Direct naar artikelinhoud

Stil protest in kamerjas

In pyjama, op hun sloffen, buiten in hun zetel aan de voordeur. Zo hebben enkele Leuvenaars gisteravond ludiek protest gevoerd tegen het nachtlawaai van studenten in hun straat. Wellicht niet toevallig in oktober, de piekmaand voor studentenoverlast. 'Al is er ook respect. Ze komen hier niet zomaar een week hun goesting doen.'

Met hun kamerjas en nachtlampjes aan, zo hebben de bewoners van de Frederik Lintsstraat in Leuven hun punt gemaakt. Want de stad mag zichzelf dan elk jaar opnieuw promoten als de studentenstad bij uitstek, er wonen ook nog 'gewone' burgers in het centrum, zo luidt het. Burgers die hun nachtrust nodig hebben, maar die nu al te vaak wakker liggen van studenten die even luid als aangeschoten kotwaarts keren.

Het is nog klein bier vergeleken met wat zich dezer dagen in Diepenbeek, bij Hasselt, afspeelt. Vernielde bushokjes, krom getrokken verlichtingspalen, omvergeduwde afvalcontainers. Verre van lieverdjes, die studenten. Het gaat er zo ver dat studenten zelf nu al 's nachts mee op patrouille gaan. Betrappen ze je op heterdaad, dan mag je die cantussen wel vergeten.

Nachtbrakers

Oktober-november, rondvraag leert dat het de klassieke piekmaanden zijn voor studenten die het al te bont maken. "Ze zijn uitbundig, denken nog helemaal niet aan hun boeken", weet Sandra Rottiers, preventie-ambtenaar bij stad Gent. "Vlak voor of meteen na een nachtje stappen verzamelen ze graag op één kot. Dat kan bij de buren weleens voor wrevel zorgen."

Logisch dat het al eens fout gaat, vindt Rottiers, met 70.000 studenten op een totaal inwonersaantal van 250.000 Gentenaars. "Al is die overlast geen stijgend probleem, wel een blijvend probleem. Kijk, de grootste evolutie kwam er de voorbije twintig jaren. Veel meer studenten gingen ook effectief op kot. Niet alleen meer in de typische studentenbuurten, maar ook meer verspreid, in de gewone woonwijken. Dat maakt dat het evenwicht soms wat zoek raakt."

Eenzelfde geluid in andere studentensteden: overlast is en was altijd een probleem, maar het aantal lastpakken blijft stabiel. Zo ook in Leuven, waar het aantal studenten in vijftien jaar nochtans van 38.000 naar 53.000 omhoog schoot, op een totaal van 100.000 inwoners.

"Er is dus al heel wat respect", meent 'studentenflik' Rik De Langhe, die in zijn functie een brug slaat tussen burgers en nachtbrakers. "Studenten komen hier echt niet zomaar een week hun goesting doen."

Gevraagd naar de klassieke burenklachten, prijkt nachtlawaai overal ongehinderd op één. Sandra Rottiers: "Bij nachtlawaai op kot hoeft het zelfs niet eens om wilde fuiven te gaan. Soms ligt het probleem al bij een slechte isolatie van de studentenkamer. Na een feestje praat je nog rustig met wat vrienden na, maar al snel klinkt het te luid."

Overlastpatrouilles

Zaak is dan om zoveel mogelijk te bemiddelen, zo merken experts. Rottiers: "Soms komt het er gewoon op aan om even duidelijk te stellen: jullie wonen hier niet alleen. Pas in allerlaatste instantie, als de klachten over dat ene kot blijven binnenstromen, halen we de politie erbij."

'Mondjes toe, de buren zijn moe', het is maar een van de slogans die Gentenaars voor hun raam kunnen hangen. Want, zo klinkt het, alles begint bij preventie. "Met GAS-boetes alleen kom je er niet", beaamt De Langhe. "Zeker niet als je het probleem wil beheersen en oplossen. Repressief optreden is vooral een stok achter de deur. Zo gaan onze overlastpatrouilles in het begin van het academiejaar nog in uniform op pad, maar dan later in burger. Zo kunnen ze de hardleerse enkelingen die buiten de lijntjes kleuren alsnog in de gaten houden en bijsturen."

Denken op de lange termijn, daar draait het volgens de studentenflik om. "Sommige studenten zullen hier ook na hun studies blijven plakken. Maak hen dus duidelijk: binnen zoveel jaar ben jij misschien wel die man of vrouw die niet wakker wil liggen van overlast."