderheden. Of neem nogmaals het thema van de vrouw: zijn eigen echtgenote, Danuta, heeft een succesrijke zakencarrière opgebouwd, maar in haar huwelijk heeft ze steevast een traditionele rol opgenomen."

Geen excuses

Vrouwenrechten, holebirechten, in-vitrofertilisatie of de vrijwillige onderbreking van een zwangerschap, aan de aartsconservatieve Walesa is het allemaal niet besteed. "Ik treed nog liever twintig keer af als president dan dat ik een wet onderteken die abortus legaliseert", zei hij ooit. "Walesa's uitspraken liggen altijd op de grens van eruit geflapt en berekend", legt Wolny uit. "Maar spindoctors heeft hij bijvoorbeeld nooit gehad. Hij is er ook van overtuigd dat hij zich zijn woorden wel kan permitteren, dat hij ermee wegkomt. Dat geldt ook voor wat hij zaterdag verklaard heeft. De ophef is groot, maar verwacht niet dat hij zich zal excuseren."