Direct naar artikelinhoud

Borstvoeding is niet zoveel beter

We overschatten de voordelen van borstvoeding. Baby's die flesvoeding drinken, zijn op lange termijn niet dikker, dommer of hyperactiever dan leeftijdsgenootjes die wel de borst krijgen.

Volgens Amerikaans onderzoek overschatten we de voordelen die we borstvoeding toedichten. De studie, die onlangs in het wetenschappelijke tijdschrift Social Science & Medicine gepubliceerd werd, is een unicum in het bestaande onderzoek. De bevindingen staan namelijk haaks op eerdere onderzoeksresultaten die stellen dat borstvoeding meer voordelen heeft voor de gezondheid van een kind. Zo zouden kinderen die de fles krijgen, meer kans hebben op een lager IQ, overgewicht, ADHD en astma. Niets van aan, blijkt nu.

"Bij eerdere studies werd er onvoldoende rekening gehouden met omgevingsfactoren die de gezondheid van een kind kunnen beïnvloeden. Dat zijn bijvoorbeeld de leeftijd, het ras, het inkomen en het opleidingsniveau van de moeder. Het is namelijk zo dat rijke en hoger opgeleide moeders vaker borstvoeding geven", zegt assistent-professor sociologie Cynthia Colen van Ohio State University. "Daarom hebben we voor dit onderzoek broers en zussen uit eenzelfde gezin gevolgd. De ene kreeg de borst, de andere flesvoeding. Door kinderen binnen dezelfde familie te vergelijken, konden externe factoren - zoals de sociale achtergrond van de moeder - uitgeschakeld worden."

Niet pushen

Eveneens opmerkelijk is dat de 8.000 geobserveerde kinderen tot hun veertiende gemonitord werden. Nooit eerder keken onderzoekers naar de effecten van borst- en flessenvoeding op zo'n lange termijn. "Ik wil zeker niet beweren dat borstvoeding geen voordelen heeft op korte termijn," benadrukt Colen, "maar we moeten ook verder kijken. Ik wil dat vrouwen die voor flesjes kiezen zich niet schuldig voelen. We moeten stoppen met moeders te pushen om voor borstvoeding te kiezen."

Het is een mening die ook dr. Linde Goossens, verbonden aan de afdeling neonatologie in het UZ Gent, toegedaan is. Zij specialiseert zich al jaren in voeding voor pasgeborenen. "Het is mij al langer duidelijk dat de effecten van borstvoeding overdreven worden. Niet dat het slecht is: op korte termijn lopen baby'tjes die de borst krijgen minder infecties op. Maar dat is geen reden om moeders die om allerlei redenen de borst niet geven met een schuldgevoel op te zadelen. Er zijn talloze verenigingen die borstvoeding promoten. Dat wekt de indruk dat het verschil met flesjes echt wel zeer groot is. Maar dat klopt dus niet.

"Deze zeer degelijke studie toont aan dat de langetermijneffecten die altijd opgesomd worden, verwaarloosbaar zijn. Kinderen worden niet intelligenter of minder obees als ze de borst krijgen. Het is goed om kersverse moeders te wijzen op de verlaagde kans op infecties in het begin, maar het is nefast om vrouwen te pushen. Zeker nu die gevreesde effecten niet bewezen zijn."

Borstvoeding of niet, het blijft een gevoelig punt. In Vlaanderen krijgt ongeveer 75 procent van de pasgeborenen borstvoeding. Na zes dagen is dat nog 62,9 procent. Om dat cijfer op te krikken, promoot de overheid borstvoeding massaal via campagnes en steun aan allerlei organisaties. Dit gebeurt op aanraden van instanties zoals Unicef en de Wereldgezondheidsorganisatie, die grote pleitbezorgers voor borstvoeding blijven.

Andere landen nemen meer drastische maatregelen om kinderen aan de borst te krijgen. Vorige maand nog voerden de Verenigde Arabische Emiraten een wet door die alle vrouwen verplicht om hun baby's twee jaar lang de borst te geven. Wie dit niet doet, kan voor de rechtbank gedaagd worden.