Direct naar artikelinhoud

‘Zelfs ik kom hier over als een harde humorist’

In het begin dacht iedereen dat hij een Waal was die een Vlaming speelde. En lachen dat ze deden. Toen ze na de show hoorden dat hij echt een Vlaming was, werd het even stil. Waarop vaak de vraag kwam: ‘Wat hebben jullie toch tegen ons?’

Tijdens zijn tour door Wallonië heeft Bert Kruismans al veel geleerd. Dat er nog heel wat onbegrip leeft bij Walen over Vlamingen, bijvoorbeeld. Maar ook: dat er heel wat meningsverschillen de wereld uitgeholpen kunnen worden als je rustig de tijd neemt om de zaken bevattelijk uit te leggen. Kruismans: “Een postbode uit Binche weet niet wie we zijn, maar evengoed weet een onderwijzer uit Turnhout niet wie de Walen zijn. Ik ben in Chapelle-lez-Herlaimont geweest, een klein stadje tussen La Louvière en Charleroi. Ik moet de eerste Vlaming geweest zijn die er in twintig jaar kwam. Dat is voor mij het interessantst aan deze tour. La Wallonie Profonde is geen loos begrip meer. Hier bereik ik die mensen echt. De zaal was er gisteren (eergisteren, ST) tijdens de finale in Rochefort mee gevuld. Elke avond kom ik op met een grote Vlaamse vlag. Vaak word ik onthaald op gejoel en gefluit. Een Vlaamse vlag voor Walen: dat is een stamp in hun gezicht, hé. Ik begrijp dat ook wel. Toen ik naar de revue Sois Belge et tais-toi! ging kijken, kon ik op de duur ook nog moeilijk lachen met al die heftige grappen over Vlamingen.”Maar ze smaken La Flandre pour les nuls wel, daar in Wallonië. Kruismans: “Ik herinner me mijn eerste optreden nog goed. Het was op 12 april 2008 in Doornik. In de auto dacht ik: ‘Straks weet ik het. Straks weet ik of het kan: mensen met een andere taal en cultuur aan het lachen krijgen.’ En het lukte! Sommige grappen vielen compleet plat, maar met 85 procent lachten ze.” Een letterlijke vertaling van zijn show en boek België voor beginners, dat is de voorstelling die in december in première gaat in Watermael-Bosvoorde niet. Al dacht Kruismans in het begin wel dat het zo eenvoudig zou zijn. “Materiaal zat, dacht ik, laat ik het maar gewoon vertalen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Ik heb me echt moeten onderdompelen in het Waalse leven: ik kijk elke dag naar het RTBF-nieuws, lees alle kranten, volg wat mijn Franstalige collega’s doen. En jawel, dat laatste valt heel goed mee, wat er ook beweerd wordt. Toen ik mijn plannen voor een Franstalige show een jaar geleden kenbaar maakte, reageerde iemand zelfs: ‘Maar er is geen humor in Wallonië!’ Pertinent onwaar, weet ik nu. Meer zelfs: de humoristische wereld van Wallonië is diverser dan de Vlaamse. In Vlaanderen zie je vooral stand-upcomedy. Ik ben daar samen met mensen als Nigel Williams en Peter Perceval zelf deels schuldig aan, maar goed. En je hebt wel andere vormen van humor, maar die worden een beetje weggedrongen. In Wallonië en Brussel is het palet veel breder. Ze houden daar ook nog altijd van humor die wij wat passé vinden. Imitaties, sketches, brillen en pruiken: daar kan het nog allemaal. Ook al klinkt dat misschien negatief, daar zit heel wat kwaliteit tussen. Humoristen zijn er over het algemeen ook minder hard. Wellicht heeft dat met de volksaard te maken. Walen zijn gewoon vriendelijker. Zelfs ik kom hier over als een scherpe, harde humorist.

Gedurfd

“De voorbije dagen heb ik veel grappen gemaakt over de Waalse schandalen: de reis naar Californië van een groep Waalse politici, de PS’er Didier Donfut met twee jobs en twee salarissen… Gelukkig pikt het publiek dat, maar ze vinden het wel gedurfd. Ze kennen dat soort grappen wel van revues als Sois Belge et tais-toi!, maar verwachten het niet van een stand-upcomedian als ik.”Op het Festival International du Rire van Rochefort, het oudste humorfestival van België, is Kruismans de enige Vlaming op het podium. Al nuanceert de humorist dat zelf. “Marc Herman was dit jaar de hoofdact en hij is een tweetalige Belg. Hij won bovendien de allereerste editie in 1981. En er won ooit een Vlaams duo dat visuele humor bracht. Stel het zo: ik ben hier de enige Vlaming ooit die verbale humor brengt. Toch ook een mooie verdienste, niet?”