Direct naar artikelinhoud

De strijd om de regio, nu ook op het internet

Lezersonderzoeken allerhande wijzen het al jaren uit. Regioverslaggeving is en blijft een fundament voor elke zichzelf respecterende populaire krant. Want zelfs in een steeds sneller globaliserende wereld willen we ook weten wat er onder de eigen kerktoren gebeurt. Ook al lezen we dat dan op het internet.

Met de lancering van 317 nieuwe regiosites, één voor elke Vlaamse gemeente, zette Het Laatste Nieuws deze week het belang van die regioverslaggeving nog eens extra in de verf. "Regioberichtgeving is al jaren een van de speerpunten van onze papieren krant", legt hoofdredacteur Wim Verhoeven uit. "We konden op het internet niet achterblijven."

Lezersonderzoek na lezersonderzoek bewijst het belang van dat nieuws uit de eigen achtertuin. "Negentig procent van onze lezers geeft aan dat ze die regionale pagina's heel belangrijk vinden", zegt Verhoeven. "Dan weet je genoeg."

Bij concurrent Het Nieuwsblad vertelt Liesbeth Van Impe hetzelfde verhaal. "Regioberichtgeving is verschrikkelijk belangrijk. Het zijn niet alleen de meest gelezen pagina's van de krant, voor veel van onze lezers is het ook de reden waarom ze een krant in huis halen."

Ook voor de interne werking van de krant bewijst het regio-netwerk zijn nut. "We hebben 150 correspondenten, verspreid over het hele land", legt Verhoeven uit. "Die mensen zijn onze voelsprieten, ze horen, zien en voelen wat er in Vlaanderen leeft. Elke dag staan er verhalen op de nationale pagina's die vanuit de regio zijn aangebracht."

Het mag dus nauwelijks verbazen dat de strijd om de regio zich sinds deze week nu ook naar het internet verlegt. Met de lancering van zijn eigen regiosites zet Het Laatste Nieuws de voet naast die van Het Nieuwsblad, dat al een aantal jaar experimenteert met regionale berichten op het wereldwijde web.

Al hanteren beide partijen elk een eigen aanpak. Terwijl Het Laatste Nieuws alle regionieuws gratis ter beschikking stelt, parkeert Het Nieuwsblad een deel van dat nieuws achter een betaalmuur. "Logisch", vindt Van Impe. "Regionieuws is een van de weinige dingen waar je op het internet nog het verschil mee kunt maken. Het zijn berichten die je niet ook op elke andere nieuwssite vindt en die voor de lezer dus wel een bepaalde waarde hebben."

Bij Het Laatste Nieuws kiezen ze voor een gratismodel. Voorlopig toch. "De eerstkomende maanden willen we onze regiosites in de markt zetten", legt Verhoeven uit. "En dus bieden we zoveel mogelijk nieuws aan. Hoe we daarna verder gaan, is nog niet bepaald. Een deel van de artikels achter een betaalmuur stoppen? Dat is één van de opties." Die toekomstscenario's hangen af van de advertentie-inkomsten die de lokale sites genereren. Regiosites moeten uitgroeien tot het kanaal bij uitstek voor lokale handelaars om hun doelpubliek efficiënt te bereiken.

Warm Vlaanderen

Ook de manier waarop beide spelers omgaan met zogenaamde 'user generated content' verschilt. Het Laatste Nieuws rekent op zijn lezers om alle 317 regiosites levendig te houden. Via Twitter en Facebook kunnen ze op de sites al het nieuws over hun gemeente kwijt en ook foto's die het lokale leven illustreren zijn meer dan welkom.

Bij Het Nieuwsblad staan ze daar eerder huiverachtig tegenover en houden ze de touwtjes liever zelf in handen. "Voor je het weet wordt zo'n regiosite gekaapt door een lokale politieke partij", waarschuwt Van Impe. "Of duiken er berichten op van mensen met minder nobele bedoelingen."

Verhoeven is ervan overtuigd dat het zo'n vaart niet zal lopen: de twitterbox staat immers alleen open voor mensen die belangrijk zijn voor het sociale weefsel. "Wij selecteren die mensen en onze regio-eindredacteurs houden die sites in de gaten, net als onze lokale medewerkers. Ook de lezers zelf kunnen ongepaste berichten melden. We zetten op onze regiosites het warme Vlaanderen in de kijker en daarbij gaan we ervan uit dat het overgrote deel van onze lezers goede bedoelingen heeft."

Wanneer Het Laatste Nieuws in zijn opzet slaagt, kan dat de regioberichtgeving een nieuwe impuls geven, gelooft Verhoeven. "De wisselwerking met onze lezers biedt enorm veel mogelijkheden. We staan nog maar aan de start, maar dit project kan de regiojournalistiek de 21ste eeuw binnenloodsen."