Direct naar artikelinhoud

Van Soedan tot India: iedereen eist wraak

In een reeks islamitische landen is opnieuw gedemonstreerd, vooral bij ambassades van de VS, tegen het Amerikaanse filmpje over de profeet Mohammed. Op diverse plaatsen gebruikten betogers geweld en raakten zij slaags met de oproerpolitie.

In de Tunesische hoofdstad Tunis werd de Amerikaanse ambassade bestormd. Enkele tientallen betogers klommen over de muur van het complex en staken auto's in brand in de parkeergarage, voor ze weer door de politie naar buiten werden gewerkt. Er vielen vijf gewonden.

Elders in de stad werd een Amerikaanse school in brand gestoken. Enkele honderden betogers die vanaf het Tahrirplein in de Egyptische hoofdstad Caïro optrokken naar de Amerikaanse ambassade, werden tegengehouden door de politie, die traangas inzette. "Met onze ziel, met ons bloed zullen we onze profeet wreken", scandeerde de menigte.

In de Soedanese hoofdstad Khartoem trokken demonstranten op naar de Amerikaanse missie, nadat ze eerder brand hadden gesticht in de Duitse ambassade. Betogers sprongen over de muur van de Amerikaanse missie; bewakers vuurden waarschuwingsschoten af.

In de Jemenitische hoofdstad Sanaa zetten veiligheidstroepen waterkanonnen in om de betogers weg te houden bij de Amerikaanse ambassade. Donderdag kwam in Sanaa een betoger om het leven toen het gebouw werd bestormd. In Dhaka (Bangladesh) trokken zo'n 5.000 boze moslims over straat na het vrijdaggebed. Amerikaanse en Israëlische vlaggen werden verbrand. Sommigen eisten de doodstraf voor de filmmakers.

Damage control

Ook in Srinagar en Chennai (India), Kuala Lumpur (Maleisië) en Jalalabad (Afghanistan), Qatar, Koeweit, Irak en de Palestijnse gebieden werd gedemonstreerd.

In Egypte spande de regering van president Mohammed Morsi zich in om de schade te herstellen die deze week was opgelopen in de betrekkingen met de Verenigde Staten, doordat Morsi te laat en nogal dubbelzinnig had gereageerd op de anti-Amerikaanse protesten. Het besef leeft dat de regering een fout heeft gemaakt.

In een brief in The New York Times veroordeelt Khairat al-Shater, vicevoorzitter van de Moslimbroederschap, in de eerste plaats het anti-Amerikaanse geweld, en niet de film. "Ondanks onze verontwaardiging over de anti-moslimfilm houden we de Amerikaanse regering noch haar burgers verantwoordelijk voor de daden van enkelen die de wetten ter bescherming van de vrijheid van meningsuiting misbruiken", aldus Al-Shater. "In een nieuw, democratisch Egypte hebben de Egyptenaren het recht verworven hun boosheid over zulke kwesties te uiten, en ze verwachten van hun regering dat dit recht wordt gehandhaafd. Ze moeten dit echter vreedzaam doen, en binnen de grenzen van de wet."

De Moslimbroederschap roept op tot een onderzoek naar het falen van de politie, die te laat optrad toen de Amerikaanse ambassade in Caïro dinsdag werd bestormd. Op de website van de Egyptische Moslimbroeders werd gisteren het nationale protest tegen de film over Mohammed afgelast. In plaats daarvan zou er alleen een 'symbolische' betoging zijn op het Tahrirplein in Caïro.