Direct naar artikelinhoud

'Met de huidige politieke elite verandert er niets'

Hoe hard de recessie ook toeslaat, volgens economieprofessor en EU-vorser Riccardo Petrella, ongewild een van de boegbeelden van de andersglobale beweging, zal er weinig veranderen in het globale economische denken zolang de huidige politieke elite aan het roer staat. Immers: 'De staten hebben zelf hun budgettaire slagkracht uit handen gegeven. Het is dus niet zo dat de financiële markten ze afgepakt hebben.'

Brussel

Lode Delputte

Blijft de Belgische economie overeind in de huidige mondiale crisis? En maakt die globalisering van België op termijn geen zwakke speler?

"Crisis of niet, elk land, elke stad, elke regio hééft een toekomst. Het is dus geen wetmatigheid dat een verandering in de manier waarop commerciële of andere uitwisselingen totstandkomen - de globalisering dus - per se de economische kracht van regio x of y aantast. Alleen is veel eraan gelegen hoe je die verandering precies ziet en hoe ze zich voltrekt. Er zijn met andere woorden subjectieve en objectieve criteria. Een huisvrouw die vroeger bij GB haar inkopen deed en nu ziet hoe alles plots Carrefour heet, kan daar, zeker in tijden van recessie, een negatief gevoel aan overhouden, de onbestemde vrees dat 'we ons eigen lot niet meer in handen hebben'. Enerzijds willen we dus onze capaciteit behouden om als autonoom subject te blijven fungeren, anderzijds moeten we beseffen dat de Belgische aandeelhouder in Carrefour er juist baat bij heeft dat Carrefour goed functioneert, ook al ligt het beslissingscentrum niet langer in België en is hij in de minderheid. Ook al gaan de winsten van ex-GB nu naar ex-Belgische banken en wordt het geld dat de consument uitgeeft, misschien niet langer in België geherinvesteerd.

"Aan objectieve criteria gemeten krijgen we trouwens een heel ander beeld van de crisis. België, dat op de vijfde plaats staat in de HDI-ranking van de VN, behoort op economisch, technologisch en industrieel vlak nog steeds tot de koplopers, en zo'n plaats speel je niet in één twee drie kwijt. Het klopt dus niet dat een klein land in een globale crisis meer problemen heeft dan grote. Kijk naar landen als Denemarken, Noorwegen of Zwitserland. Die staan traditioneel zeer behoorlijk hun mannetje en het schijnt niet dat ze die positie snel zullen prijsgeven.

"Of en in hoeverre een land als België een plaats in de geglobaliseerde wereld inneemt, hangt af van de idealen, van de projecten die de elite en civiele maatschappij naar voor schuiven. En van de mate waarin die door de burgers gedragen worden. Als de globalisering bijvoorbeeld beperkt blijft tot het commerciële, GB dat Carrefour wordt, dan heeft de burger daar al bij al weinig boodschap aan. Of nog, als de burger niet snapt waar de Europese integratie of Europese instellingen toe dienen, dan kan hij dat proces amper steunen. Ook daar zie je dat België een rol speelt: kijk naar de manier waarop Louis Michel van ons land heeft doen spreken, welke rol het op Europees en internationaal vlak vervult: méér dan de oppervlakte van het Belgische territorium zou doen vermoeden."

Hoe hebben de economische idealen van onze elite zich de laatste dertig jaar, grofweg de decennia van de globalisering, in België vertaald?

"Door de destructurering van de Belgische natie-staat in de richting van een federale staat. Ten voordele van Vlaanderen overigens: dat heeft zich in de loop der jaren aan een minorisering onttrokken die het op dit moment een andere plaats in de globalisering geeft dan Wallonië. De reconversie van een oud mijngebied naar een postindustriële samenleving is loodzwaar en maakt dat de jaren zeventig en tachtig slecht geweest zijn voor Wallonië, waar ze op de keper beschouwd, en ondanks enkele crises, gunstig waren voor Vlaanderen. De mondialisering van de productieprocessen heeft Wallonië de laatste dertig jaar een stuk minder interessant gemaakt. De huidige recessie zal in het zuiden van het land dus met grotere moeilijkheden gepaard gaan dan in het noorden."

Dat is precies wat globalisering betekent: dat goede presteerders beloond worden, de minder goede bestraft?

"Als Antwerpen zijn mannetje blijft staan als belangrijke havenstad, dan is de globalisering inderdaad een goede zaak voor Antwerpen. Globalisering hoeft dus niet te impliceren dat competitieve lokale entiteiten hun slagkracht zomaar prijsgeven en het slachtoffer van delokalisatie worden. De globalisering is uiteindelijk de som van alle goed presterende lokale elementen en heeft fantastische opportunities voor hen veil. Alleen kun je je afvragen wat Charleroi dan te doen staat? Moet niet elke regio of stad aan de globalisering kunnen deelnemen? Mag de diversiteit aan economische dynamieken toelaten dat de uitsluiting toeneemt? Me dunkt van niet. Daar moeten de politieke verantwoordelijken hun rol dus opnemen, vooral in tijden van groeiende werkloosheid en dreigende sociaal-economische uitsluiting."

Wordt de crisisstemming niet precies aangewakkerd door de verminderde greep van het politieke beleid op de samenleving? En is die verminderde greep objectief onomkeerbaar, zoals Margareth Thatcher in de jaren tachtig liet verstaan, dan wel een ideologie die ons uit neoliberale hoek wordt aangepraat?

"De globalisering heeft de soevereiniteit van de politieke macht verzwakt. Maar de overdracht van de politieke naar de economische sfeer en de gevolgen daarvan hebben zowel een subjectieve, ideologische als een objectieve kant. De objectieve machtsoverdracht is begonnen met de financiële crisis in de jaren 1973-1975, toen de nationale regeringen en parlementen de controle over de vaste wisselkoersen opgegeven hebben, en daarmee een groot stuk van de macht. De liberalisering van het geld zorgde ervoor dat de Duitse mark een product werd als een ander, verhandelbaar zoals ook petroleum, koffie of cacao dat zijn.

"Neem de jaren tachtig, toen de banken gedereguleerd werden: waar je een landbouwkrediet had dat zich met niets anders dan landbouwkrediet kon bezighouden of een industriële bank die zich enkel over de industrie mocht buigen, dan mochten die voortaan op elkaars terrein komen. Die tendens is in de jaren negentig voortgezet met de privatisering van de banken. Privatisering betekent dat de economie de controle over het kapitaal verwerft, en dat de overheid dat kapitaal uit handen geeft. Welnu, wie de financiële controle verliest, die verliest de fiscale controle. En wie de fiscale controle niet meer bezit, die kan ook geen budgettaire controle meer uitoefenen. In België en de meeste landen vertaalt zich zulks in het feit dat de politieke klasse nauwelijks nog over ruimte beschikt om wat dan ook te ondernemen. En steeds meer dossiers uit handen moet geven: de pensioenen bijvoorbeeld, de budgetten voor gezondheidszorg en opvoeding. In plaats van zich af te vragen hoe ze iedereen een pensioen kunnen garanderen, zeggen de staten dat zij niet langer verantwoordelijk zijn voor pensioenen, dat de financiële markten en de privé-sector het beter kunnen. Maar hoe kun je al die terreinen dan nog democratisch controleren?

Daar komen we dan op het ideologische terrein.

"Het ideologische aspect, dat zijn de jaren tachtig, als Ronald Reagan en Margareth Thatcher de globalisering promoten omdat de staat in hun ogen niet langer functioneert. De overheden hebben de macht dan ook bewust uit handen gegeven. Het is niet zo dat de financiële markten de macht van de overheden afgepakt hebben. Het was echt een bewuste politieke keuze."

Voor de huidige recessie impliceert die keuze dat klassieke crisisbeheersingsinstrumenten als het verlagen van de interestvoeten of het aanzwengelen van de overheidsinvesteringen niet langer tot de mogelijkheden behoren?

"Het is een weloverwogen optie geweest om de Europese Centrale Bank als enige centrale bank ter wereld politiek onafhankelijk te maken. Nu kunnen de EU-ministers dus nog zo hard om intrestverlaging roepen en schreeuwen, zij beslissen niet langer, dat doet de markt. Maar dan nog, de stelling van de heersende elite is dat de welfare state afgedaan heeft. Zelfs de Nobelprijswinnaars economie hebben, op een Amartya Sen na, stuk voor stuk de ontmanteling van de verzorgingsstaat bepleit. Niet alleen politici en Nobelprijzen, ook de burgers zelf hebben erom gevraagd: welke politieke partijen hebben de voorbije jaren de verkiezingen gewonnen in Europa? Diegene die lagere belastingen beloofden en hun kiezers een uit het verleden stammende veiligheids- en rijkdomsnostalgie konden voorspiegelen, zij die vonden dat er genoeg over rechten gebakkeleid was en dat we het nu maar eens over plichten moesten hebben. Zij die het minst last hebben van werkloosheid, armoede of uitsluiting, met andere woorden.

"De anderen echter, zij die bang zijn, zijn degenen die door het huidige systeem bestraft worden, en af en toe de mening toegedaan zijn dat de buitenlanders maar beter kunnen opkrassen. Nochtans zal ieder hetzelfde lot delen: geen énkele jongere in België, of hij nu een autochtone of allochtone Vlaming, Brusselaar of Waal is, is zeker van zijn pensioen in 2040. Het ordewoord luidt: débrouille-toi. Toen ikzelf, in volle keynesiaanse tijdperk, twintig was, lag het niet meer dan voor de hand dat ik me van een pensioen in 2004 verzekerd wist. Dat garandeerde de staat gewoon. Sociaal-economisch onrecht werd van overheidswege gecorrigeerd."

Nogmaals, is er een alternatief?

"Niet als de huidige elite aan de macht blijft, wel als je kijkt naar wat de voorbije jaren op het vlak van humane economie tot stand is gebracht, op het vlak van participatieve en coöperatieve economie, op het vlak van ethisch bankieren en ethisch financieren. Een en ander moeten we niet realiseren uit nostalgie naar de tijd toen alles goed ging, maar om het hoofd te bieden aan de uitdagingen van de globalisering, om vooruit te gaan. Initiatieven als Made in Dignity, de sem-terrabeweging in Brazilië, Via Campesina en noem maar op. De economie moet ten dienste staan van de maatschappij, niet omgekeerd. Steeds meer mensen, jongeren en ouderen, worden zich daarvan bewust, snappen dat de talloze veranderingen die onze economieën de voorbije jaren ondergaan hebben, geen korte metten kunnen maken met de volstrekte verzadiging ervan. Ze hebben hooguit het financieel-speculatieve karakter ervan gestimuleerd."

Nochtans zit niet het hele politieke bestel vol verstokte neoliberalen. Neem de groenen.

"Ja, maar groenen en sociaal-democraten zijn de voorbije tien jaar in het politieke systeem ingekapseld geraakt. De groenen en de sociaal-democraten maken vandaag juist deel uit van de elite waarover ik het had. Kijk naar een Joschka Fischer die zich tegen het andersglobale protest in Genua uitsprak, kijk naar een Tony Blair in Groot-Brittannië. Kunnen zij nog enige transformatiecapaciteit aan de dag leggen? Kunnen zij beslissen om de controle over de munt opnieuw te verwerven en zo opnieuw een fiscale politiek te voeren die royalere begrotingen mogelijk maakt? Ik betwijfel het, al ben ik een optimist. We zullen zien wat er gebeurt, al zitten we op dit moment in een zware crisis."