Direct naar artikelinhoud

'Deze regering moet voluit investeren'

Het is weer een jaar van de waarheid voor de minister van Onderwijs. Hilde Crevits moet de loopbaan van leerkrachten aantrekkelijker maken, maar tegelijkertijd extra middelen loskrijgen voor de scholen. 'We hebben moeten besparen, dat klopt, maar ik wil graag verder investeren.'

Zeer gevoelig. Het is niet hoe Crevits zichzelf omschrijft, dat zeker niet. Het is wel een karakterschets van ons onderwijs. Een gigantische tanker die, als de vluchtelingenproblematiek tot in de klas geraakt, plotseling in een speedboot verandert en de integratie van duizenden nieuwkomers opvangt. Maar tegelijkertijd een die bezorgd voor anker blijft liggen als de in hun ogen zoveelste minister met een zoveelste vernieuwend plan komt aanzetten. Crevits merkt het eerder terloops op, maar uit alles blijkt dat ze zich er terdege van bewust is.

Het verklaart misschien waarom zij, volkomen terecht overigens, hamert op de pluspunten van ons onderwijssysteem. "Het wordt zo vaak geproblematiseerd", zegt ze in haar kantoor, vlak voor de start van haar derde schooljaar als minister van Onderwijs. "Het negatieve komt dan bovendrijven. Maar onze leerkrachten behoren tot de internationale top en ons onderwijs scoort nog altijd uitstekend. Wil dat zeggen dat er geen aandachtspunten zijn? Natuurlijk niet, maar daar maken we ook werk van."

Vorig schooljaar stond zo vooral in het teken van de eindtermen, de streefdoelen waaraan een groep leerlingen moet voldoen en die nu grondig geactualiseerd moeten worden, en de modernisering van het secundair onderwijs. Een dossier waarin Crevits niet mocht falen, maar de N-VA lange tijd haar voet stijf hield. Uiteindelijk kwam er vlak voor de zomer een compromis uit de bus. Het resultaat is bekend: als een school dat wilt, blijft veel bij het oude, al zullen andere ervoor kunnen kiezen om drastisch te vernieuwen. Kritiek dat de geplande hervorming een maat voor niets is geworden, wijst ze resoluut af.

Scholen kiezen zelf

In september 2018 moet het gemoderniseerde secundair onderwijs van start gaan. Deze deadline, die ze vorig jaar in deze krant aankondigde, blijft bestaan. Als dan het eerste jaar begint, zullen studiedomeinen van abstract naar praktisch zijn geordend. Waar de eerste voorbereiden op het hoger onderwijs, daar leiden de andere eerder naar de arbeidsmarkt. Scholen zullen zelf kunnen kiezen of ze die nieuwe structuur omarmen door bijvoorbeeld een campusschool te worden en bijvoorbeeld de huidige aso en tso-richtingen op één plek aan te bieden als doorstroomopleidingen. Maar ze kunnen dus ook veel bij het oude laten.

Vooral bij het Gemeenschapsonderwijs (GO!) zorgt die vrijblijvendheid voor zenuwachtigheid. Zij zijn bevreesd dat de verschillen in het onderwijs nog groter worden dan nu het geval is en hun marktpositie (verder) in het gedrang komt. "Ik heb dat al met het GO! besproken", zegt Crevits. "Kijk, de eindtermen zijn voor iedereen hetzelfde, net als de studierichtingen. De nieuwe basisgeletterdheid voor bijvoorbeeld Nederlands of financiële vorming komt erbij, maar ook die lat zal voor elke leerling uit elk net even hoog liggen. Begrijpt u dan waarom ik die vrees een beetje onterecht vind?"

Ze rekent op de goodwill van de onderwijsverstrekkers, de sociale partners en de leerlingen. Voorlopig heeft ze nog voldoende krediet, iets waar haar voorgangers niet altijd op konden rekenen. Harde kritiek blijft, zelfs off the record, uit. Wel maken onderhandelaars melding van het grote aantal conceptnota's en geven ze aan te vrezen dat sommige hervormingen zullen uitdraaien op weinig verkapte besparingsoperaties. "Ik begrijp dat wel, hoor." Ze zwijgt even, wikt haar woorden. "Maar we mogen ook kritisch zijn. In het secundair onderwijs liggen de middelen per leerlingen een stuk hoger dan elders. We moeten ook kijken of middelen op de best mogelijke wijze geïnvesteerd worden. Zelfs zonder extra budget kun je hervormingen doorvoeren."

Betere loopbanen

Maar, zo beklemtoont Crevits, dat ziet ze liever niet gebeuren. Ze heeft haar verlanglijst klaar voor de aankomende begrotingsbesprekingen, maar weet dat niet al haar wensen in vervulling zullen gaan. Wel lijkt ze dit jaar zekerder van haar zaak. "Deze regering moet voluit investeren. De rente is laag, net als de inflatie. Geert Noels zei laatst terecht, en doorgaans lees ik hem kritisch, dat we ook in de software van onze samenleving, zoals het onderwijs, moeten investeren. En ik ga ervan uit dat we er tijdens de begrotingsbesprekingen ruimte voor gaan maken. De hogescholen en universiteiten verwachten dat en we hebben bespaard op de werkingsmiddelen in het lager en secundair onderwijs. Ik wil graag blijven investeren en ik zal tijdens de besprekingen alles doen wat in mijn mogelijkheden ligt. Tegelijkertijd ben ik niet de enige minister met noden. Ik zie ook de tekorten in de sociale woningbouw en de rusthuizen."

Collegiale woorden. Maar ze koopt er bij de sociale partners niet veel voor. Zij verwachten hun bereidwilligheid vertaald te zien in cash. Laat staan dat er aan het lerarenpensioen mag worden geraakt. Want als bevoegd minister Daniel Bacquelaine (MR) dat in zijn hoofd haalt, dan is het loopbaanpact meteen van tafel. En dat terwijl dat akkoord komend jaar eveneens een cruciale fase ingaat. Crevits wil er, in navolging van haar voorganger Pascal Smet (sp.a), de loopbaan van leerkrachten mee verbeteren. Niet alleen door aanvangsbegeleiding en meer jobzekerheid te voorzien voor starters, maar ook door uitdagingen te geven aan oudere leerkrachten die bijvoorbeeld minder willen gaan lesgeven.

Het is een van haar grootste werven. Een waarbij ze liefst al afgelopen juni een voorlopig akkoord had bereikt. "De gesprekken beginnen vanaf volgende maand opnieuw. Er ligt ook een nota op tafel en we moeten maatregelen nemen. Ik heb minister Bacquelaine niet meer gezien of gehoord." Ze lacht. "We hebben voorgesteld om te focussen op zware activiteiten en het belang van de psychosociale belasting. Vergeet ook niet dat driekwart van alle werknemers uit vrouwen bestaat. Zij werken vaak niet voltijds en zijn daardoor kwetsbaarder als het op hun pensioen aankomt. Ik wens geen financiële transfers van bijvoorbeeld het onderwijs naar de politie. Maar we kunnen door de bestuurlijke schaalvergroting ook al een en ander realiseren, al was het maar zodat we jonge leraren extra werkzekerheid kunnen bieden."