Direct naar artikelinhoud

Brief aan de burgervader

Moeten kinderen nu ook beloven dat ze nooit meer stout zullen zijn, Daniël Termont?

Beste burgemeester,

We hebben elkaar nog nooit ontmoet. Misschien ben ik u ooit eens toevallig op mijn fiets voorbijgesjeesd op weg naar mijn les. Of misschien kocht ik ooit een appelflap bij uw favoriete bakker. Maar we hebben elkaar nog nooit gesproken. Toch heb ik nu het verschrikkelijke lef om u deze brief te schrijven - men zou haast durven zeggen: een 'vermanende' brief.

In de beleidsnota van de stad Gent over GAS (van 13 maart) lees ik dat de minimumleeftijd voor GAS niet wordt verlaagd, maar dat er wel een alternatief komt: "Minderjarigen jonger dan 16 die een overtreding van het type GAS 1 begaan en hun ouders, zullen een vermanende brief van de burgemeester/korpschef ontvangen. Bij recidive brengt de jeugdinspecteur van de politie een bezoek aan huis. Zo leert de jongere/het kind welk gedrag niet wordt getolereerd en wordt opvolging gewaarborgd."

"Kinderen moeten immers leren wat wel en wat niet kan in een solidaire samenleving", staat er ter verduidelijking bij. Over dit laatste zijn we het eens. Maar of een vermanende brief daarin een rol kan spelen? Wordt het een standaardbrief, opgesteld in een koud lettertype en in een taal die voor jongeren onbegrijpelijk is en ruikt naar bemoeienis? Of wordt het een persoonlijke brief met aandacht voor wat de jongere zelf vertelde bij het vaststellen van het feit?

"Bemiddelen en op verantwoordelijkheden wijzen, dat is ook de essentie van de GAS-principes", verklaarde oppositiepartij N-VA in Het Laatste Nieuws (op 9 april) en ondersteunde daarmee dit nieuwe voorstel. Dat een brief op de verantwoordelijkheid kan wijzen door met het spreekwoordelijke wijsvingertje te zwaaien, neem ik aan. Maar ik zie niet in wat er bemiddelend is aan eenrichtingsverkeer. Of moeten de kinderen dan ook beloven dat ze nooit meer stout zullen zijn (en dit liefst 100 maal met de hand opschrijven)? Zal de brief een aanleiding worden voor het opstarten van een heuse dialoog waarbij de jongere het gevoel krijgt ook werkelijk gehóórd te worden? Kunnen we niet beter meer inzetten op de uitbouw van lokale buurtprojecten? Met medewerkers die een hechtere relatie kunnen aanknopen met jongeren, naar hen luisteren en hen iets concreets te bieden hebben?

Beste burgemeester, ik weet wat u nu denkt. Ik ben maar een jong studentje dat niets afweet van de complexiteit van de problematiek waar u dagelijks mee te maken heeft, en wij hebben bovendien ook geen persoonlijke relatie met elkaar. Dus wie ben ik om u de les te spellen? Waarom zou u in hemelsnaam nota moeten nemen van mijn bezorgdheden, die u in de vorm van deze brief zal bereiken, zal komen binnendwarrelen op uw deurmat en een dag later bij het oud papier zal liggen?