Direct naar artikelinhoud

Arabische Lente wordt duur betaald

De volksopstanden in de Arabische wereld hebben de onrustige landen ruim 55 miljard dollar (40 miljard euro) gekost. De prijs van de Arabische Lente was het hoogst voor Syrië, Egypte en Libië, zo heeft het consultancybureau Geopolicity berekend.

Alle landen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten met massale protesten leden grote economische schade: verlies van productiviteit (in totaal bijna 15 miljard euro) en een vermindering van overheidsinkomsten (ruim 25 miljard euro).

Alleen al voor Syrië, waar de bloedige opstand tegen president Bashar Assad nog aan de gang is, liepen de kosten op tot bijna 20 miljard euro. De verliezen voor Libië, waar aanhangers van kolonel Kadhafi nog steeds verzet bieden, bedragen ruim 10 miljard euro. Voor Egypte is het verlies ruim 7 miljard euro. Ook Tunesië, Bahrein en Jemen moesten fors inleveren.

Opvallend genoeg profiteerden ook veel landen van de Arabische Lente. Olie-exporterende landen als Saoedi-Arabië, Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten zagen, mede als gevolg van hogere olieprijzen, hun bruto binnenlands product stijgen. Het zijn landen waar massale protesten uitbleven. In Saoedi-Arabië, dat grote bedragen uitgaf om onvrede onder de bevolking weg te nemen, stegen de staatsinkomsten met 25 procent. De Verenigde Arabische Emiraten kregen 31 procent meer in kas.

Volgens Geopolicity heeft de Arabische regio als geheel profijt gehad van de Lente. "De gevolgen (...) zijn gemengd, maar tegen elkaar afgewogen positief: 38,9 miljard dollar (28,2 miljard euro)." Met uitzondering van Libië geldt: olie-exporteurs winnen, olie-importeurs verliezen.

Geopolicity, een onafhankelijk bureau dat advies geeft aan instellingen en regeringen, baseert zich in zijn rapport The Cost of the Arab Spring op gegevens van het IMF. In deze cijfers, die betrekking hebben op de eerste acht maanden van dit jaar, is geen rekening gehouden met het verlies aan mensenlevens, schade aan infrastructuur en verlies van buitenlandse investeringen.

Het bureau stelt dat de internationale hulp voor de regio is achtergebleven bij de verwachtingen. "De steun die in mei werd toegezegd op de top van de G8 in Deauville, is voor een groot deel uitgebleven. De effecten van de 100 miljard dollar die zijn verleend door de G20 zullen op hun best doorsijpelen." Volgens het rapport is er een gerede kans dat degenen die de straat op zijn gegaan om te demonstreren weinig profijt zullen hebben van de revoluties.

Geopolicity waarschuwt ook dat grotere politieke vrijheid in de Arabische wereld zal leiden tot grotere vrijheid om het Westen en Israël te bekritiseren. "Als dit tot gevolg heeft dat politieke betrekkingen die eens stabiel waren dramatisch verslechteren, gaat dat ten koste van regionale veiligheid."