Direct naar artikelinhoud

Oranje-blauwe onderhanderlaars blijven grote woorden wikken en wegen

'Achter een enkel woord kan de federalisering van een deel van België schuilgaan.' Joëlle Milquet, voorzitster van het cdH, maakte zo nog even duidelijk waarom oranje-blauw nu al dagen aan een stuk de nota-Leterme over de staatshervorming aan het herkauwen is.

Door Liesbeth Van Impe en Jeroen Verelst

BRUSSEL l De graad van pessimisme bij de onderhandelaars schommelt dezer dagen met het aantal knelpunten op het lijstje van formateur Yves Leterme. Vier hardnekkige discussies lijken ook dit weekend overleefd te hebben.

Zaterdagmorgen was volgens verschillende onderhandelaars een dieptepunt. Nadat cdH en het kartel CD&V-N-VA elkaar vorige week met teksten om de oren hadden geslagen, had Leterme op zijn lijstje niet minder dan tien knelpunten staan. Tegen zaterdagavond was er opnieuw wat optimisme, of beter, wat minder pessimisme. Volgens verschillende bronnen stonden er nog slechts vier struikelblokken op datzelfde lijstje. Al was dat volgens sommigen, vooral bij N-VA, een wel heel positieve lezing van de realiteit door de formateur.

De eerste discussie gaat intussen, in verschillende gedaanten, al weken mee: de manier waarop de staatshervorming, waarvoor oranje-blauw achteraf een brede meerderheid zal moeten zoeken, in het regeerakkoord staat. Na debatten over "garanties" en deadlines lijkt de hamvraag nu welke rol de regering speelt. Kris Van Dijck (N-VA) maakte in De zevende dag nog eens duidelijk dat er wat zijn partij betreft geen twijfel over mag bestaan dat de regering "de motor" is van de staatshervorming. De Franstaligen hebben dan weer begrepen dat de conventie en het college van wijzen de discussie zullen trekken. "De regering is in deze constructie inderdaad niet de motor", geeft een Vlaamse bron toe. "Ze zal hoogstens thema's kunnen aanreiken voor de conventie."

Ook inhoudelijk is de discussie verre van afgerond. Zo willen de Vlamingen dat in het menu van de grote staatshervorming expliciet het punt "fiscale autonomie" opgenomen wordt. Het was al een van de lacunes in de verwezenlijkingen van verkenner Herman Van Rompuy (CD&V) eind september en nog altijd heeft Leterme geen formulering gevonden die op een consensus kan rekenen.

CdH is in dezen de grote dwarsligger. MR-voorzitter Didier Reynders gaf eerder al te kennen dat een uitbreiding van de fiscale autonomie, zeker in de personenbelasting moet kunnen. Afcentiemen in de vennootschapsbelasting liggen ook bij Reynders moeilijk maar hij laveerde handig naar een middenpositie, weg van het taboe, maar die hem tot bitter weinig engageert. Milquet daarentegen ziet de fiscaliteit als een van de pijlers waarop het federale België rust.

Voor de Vlamingen is minstens een opening op dit vlak een must. De Vlaamse resoluties waren immers nog zoveel ambitieuzer, zeker op het vlak van de vennootschapsbelasting. Als er nog één communautaire strijd is waarvoor ook de liberalen nog eens pal naast het kartel gaan staan, is het deze wel.

De twee resterende discussiepunten liggen vooral N-VA bijzonder zwaar op de maag omdat ze de uitholling van het federale niveau stoppen of zelfs terugdraaien. Zo wordt onder het puntje van de kiesomschrijvingen de federale kieskring expliciet als een mogelijkheid opgenomen. De Franstaligen gaven al meermaals aan dat ze in een dergelijke maatregel een signaal zien dat ook de Vlamingen door willen gaan met België. Net om die reden reageert N-VA, top én achterban, vrij allergisch op het idee. Voor veel N-VA'ers is een federale kieskring "de uitbreiding van Brussel-Halle-Vilvoorde naar heel België". Bij CD&V is de afkeer beduidend minder groot. Leterme speelde eerder al met het idee als onderdeel van een oplossing voor B-H-V en ook de achterban gaat bij een dergelijk voorstel niet steigeren. De Vlaamse liberalen zijn uitgesproken voor en steunden dit idee al tijdens de kiescampagne.

In dezelfde lijn ligt de vierde discussie. Het cdH wil graag het streven naar een "versterkte federale staat" in de tekst, N-VA wil daar niet van weten en sprak vorige week al van een "zweem van federale recuperatie". Pas hier wordt echt duidelijk hoe zinledig de hele semantische discussie soms is.

De tekst zegt immers niet op welke manier die staat dan wel versterkt zou moeten worden. Het is een engagement, geen resultaatsverbintenis. Als het zinnetje blijft staan, dan zal de conventie het nog concreet moeten invullen. Of niet. En als het zinnetje sneuvelt, dan houdt niks de conventie tegen om federale, versterkende maatregelen toch op de agenda te zetten. Of niet.

"CdH weet dat er onder meer over fiscale autonomie gesproken zal worden, maar wil dat nu nog niet toegeven, zelfs niet in een tekst die niemand echt bindt. N-VA weet dat er over versterking van het federale niveau gesproken zal worden, maar wil dat evenmin in de tekst zien. En geen van de twee wil toegeven. Uit alles blijft een bijzonder groot wantrouwen spreken", zegt een insider.

Tegelijk kan de discussie over woorden niet verhullen dat onderhuids de fundamenteel verschillende inschatting van het communautaire project van oranje-blauw blijft voortwoekeren en van elke discussie over punten en komma's een halszaak maakt. "Geen van beiden wil de onderhandelingen echt doen mislukken", meent een onderhandelaar. "Zelfs N-VA blijft proberen. Al twijfelen er daar steeds meer of ze dit ooit door een congres krijgen." Bij gebrek aan echt grote trofeeën zouden woorden als "versterkte federale staat" wel eens als een rode lap op een stier kunnen werken.

En dus werden de discussies gisteren, op het einde van een weekend dat nog maar eens als cruciaal werd aangekondigd, niet afgesloten met een conclusie.n Formateur Leterme (m.) moet tegenwoordig geen standpunten meer verzoenen meer verschillende percepties.